Wie betaalt het gelag?

de UA en haar studentenclubs
01/02/2004
🖋: 
Auteur extern
Kris Cox (VUAS)

Vele studenten van de UA zijn lid van één of meerdere studentenclubs. Deze studentenclubs vormen een belangrijke factor in het socio-culturele element dat de UA haar studenten wil bijbrengen. Met deze bijdrage willen wij wat meer inzicht verschaffen in de verhoudingen tussen de UA en haar studentenclubs.

Binnen de eengemaakte UA bestaan verschillende departementen. Het voor de studentenclubs belangrijkste departement is dat van de Studentgerichte Diensten met aan het hoofd Bruno De Loght. Dit departement houdt zich bezig met zowat alle sociale aspecten die de studenten aanbelangen. Zo zijn er de studentenhuisvesting, de studentenrestaurants, en dus ook de studentenclubs.

 

Autonomie

De UA heeft ervoor gekozen de studentenclubs in een zo groot mogelijke autonomie te laten werken. Daartoe wordt een kader aangeboden waarbinnen de studentenclubs zelf hun regels en financiering kunnen bepalen. Onder meer omdat dit, met de veelheid aan studentenclubs die de UA rijk is, niet zo eenvoudig is, werd VUAS opgericht.
Eén van de belangrijkere taken die VUAS toebedeeld heeft gekregen, is inderdaad zorgen voor een eenvormige regeling van de erkenning en financiering van de studentenclubs. VUAS doet dit uiteraard niet autonoom, maar in nauw overleg met het Departement Studentgerichte Diensten en met alle studentenclubs. Eén en ander ziet er, zonder al te veel in details te willen treden, als volgt uit. Waar er vroeger, verspreid over de drie Antwerpse universiteiten, verschillende regelingen waren betreffende de erkenning en financiering van de studentenclubs, zijn deze nu voor de gehele UA eenvormig gemaakt.

 

Kringraad

Vooreerst bestaan er twee zogenaamde kringraden. Eén waarin de op de Stadscampus actieve en erkende clubs vertegenwoordigd zijn en één waarin de op de twee buitencampussen actieve en erkende clubs zetelen. Deze kringraden worden geleid door de koepelverenigingen (Unifac voor de Stadscampus, ASK-Stuwer voor de Middelheim Campus en Stuwer-ASK voor de Campus Drie Eiken).
In de kringraden worden allerlei praktische zaken aangekaart die alle studentenclubs aanbelangen en wordt een ideaal platform gecreëerd voor vruchtbaar overleg tussen de clubs onderling. De kringraden staan ook in voor de erkenning en goedkeuring van de financiering van de erkende studentenclubs. Nu, vooraleer iedereen zijn eigen clubje opricht om plaats te nemen in zo’n kringraad en aldus denkt recht te hebben op financiering door de UA, zo eenvoudig is het niet. Eerst en vooral moet een club toegelaten worden tot de betreffende kringraad en dit door de kringraad zelf. Hiertoe dient een club gedurende een bepaalde periode duidelijk gemaakt te hebben dat het haar menens is en dat ze ook werkelijk actief is ten voordele van de studenten. Eens toegelaten tot de kringraad kan de club na een tijdje aanspraak maken op een deel van het voorziene financieringsbudget.

 

Geld?

Dat budget wordt door de UA toevertrouwd aan VUAS, dat op haar beurt een regeling opstelt om het ter beschikking gestelde geld zo rechtvaardig mogelijk te verdelen over de erkende clubs. Zo wordt er een onderscheid gemaakt tussen faculteitsclubs (Wikings, Sofia, Aesculapia,…), regionale clubs (Andoverpia, Klauwaerts,…) en andere verenigingen (ESN, Abundantia, Campinaria,…). Waar de regionale en andere clubs elk recht hebben op eenzelfde vast bedrag, kunnen de faculteitsclubs aanspraak maken op een vast bedrag vermeerderd met een bedrag per student binnen haar faculteit. Ook de drie koepelverenigingen worden op deze laatste manier gesubsidieerd. Tot slot wordt een bedrag voorzien voor de eigen werking van VUAS. Het Departement Studentgerichte Diensten volgt al deze regelingen op en legt ze vast in overleg met de clubs binnen de kringraden.
Nu moet je uiteraard niet denken dat de UA astronomische bedragen voorziet om de TD’s, cantussen,… van haar studentenclubs te financieren. Ten eerste gaat het weliswaar om een aanzienlijk totaalbedrag, maar eens verdeeld over alle clubs blijkt het bedrag dat elke club krijgt best wel beperkt. Ten tweede moeten de clubs verantwoording afleggen voor hetgeen ze doen met het hen ter beschikking gestelde bedrag. Zo mag het bijvoorbeeld niet gebruikt worden voor de betaling van de vaten voor een cantus of de lichtinstallatie voor een galabal, wel bijvoorbeeld voor drukwerk (de studentenbladen). Bovendien moet elke club facturen binnenleveren ter verantwoording van de bestede bedragen.
Zoals je kan zien, is de UA een studentenclubvriendelijke universiteit. Zo hoort het ook. De clubs en hun leden vormen in al hun verscheidenheid immers mee het kloppend hart van deze jonge universiteit.

 

 

Kris Cox,
Secretaris VUAS 2003-2004

 

Namens het VUAS-praesidium: Carla Clé, Michael Verdonck, Jurgen Schelfaut, Giovianni Gijsels, Maaike van Overloop en Kris Cox.