In de rubriek ‘de Antwerpenaar’ laten we je kennismaken met een Antwerpenaar die inspireert, intrigeert of amuseert. Iemand met een interessante visie en een hart dat klopt voor ‘t Stad. Toon Craen is sinds een paar jaar eigenaar van koffiebar Broer Bretel op ’t Eilandje. Deze bar werd getipt door de New York Times als te bezoeken Antwerpse hotspot.
In de Nassaustraat op 't Eilandje, vlakbij het water, vind je een goede locatie om even een break te nemen. Wanneer we aankomen zit Toon buiten op een bankje voor de deur. De joviale barista gaat ons voor naar binnen en maakt – uiteraard – koffie voor ons. Het interieur is retro, met bijpassende vintage meubelen. Aan de ingang hangt een frame met allerlei polaroids van vaste klanten: “die willen hun foto op de wall of fame. Als klanten hier een paar keer komen, dan vragen ze zelf om een foto. Ze zijn er trots op om hier te hangen. Mensen kijken er tijdens het wachten naar en het brengt wat kleur.”
en Zonen
In februari 2011 startte Toon zijn bar. Daarvoor volgde hij de studies Marketing en Hotelmanagement. Over deze combinatie deed hij 5 jaar. “Het was altijd al de bedoeling zelf iets te beginnen. Aanvankelijk was een sterrenrestaurant de grote droom.” Na in vele keukens gewerkt te hebben, bedacht Toon dat koffie ook veel mogelijkheden biedt en dat je daarmee veel meer contact met klanten hebt.
“Je stopt er heel veel liefde in en je krijgt er veel waardering voor terug. Je krijgt rechtstreeks complimenten aan de bar.” Ondanks zijn 25-jarige leeftijd destijds, bleek het zakelijke gedeelte ook niet zo moeilijk: “Een koffiebar als deze vraagt niet veel kapitaal. Ik heb een lening gevraagd bij mijn ouders. Die vonden zelf ook dat ik niet moest gaan werken voor een baas. Ik ben de meest eigenwijze van hun vier zonen. De naam Broer Bretel slaat eigenlijk op een familietraditie. Op onze verjaardag kregen we grootvaders bretels aan en waren we de koning van de dag. De broer die dan jarig was, was 'broer bretel'.”
Toon heeft heel bewust zijn zaak geopend op ’t Eilandje: “Een paar jaar geleden was hier nog niet veel gebouwd. Het MAS en Red Star Line museum waren er toen nog niet, maar het was wel duidelijk dat ze er zouden komen. Ook zou er een tram komen.” Toon waagde het erop dat de interesse voor ’t Eilandje zou groeien, dat het een goede markt zou worden. Over de ontwikkeling van de buurt bleek hij gelijk te hebben. “Er waren hier sowieso toen ook weinig koffiebars, toen ik hier begon was ik de enige. Zo’n wijk heeft een heel sterk sociaal aspect. Er komen hier managers, werklieden uit de buurt, studenten, toeristen: het is een smeltkroes.”
sipping an apple-fennel-and-parsley iced tea
De New York Times geeft Toon gelijk wat de buurt betreft. De krant schrijft: “Getransformeerd van een sombere en troosteloze wijk met dokken en pakhuizen, naar een aantrekkelijke buurt met vele kleine winkels en bars.” De krant raadt mensen vervolgens aan Toons iced tea te proeven als ze in Antwerpen zijn. Toon hoorde van deze aanbeveling via mensen die de New York Times volgen op sociale media. “Ik was daar erg gelukkig mee. De betreffende iced tea heeft een eigenzinnige smaak, met appel, venkelpollen en peterselie. Ze is meer uitgesproken en veel frisser dan gewone iced teas. Daarmee probeert Toon zich te onderscheiden van andere koffiebars. De bar en de iced tea zijn daardoor populair geworden onder toeristen, hoewel de Amerikanen de deur nog niet plat lopen. Verder wordt hij ook veel vermeld in plaatselijke kranten. “Mensen die naar 't Eilandje komen onthouden dat ze hier naartoe willen. Die vragen dan doelbewust naar de iced tea."
Wanneer we vragen naar zijn toekomstvisie, meldt hij nog wat plannen aan het uitwerken is: “We zijn 7 dagen op 7 open. We willen volgend jaar al om 8 uur openen. Dan werk ik zelf niet meer ’s middags en heb ik tijd om wat andere dingen te doen. Ik heb daarbij hulp van mijn broers. In de ochtend gaan we een granola serveren, ’s middags een tramezzino. Dat is een Italiaanse belegde boterham. Ik merkte dat toch veel mensen 's middags een boterham bij hun koffie willen eten.” Zijn vaste clientèle waardeert zijn geïnteresseerde houding en het praatje dat hij met ze maakt. Hij ziet zijn vaste klanten dagelijks en weet dan ook wat ze drinken. Hij heeft een goede band met ze: “Als ik vijf minuten later open ben ’s ochtends dan spreken ze mij daarop aan. Zij willen vlak voor hun werk een koffie meenemen en daar rekenen ze op.” Antwerpenaren drinken het liefst pure cappuccino's: espresso met een figuur in gestoomde melk. Een koekje – het liefst een speculaasje – mag niet ontbreken, want dat wordt niet gepikt. “Zelf drink ik het liefst zwarte koffie. ’s Ochtends een Spaanse espresso met een beetje melk. Rond de middag stop ik met koffie drinken, anders kan ik niet slapen.”
toontje hoger
We blijven even hangen om na onze koffie en thee nog wat anders te proeven. De warme chocolademelk Black Momma, espresso, verse muntthee en de beroemde iced tea zullen ons doen terugkeren. De klanten druppelen binnen en ze kennen Toon inderdaad goed: “Je weet dat het altijd een ristretto is, hè?”