Ze werken en dat werkt

Studentenvertegenwoordigers
01/06/2004

In vorige edities heb ik meermaals de laksheid van studenten gehekeld, en me kwaad gemaakt in de onverschillige houding ten aanzien van universiteit en medestudenten. Studenten zijn van te weinig op de hoogte omdat ze van te weinig op de hoogte willen zijn, zoiets. Vandaag is een mooie meidag en tijd om met die traditie te breken. Er bestaan nog studenten, sire, en wat voor. Studentenvertegenwoordigers heten we hen vandaag, en ze zouden als bedreigde diersoort erkend moeten worden.

Een voorbeeld om te verduidelijken. Vorige maand raakte bekend dat de rechtsfaculteit maar achttien van de ruim vijftig beschikbare Erasmusplaatsen voor de derde licentie zou invullen. Te weinig interesse, zo bleek. Amper twintig inschrijvingen. Maar twintig is nog steeds tien meer dan tien. Wat was er dan van die studenten geworden? De rechtsfaculteit hanteerde blijkbaar een selectiedrempel, gebaseerd op academische resultaten uit de voorgaande jaren, en die tien studenten haalde deze drempel niet. Gevolg: geen Erasmus voor hen.

 

Een rondvraag door studentenvertegenwoordigster Barbara Janssens, en Jorgen Van Laer, één van de benadeelden, leerde echter dat de rechtsfaculteit daarmee een vreemde gans bleek binnen de UA. In geen enkele andere faculteit werd op die manier geredeneerd (het bleek overigens dat eigenlijk evenveel selectieprocedures bestonden als faculteiten), overal konden studenten vertrekken als er voldoende beschikbare plaatsen zijn. “Op termijn moet iedereen een buitenlandse studie-ervaring gehad kunnen hebben”, is doorgaans het credo aan de UA. Niet dus wanneer je rechten studeert. Resultaat van die rondvraag was een extra vergadering en een nieuw agendapunt op de volgende faculteitsraad: de oude regel moest herbekeken worden om situaties als deze te vermijden. Resultaat van die stemming: een versoepeling van de norm, en een individueel gesprek met de kandidaten die de drempel dan nog niet halen, om te peilen naar de slaagkansen in het buitenland.

 

De eindbalans is dus overduidelijk positief, en wel om twee redenen. Tien studenten krijgen een nieuwe kans om zich Europa in te werken, en de studentenvertegenwoordigers blijken wel degelijk een impact te hebben op het beleid.