Vandaag is het de dag van het internationaal verzet tegen armoede en sociale uitsluiting. Niet toevallig nét die dag bevind ik me in de Lange Gasthuisstraat. Het is hier dat zich het thuis bevindt van de sociaal bewogen groep Tutti Fratelli. De meest kleurrijke figuren vormen hier één bonte verzameling artiesten geleid door de strakke, maar warme hand van Reinhilde Decleir. Het is wellicht de meest eigenzinnige ontmoetingsplek voor sociaal kwetsbaren. De pientere dwarslezer roept nu enigszins geïrriteerd "repost!", omdat dit concept onlangs de cover van dwars sierde. U heeft een punt, al ligt de focus vandaag elders.
Wir haben es gewusst
Wanneer ik het toneelhuis nader hoor ik gezangen over de straatstenen sijpelen. Het zijn klaagzangen, afkomstig van de Fratelli’s, die in elke opening die het huis kan creëren staan opgesteld. De ene lyrische aanklacht van onze maatschappelijke blindheid voor het leed in eigen straat wisselt de andere af. Vanavond vindt het festival Spiegels van de ziel plaats en dit openluchtlamento is hier de intro van. Het thema van het festival is discriminatie en sociale uitsluiting. Door de huidige vluchtelingencrisis is dat actueler dan ooit. De media tonen echter vaak het extern gelegen lijden. Vanavond richten de Fratelli’s de blik intern, naar het lijden in eigen straat. Dit aan de hand van kortfilms gemaakt door twee studenten film aan het RITS en vier studenten journalistiek van AP. Een filmfestival dus. De films tonen allemaal portretten en taferelen die perfect passen in het thema van de avond. Het festival wordt tevens begeleid door vier zogeheten poetry slammers. Alvorens het filmfestival van start gaat, verschijnt Reinhilde Decleir op de eerste verdieping. Gewapend met boek en micro leest zij vurig voor: “Ik schrijf dit voor de vrouw die bedelt op de stoep voor mijn supermarkt, ik schrijf het voor haar soortgenoten, zij die zichtbaar zijn, zij die onzichtbaar zijn. En ik schrijf het voor de velen die niet tot op de stoep voor onze supermarkten geraakt zijn, omdat ze ergens opgezwollen liggen te rotten en te gisten op een strand, tot een lijkzak hen aan het zicht van de pers onttrekt." Een fragment van de messcherpe woorden van Wir haben es gewusst van Dimitri Verhulst. Erna werd het publiek uitgenodigd binnen te komen.
De sfeer was gelaten, mensen, mezelf inclusief, zaten wat verveeld met dit vlijmscherpe pamflet. Een leuk avondje hersendood tv-kijken, zo werd duidelijk, zou meer een keihard aankaarten van de bittere realiteit rondom ons kunnen worden. We slikken collectief de krop in onze keel door en zetten ons. De poetry slammers steken van wal. De ene spreekt, de andere rapt, allen zijn dichters. De boodschap is unaniem. Discriminatie en armoede, zijn er hier en nu en worden dagelijks ondervonden. Al wordt er humoristisch met de woorden gespeeld, het voelt aan als een duidelijke boodschap van revolutie. De samenleving blijft bekrompen en dit blijft ontkend.
kortfilms zonder schroom
Na de poëzie is het tijd voor film. Malaïka van Anthony Nti mag de spits afbijten. De film toont Malaïka en haar vrienden. Hoe zij een dag doorbrengen in Antwerpen, hoe ze praten, wat ze denken. "Mijn eigen roots liggen in Ghana en ik woon in Antwerpen", vertelt Nti. Hij speelde al lang met de plannen voor een dergelijke film, maar vond geen goede titel voor zijn prent. Die kwam pas toen hij het liedje
Zijn tweede film heet BOI: ‘vecht’. Een waar meesterwerk, over twee Bulgaarse Romabroers die hele dagen bouwwerven afschuimen op zoek naar waardeloos schraapsel in ruil voor een hongerloon. "Voor BOI had ik eigenlijk een soort van scenario geschreven," geeft Nti grif toe, "omdat ik niet genoeg tijd had om aan research te doen. Wel ben ik naar de Gentse Romagemeenschap getrokken, waar ik al voetballend twee jongens heb leren kennen. Vervolgens heb ik mijn scenario aan hen aangepast en zo is BOI ontstaan."
Stijn Coninx, de vier AP-studenten en Anthony Nti
De derde film is van Hyun Loories en toont het leven tussen de 5 blokken: een portret van jonge gekleurde kinderen en hoe ze met elkaar omgaan. Zijn tweede vertoonde film is het portret van een oudere broer die alles doet om zijn jongere broer te beschermen. Zelfs als dit betekent dat hij hem nooit meer terug zal zien. Tot slot maakten vier AP-studenten een portret van Spirit, één van de Fratelli’s zelf, over hoe hij kindsoldaat geweest is in Angola, is moeten vluchten en sindsdien zijn ouders niet meer gezien heeft. Ze tonen hoe hij zichzelf heeft moeten opvoeden. Hij blijkt ondanks alles één en al liefde. Hij was alleen, maar hij vond Tutti Fratelli en zij vonden hem. Een beeld van een ongelooflijke band.
De films van deze jonge artiesten zijn ontzettend indrukwekkend. Ze zijn ook zo verdraaid professioneel. Met amper ervaring of materiaal produceren ze zulke meesterwerken. Het is enigszins gênant om te beseffen. Om een equivalent te scheppen zou een tweedejaarsstudent Fysica in staat moeten zijn energie op te wekken uit een curryworst om daarmee Doel en Tihange te vervangen.
Na afloop bleek het grootste applaus dat van Reinhilde naar het publiek toe. Want er kwam volk en het onderwerp leeft dus wel degelijk. Discriminatie; het is onnodig u te duiden dat de wereld ervan vol is. Maar onze blik ligt te ruim. In onze eigen straten ondervinden dagelijks te veel mensen deze ellende. En al schenken we gaarne geld aan verre doelen, zeker als we met een selfie dabei op sociale netwerken kunnen tonen dat we van goede wil zijn, we vermijden de bedelaar aan onze supermarkt met een wijde boog wanneer we met twee volle tassen passeren. Stof tot nadenken.