Roken met keelpijn

Literair bis
24/01/2007

“Kasper, het een of het ander, maar dit is idioot.”

Hij glimlachte naar haar terwijl hij, een aangestoken sigaret tussen de vingers, een keelpastille in zijn mond stak. Maar ze was niet zo makkelijk vertederd als anders. Kasper vermoedde dat haar licht verstoorde hormonenspiegel er wel voor iets tussen zat. Onverbiddelijk pakte ze de sigaret uit zijn hand en duwde die uit in de asbak.

“Maar Samantha, je hebt altijd gezegd dat...” begon hij misnoegd.

“Ik heb altijd gezegd dat je voor mij niet moest stoppen, maar we zijn niet meer enkel met z’n tweeën. Ik ben zwanger, Kasper. Weet je nog?” (zie ‘Literair’ in dwars 36)

“Hoe zou ik het kunnen vergeten?” vroeg hij duister.

“Liefje, wat is er toch mis? Ik weet dat je kinderen wou.”

“Los van het feit dat ik ons nog wat jong vind?”

Sam veinsde haar verbazing iets te theatraal naar zijn smaak. “Jij?! Jij vindt jezelf te jong?! Waar zullen we dat opschrijven?”

“Ha. Ha.” Drier than a bucket of sand. “Ik hou van jou, Sam.” Hij zag er gepijnigd uit. “Ik hou van jou, maar ik heb geen vertrouwen in mijzelf.”

De glimlach was op slag van haar gezicht verdwenen. Kasper geloofde niet in de hele verhaalcultuur. Het blootleggen van emoties en trauma’s aan vrienden of aan psychiaters (of laat staan priesters die geïnteresseerder zijn in zijn welgevormde derrière; zo leek het toch): het was niet iets dat hij echt afkeurde, maar iets dat gewoon niet aan hem besteed was. Dat hij nu zo sterk aan zichzelf twijfelde was... ‘De Schrijver. Dit is Zijn schuld. Verdomme, dit was Zijn doel. Maar zo makkelijk wordt het niet.’ (echt, zie ‘Literair’ in dwars 36)

“Kasper.” Er zat staal in haar stem en hij herkende het. Met een ruk keek hij naar haar op. “Verdedig jezelf.” Haar voet schoot de lucht in en Kasper kon de tip enkel ontwijken door zijn stoel hard van de tafel weg te duwen. Hij viel achterover, maar rolde door tot hij op zijn voeten terecht kwam, geschrokken, maar gereed.

“Sam, ik denk niet dat...”

“Vecht!”

Ze hadden het zichzelf geleerd; de theorie uit films, boeken en Mortal Kombat, de rest uit lichamelijke reserves waar geen van beide het bestaan van kende. Er was deze keer echter geen tijd meer voor bewuste controle. Hij slaagde er op nippertje in haar twee eerste stampen, allebei op de nek gericht, af te weren met zijn onderarmen.

“Wa..”

“VECHT!”

Met een agressiviteit die Kasper nog nooit bij haar had gezien probeerde ze hem te raken, op welke manier dan ook. Hij kon niets anders doen dan haar handen, als kwade adders, van zich af houden. Instinctief schoten zijn armen beschermend naar boven. In dezelfde beweging mikte hij op haar slaap, maar miste toen ze zich van hem wegdraaide en haar voet naar zijn borst vloog. Hij ging mee in haar aanval, boog zo ver naar achter dat haar voet rakelings over zijn plexus scheerde en zette beiden handen vlak op de grond. Zijn enkels haakten onder haar oksels en in een vloeiende beweging werd ze, de verbijstering op haar gezicht, over hem heen gegooid. Er was gelukkig genoeg plaats in de grote, bijna lege kamer waar ze zich toevallig bevonden. Maar Sam herpakte zich snel en rolde recht op haar voeten, terwijl Kasper zich op zijn handen afduwde en weer tegenover haar kwam te staan. Zonder pauze sloeg ze naar zijn schouder, maar hij draaide zijn bovenlichaam half en dwong haar, een voet in haar knieholte en zijn eigen hand op haar schouder, neer op één knie. Sam sloeg nu echter zelf met beide handen achter zijn knieën, waardoor hij neerviel en zij terug recht kon komen. Ze draaide rond op één been, haar voet op zijn hoofd gericht. Deze keer draaide hij niet weg, maar klemde de voet vast tussen zijn arm en zijn schouder, zodat ze vast stond, haar benen in een loodrechte hoek. Kasper duwde zijn vuist vooruit, recht op haar buik gemikt. Sam deed geen moeite meer om hem tegen te houden. Ze keek slechts naar zijn vuist en naar zijn van concentratie vertrokken gezicht. Ze zag hoe die vuist plots vertraagde, hoe de vingers opengingen. En ze glimlachte, want ze wist dat ze gelijk had. Zijn hand vertraagde nog meer en was nu volledig open. Kasper keek geschrokken naar haar op toen zijn hand vederlicht op haar platte buik rustte. “Ik wou niet...” Maar Sam legde een vinger op zijn lippen.

“Vertrouw jezelf, Kaps. Ik doe het ook.”

Hij liet haar been los en stond verdwaasd recht. “Ik weet niet hoe...”

Sam pakte zijn hand en legde het terug op haar buik. “Dit is hoe, Kasper. En alles aan je heeft het al geaccepteerd. Enkel je bewustzijn nog niet.”

Een enkele traan rolde over zijn wangen, maar hij glimlachte, oprecht, en bracht zijn lippen naar de hare. Terwijl in hun monden een liefelijk tongengevecht plaatshad, gleed haar hand naar zijn achterzak en haalde daar het pakje sigaretten uit. Met een nonchalante polsbeweging gooide ze het in de vuilbak, zonder zelfs maar haar ogen open te doen.

“Sam,” hijgde Kasper, “ik hou van jou.”