Schotse rock, Amerikaanse pulp en Braziliaans metaal onder de loep

Voor u beluisterd
23/10/2005

Franz Ferdinand – You Could Have It So Much Better

Dit Schotse kwartet zou een prijs kunnen winnen voor meest sympathieke imago van de laatste jaren: de ideale schoonzoons in leuke pakjes met net dat nodige tikkeltje rebelsheid. Hun nieuwe album opent met de meesterlijke riff van The Fallen dat zich ontpopt tot een sterk nummer, hoewel de overvloedige zanglijnen het bijna de dieperik insleuren. Het energieke Evil and a Heathen is Simon and Garfunkel op een Green Day-begeleiding en I'm Your Villain is een goed onderbouwd, evenwichtig powerpoplied. Als de jongens de piano bovenhalen, klinken ze het best: ballads als Walk Away of Fade Together tonen een groep die de melodie op de juiste plaats zet. Deze band balanceert op een dunne lijn, die meestal catchy en opzwepend klinkt met stevige eighties-synths. Soms is het echter nogal druk en opgefokt en het steeds krek hetzelfde strakke-beat-patroontje wordt slechts tweemaal doorbroken: bij de welkome ritmeveranderingen in Well That Was Easy en in de enorm lekkere groove van Outsiders. Dit laatste nummer bevat eveneens een smakelijke sferische coda die jammer genoeg niet uitgewerkt wordt. Franz Ferdinand is een goed klinkende rockgroep maar de hele hype is lichtjes overdreven: veel meer dan veredelde, disco-getinte postpunk is het dikwijls niet.

 

Nickelback – All the Right Reasons

Wie van clichématige en uitgezogen rockbands houdt kan steeds bij Nickelback terecht. Op hun vierde album probeert deze groep weer een rauwe Bon Jovi te zijn, maar hoewel ze met hun commerciële sound en simpelweg walgelijke teksten af en toe in de buurt komen, kunnen ze toch geen vergelijkbare songs verwekken. Oliegladde producertrucjes en platte gitaarsounds troef. Als je melige nummers als Far Away of If Everyone Cared (de titels alleen al) kan verdragen, moét je wel Bryan Adams heten. Gelukkig is nieuweling Daniel Adair een opvallend stevige ketelmepper die de hardheid van Nickelback steevast de hoogte in jaagt, iets waar niet om gerouwd hoeft te worden. Follow You Home en Animals zijn zelfs best aan te horen met hun occasionele metalpassages. En het is ‘m gegund: Chad Kroeger heeft een klok van een stem, maar wie komt er op het idee al die voorbijgestreefde zangeffectjes te gebruiken? Het aan de jammerlijk vermoorde Pantera-gitarist Dimebag Darrell opgedragen Side of a Bullet is het hoogtepunt van het album, enkel omdat er een magnifieke solo van wijlen Darrell opstaat die meteen heel Nickelbacks droomimago van tafel veegt. De harde nummers zijn redelijk, maar de leeghoofdige ballads zijn nog steeds een zoveelste recyclage van de transparante opper-rothit, met als dieptepunt de ridicule, door en door Amerikaanse karikatuur Rockstar. Horen is geloven.

 

Soulfly – Dark Ages

Na het experimentele album Roots, waarop thrash-iconen Sepultura de brug sloegen tussen metal en traditionele Braziliaanse volksmuziek, wilde zanger Max Cavalera deze richting verder uitdiepen. De andere groepsleden zetten liever een stapje terug, zochten een nieuwe zanger en zaten na twee albums al tijdelijk zonder platencontract. Cavalera daarentegen is ondertussen rustig aan zijn vijfde Soulfly-hoofdstuk toe en de wereldmuziekinvloeden worden steeds duidelijker. Zijne Gedreadlocktheid is nog altijd een opgefokte en niet bepaald poëtische brulboei, maar als je daar in uitblinkt, waarom zou je de zaak dan anders aanpakken? Hoewel de intro van zijn nieuweling relatief overbodig is, zit het vanaf opener Babylon meteen goed. Waar krakers als Frontlines en de geweldige single Carved Inside alle muren slopen, brengen epische tracks als Stay Strong en het instrumentale Soulfly V een ingetogen exotische sfeer naar boven. Intermezzo Molotov is een rampestamper waar The Ramones jaloers op zouden zijn, Riotstarter bevat een echo van het oudere Tribe en in (The) March komt er zelfs een synthbeat naar voren. Alle gitaarpartijen zijn bedachtzaam uitgewerkt, de percussie perfect strak en Max's afwisselende stem scheurt als vanouds. Soulfly's sterkste en meest gevarieerde album dat met zijn 65 minuten toch net iets te lang duurt.