Een vakantie kan soms deugd doen. Dat kunnen studenten die overwerkt denken te zijn natuurlijk beamen. Jammer dat zij eerder op een zogenaamd blokverlof afstevenen dan op een echte rustperiode. Speciaal voor hén en voor zij die uit gezonde, cultureel verantwoorde interesse steeds op de hoogte willen zijn van het reilen en zeilen van de Brombeer: het verslag van de reis die ik in de afgelopen weken ondernam.
Nu, deze afgelopen weken vakantie noemen zou hen te veel eer aan doen. Het betrof eerder een opdracht die ik wel langer had willen uitstellen, maar waar ik echt niet meer onderuit kon. Zoals de pientere volger nog wel weet, heeft de Brombeer familie op ‘s werelds grootste eiland. Een eiland, ooit door één van onze voorouders verkeerdelijk groen genoemd, terwijl het al miljoenen jaren met ijs bedekt is, herbergt een verre neef: Sven. Deze moest ik bezoeken en wel met een onafwendbare reden.
Hoe en wat? Je leest het verhaal in vijf episodes, exclusief hier bij dwars.
episode 1
Het schip dat de ronddobberende schotsen ijs al gedurig aan het voorbijvaren was, bereikte eindelijk de kade van de haven. De Brombeer is allesbehalve een landrot, maar kon moeilijk ontkennen dat hij blij was weer vaste grond onder zijn voeten te hebben. Het was dan ook al een lange tocht geweest: in de haven van Antwerpen aan boord gegaan van de Flandria na diens laatste rondvaart voor het publiek en pas na een volle week omvaren aangekomen in Groenland.
Sven stond me al op te wachten. De koude wind maakte tekeningetjes in zijn dikke, witte vacht. Ik – minder gefortuneerd in pels – trok mijn jas wat meer toe. Hij zou respectvol knikken en me typisch grommend begroeten. De Groenlandse kant van de familie spreekt dezelfde berentaal, maar met een uitspraak die te wensen overlaat.
Het staat in schril contrast met hun status binnen de berenfamilie en hun imago bij de mensheid, maar ik ken geen ijsbeer met een slecht hart. En laat dat nu net zijn waar de Brombeer niet tegen kan. In heel Groenland is er geen exemplaar te vinden die wat kritisch of sarcastisch uit de hoek kan komen en van al die zachtheid en hoffelijkheid wordt ondergetekende nogal snel misselijk en weemoedig.
Het zou dan ook niet lang duren – dacht ik – of ik zou heimwee krijgen naar de bitse dwarsvergaderingen, waar er tenminste op elkaar gevloekt kan worden en waar van je afbijten en anderen kleineren de strikte norm is. Dat bleek echter niet waar te zijn, want onmiskenbaar zag ik een traan in de ooghoek van Sven bevriezen.
Ijsberen zijn hoffelijk en, ja, ze zijn steeds vriendelijk, maar je zal ze zelden betrappen op het laten rollen van een traan. Ik wist dan ook onmiddellijk dat er iets niet pluis was en dat mijn kort, maar onontkoombaar bezoek zou uitmonden in een iets langer en grootser avontuur. Wat Sven me toegromde ... Het kromde m’n klauwen en zette m’n haren nog rechter overeind.
Wat voor treurig nieuws Sven precies had? Dat kom je te weten in episode 2.
- Log in to post comments