Als de Rode Duivels weer eens te traag en te ongeïnspireerd voetballen en de analisten van de herenteams zichzelf na de wedstrijd verliezen in nodeloos complex jargon, kan de lamgelulde voetballiefhebber zich sinds anderhalf jaar optrekken aan de frisse verschijning van Imke Courtois (28). Met een broodnodige feminine touch brengt ze haar mannelijke collega’s bij wijlen in verlegenheid door met een rake, bescheiden analyse het spelletje opnieuw tot de essentie te herleiden. De soberheid van haar analyses getuigt bovendien van een onvervalst voetbalverstand waar ze zich ook als speelster van bedient. Want niet alleen rond de tafel van Karl Vannieuwkerke is ze een vaste gast, ook bij de Red Flames is ze ondertussen al een eeuwigheid titularis. In september plaatste onze nationale damesvoetbalploeg zich voor het Europees kampioenschap – het wordt hun eerste grote toernooi.
We spreken af in een café in Leuven, waar Imke aan haar doctoraat werkt. Wanneer we een tafeltje bemachtigd hebben, bestelt Imke prompt een spaghetti bolognaise. “Ik heb reuzehonger!” Deze redacteur neemt genoegen met een pintje. Op dat moment fietst een man voorbij die met indringende blik door het raam naar binnen kijkt. “Shit, was dat nu mijn promotor?”, roept Imke uit. “Waarom moet die nu ook net naar binnen kijken … Die zal zich wel afvragen wat ik om twee uur ’s middags op café doe met een pint voor mijn neus. Bedankt, hè!", schertst ze terwijl ze naar mijn glas bier gebaart.
Stond het in de sterren geschreven dat je een academische carrière zou najagen?
Niet echt, al merkte ik tijdens mijn opleiding kine aan de KU Leuven wel dat ik een zekere academische knobbel heb, een onderzoeksgerichte mindset zeg maar. Ik haalde een negentien voor mijn masterscriptie en studeerde af met grote onderscheiding. In het middelbaar heb ik Humane Wetenschappen gedaan. Niet omdat dat de gemakkelijkste ASO-richting was, maar omdat dat over de mens ging. Dat heeft me altijd geïnteresseerd. Een richting waarin je psychologie, filosofie en wetenschap kon combineren? Cool! Daarna heb ik in Hasselt drie jaar ergotherapie gevolgd. Ik wist niet goed wat ik wou gaan studeren, maar ik wist wel dat ik iets creatiefs wou doen én iets met mensen. Het was een opleiding waar ik mij enorm in kon uitleven, ik heb daar vanalles en nog wat gedaan: pottenbakken, breien, …
Toch had ik daarna het gevoel dat ik op intellectueel vlak nog niet genoeg was uitgedaagd. Ik ben kinesitherapie gaan studeren in Leuven en ben ondertussen bij een doctoraat aanbeland dat zich eigenlijk meer in de psychologie situeert. Ik onderzoek hoe ademhaling de pijnbeleving beïnvloedt. Bestaat er effectief een verband en zo ja, op welke manier dan? Ik hou van de twijfel die bij onderzoek komt kijken en tegelijk haat ik het ook. Toch zou ik mijn doctoraat nooit opgeven, ook niet voor fulltime professioneel voetbal. Daarvoor doe ik veel te graag onderzoek. Ik ben een denkertje, laat mij maar denken.
Nog niet zo lang geleden stonden bij wedstrijden van de Red Flames enkel maar ouders en kennissen langs de zijlijn.
Hoe ben je begonnen met voetbal?
Mijn vader was voetballer, maar dat heb ik nooit bewust meegemaakt. Toch was ik van jongs af aan spontaan aangetrokken tot een voetbal. Op de speelplaats voetbalde ik altijd al met de jongens mee. Ik deed destijds ballet maar ik merkte al snel dat ik veel meer plezier beleefde aan het voetballen. Daar ging het minder om beheersing dan bij ballet en had je meer vrijheid om creatief te zijn. Ik ben altijd een onstuimig kind geweest: ik heb twee keer dreads gehad en ik was een skater.
Toen ze thuis merkten dat ik graag voetbalde, stelde mijn moeder voor om me in te schrijven in een club en zo is het begonnen. Als jeugdspeler stond ik vaak op de flank en wat later ben ik bij Wezemaal veel op de zes en de acht gaan spelen omdat ik veel loopvermogen had en van mijn snelheid gebruik kon maken om doorgebroken spelers terug te halen.
Ik ben pas echt centraal in de verdediging gaan spelen toen iemand doorgeschoven moest worden van de U17 naar de U19. Ik werd toen centraal achterin gezet en sindsdien is dat nooit veranderd. In het begin had ik daar veel moeite mee. Balletje onderscheppen, inleveren en dan toekijken hoe je ploeggenoten de rest doen … Op die manier duren negentig minuten wel lang, terwijl ik eigenlijk iemand was die altijd veel ballen wou raken. Maar nu kan ik echt genieten van die positie, me nuttig voelen ook. Zeker als we moeilijkere wedstrijden spelen.
vanaf de zijlijn
Hoe ben je in het analistenwereldje terechtgekomen?
In maart 2015 kwam Geert De Vlieger langs bij de Red Flames om een aantal spelers te interviewen voor zijn programma Hoogvliegers en ik zat daar toen ook bij. Blijkbaar moet ik een goede indruk hebben gemaakt want even later kreeg ik een telefoontje of ik niet geïnteresseerd was om mee over voetbal te komen praten op tv. Ik heb er eigenlijk nooit bij stilgestaan dat het bijzonder was dat ik een vrouw was. De andere analisten maakten daar ook nooit een zaak van.
Of ik ben geschrokken van sommige negatieve reacties? Niet echt, ik weet hoe het er aan toe gaat op sociale media zoals Twitter. Ik heb mijn account dan ook verwijderd toen ik als analist aan het EK begon, ik hoef niet alles te weten wat men over mij schrijft. Als je in iets de eerste bent, zullen er altijd reacties zijn. Dat heeft ook niet per se met seksisme te maken, denk ik. Ik heb wel het geluk om in een geroutineerde groep terecht te zijn gekomen. De chemie zit goed en ik voel me op mijn gemak bij de andere analisten. Jan Mulder is een echte woordkunstenaar en iemand als Geert De Vlieger kan altijd terugvallen op zijn uitgebreide kennis en ervaring als speler. Karl Vannieuwkerke is bovendien echt een goede moderator die van mij weet dat ik niet vaak zelf ergens op zal inpikken, dus die laat me aan het woord wanneer het nodig is.
Ik heb natuurlijk niet zo veel feitenkennis als de anderen. Ik heb dan ook altijd veel liever zelf voetbal gespeeld dan dat ik ernaar keek op tv. Het eerste grote voetbaltoernooi dat ik echt actief gevolgd heb, was het afgelopen EK en dan meteen als analist! Ik moet echt studeren om alle namen van die spelers uit het buitenland te kennen, hun statistieken, hun verleden enzovoort. En daar heb ik nu geen tijd voor. Daarom doe ik liever mijn ding tijdens de rust en na de match, dan is het echt gewoon een wedstrijd bekijken en analyseren. Daar heb je enkel inzicht in het spelletje voor nodig.
Ik ben altijd een onstuimig kind geweest, ik had vroeger dreads en ik was een skater.
Onlangs hebben Club Brugge en Sint-Truiden hun vrouwenploegen op het hoogste niveau opgedoekt. Gaat het slecht met het Belgisch vrouwenvoetbal?
De BeNeliga – die ondertussen al niet meer bestaat – was een enorme sprong vooruit voor het vrouwenvoetbal. Er was meer media-aandacht en het niveau lag hoger. Belgische en Nederlandse ploegen konden bovendien veel van elkaar leren. Maar blijkbaar waren de Nederlandse clubs niet meteen fan en vonden enkele van hen dat de Belgische teams het niveau omlaag haalden. Gek, aangezien wij met Standard in drie jaar BeNeliga twee keer tweede werden en vorig jaar nog kampioen speelden.
Het is wel zo dat er de eerste jaren een kloof bestond tussen Standard en de Nederlandse ploegen enerzijds en de rest van de Belgische ploegen anderzijds, maar dat was het laatste jaar al niet meer het geval. Na de BeNeliga is men op zoek gegaan naar een nieuwe formule voor de Belgische teams die toch aantrekkelijk kon zijn, maar dat is niet helemaal gelukt. Veel clubs kwamen in financiële problemen en sommige besloten er zelfs mee te stoppen.
Aan de andere kant zitten we natuurlijk wel met een erg getalenteerde lichting voetbalsters die ook mooie transfers maken naar prestigieuze clubs in het buitenland, maar dat vind ik toch wel dubbel. Het is niet goed voor het niveau van onze competitie dat alle jonge getalenteerde speelsters naar het buitenland trekken. En uiteindelijk is het toch het beste als die meisjes zich kunnen ontwikkelen in hun eigen land, dichter bij huis.
minderheid
Wat zijn de ambities voor op het EK?
De kwalificatie was in principe al een doel op zich, maar we mogen niet in de val trappen om daarom verzadigd aan het toernooi te beginnen. De boodschap is om nu niet te verslappen, maar de ballen te hebben om ook iets te willen neerzetten op het EK. Toch mogen we niet vergeten dat het de eerste keer is dat we op een EK staan en dus tegen teams zullen spelen met veel meer ervaring. Ik denk dat we tevreden mogen zijn als we voorbij de poulefase geraken.
Een tijdje geleden riep de bondscoach van de Red Flames, Ives Serneels, de Rode Duivels op om een deel van hun loon af te staan aan andere takken van de Koninklijke Belgische Voetbalbond. Wat vind jij van zo’n initiatief?
Ik vind het een goed idee, maar zie het niet meteen gebeuren. Met het loon dat één Rode Duivel op een jaar tijd bij de nationale ploeg verdient, kunnen wij met de Red Flames een jaar lang goed werken.
Ze beseffen soms niet hoeveel offers ze van ons vragen. Ik voetbal niet om het geld – ik doe het omdat ik het graag doe – maar het is toch jammer om inspanningen en offers niet beloond te zien. Als we met de nationale ploeg een week op stage moeten om belangrijke wedstrijden voor te bereiden, dan moet ik daar als doctoraatsstudent een beursonderbreking voor aanvragen. Dat kan me al snel iets.
Kan je kwaad worden om die gigantische loonkloof tussen mannen- en vrouwenvoetbal?
Ik ga er ’s nachts niet van wakker liggen, nee. Die mannen hebben er ook niet allemaal om gevraagd om zo veel te verdienen. Dat heeft ook te maken met dingen zoals beeldrechten. Bovendien zijn er heel wat andere sporten die veel minder middelen krijgen en nog meer in de anonimiteit leven dan vrouwenvoetbal. Denk maar aan G-voetbal en de Belgian Deaf Devils, de nationale voetbalploeg voor slechthorenden.
We moeten deze bevoorrechte positie gebruiken om ook andere minderheden in het voetbal te helpen.
Ben je dan niet geïnteresseerd om die strijd aan te gaan?
Jawel, de onderhandelingen met de bond voor een gelijkere verdeling van de lonen zijn natuurlijk al veel langer bezig dan vandaag. Met de recente toename in media-aandacht kunnen we die problematiek bij een groter publiek onder de aandacht brengen. Ik vind daarom dat we deze bevoorrechte positie moeten gebruiken om ook andere minderheden in het voetbal te helpen. Onze G-voetballers, de Belgian Deaf Devils en de Belgian Homeless Devils verdienen meer aandacht en meer middelen. Ik ben onlangs naar de Homeless Cup gaan kijken en werd daar zo gelukkig van. Het plezier dat zij uitstralen, daar moet het uiteindelijk ook echt om gaan in voetbal vind ik. Dat wij niet zo veel verdienen als een Mertens of een Kompany, dat is minder belangrijk.
Je collega-Red Flame Tessa Wullaert stelde onlangs nog het gebrek aan media-aandacht voor vrouwenvoetbal aan de kaak toen in het voetbalpraatprogramma Extra Time jullie kwalificatie voor het EK bij de rubriek ‘hier hebben we het vandaag niet over gehad’ vermeld werd.
Ik begrijp haar reactie wel, maar ben zelf niet zo'n fan van Twitter. Ik draai nu ook al twintig jaar mee in het vrouwenvoetbal en weet vanwaar we komen. De accommodaties waarin wij vroeger moesten spelen … Daar durfde je je gewoonweg niet te gaan douchen! Het algemene niveau van het Belgische vrouwenvoetbal lag tien jaar geleden ook veel lager. Ik bekeek onlangs nog eens een dvd-opname van een Champions Leaguewedstrijd die we tien jaar geleden met Tienen speelden in Macedonië. Dat niveauverschil, man! Ik kon toen precies niet voetballen, alles was zo traag, houterig en stuntelig. En wat belangstelling betreft, was je toen al content als iemand je na afloop van de match in de kantine op een cola trakteerde omdat je goed gespeeld had. Nog niet zo lang geleden stonden bij wedstrijden van de Red Flames enkel ouders en kennissen langs de zijlijn. Nu waren er in Leuven zevenduizend toeschouwers komen kijken voor onze laatste kwalificatiematchen. Dat is al een enorme verbetering en daar mogen we dankbaar voor zijn!
- Log in to post comments