Pelckmans en Pelckmans

Extra cathedra
16/02/2008

“Wie is de echte Paul Pelckmans?” Een vraag die deze dwarsredacteurs – en ongetwijfeld vele anderen met ons – al ettelijke studiejaren bezighoudt. U hebt reeds door dat er meer dan één Paul Pelckmans op de UA rondloopt. De literatuurwetenschapper en chirurg zijn zelfs neven. dwars ging op zoek naar de waarheid achter de academische Doppelgänger.

Wie is de echte Paul Pelckmans?

De echte PP is uiteraard degene die te bereiken is op het mailadres paul.pelckmans@ua.ac.be. Dat is dus mijn neef, die ook nog eens een paar jaar ouder is dan ik en dus een ‘eerstegeboorterecht’ kan claimen. Als literatuurwetenschapper die zich vooral met romans bezighoudt, vind ik het overigens best prettig niet helemaal echt te zijn: zo ben ik zelf een beetje fictie.

 

Wie zijn uw grootste idolen?

Ik heb in mijn leven al naar veel mensen opgekeken en hoop er nog een paar topfiguren bij te ontdekken. Ik heb twee UA-collega’s die zich kennelijk nooit laten leiden door enige behoefte zichzelf in het zonnetje te zetten; omdat ze uiteraard niet beseffen dat dat hen absoluut bijzonder maakt, zal ik ze niet noemen. Het is overigens niet absoluut uit te sluiten dat er meer dan twee collega’s in dat profiel passen. Sinds de fusie kan ik niet alles bijhouden en zou het dus, al heb ik er zwaar mijn twijfels bij, in principe kunnen dat er wel vier onopvallend perfecte mensen op de campus rondhangen. In dat geval vormen ze een mooi tegenwicht voor onze excellentiecentra, die noodgedwongen én maar al te graag in de kijker lopen.

 

Welke lectuur zou u Paul Pelckmans aanraden?

In deze context kan ik bezwaarlijk minder dan mijn neef een dubbelgangersverhaal aanraden. Omdat wij als Pelckmansen geen van beiden van tierlantijntjes en ook niet van occulte pretenties houden, kies ik het nuchterste uit de verzameling: "De man in duplo" (2002) van de Portugese Nobelprijswinnaar José Saramago. Als mijn neef dat ook doorneemt, weten we allebei hoe we ons dubbelgangerschap níet moeten aanpakken. En misschien nog dit: ik heb me nooit met stambomen beziggehouden, maar wel uitgekeken naar romanpersonnages die Pelckmans heten. De enige die ik tot nog toe vond zijn meteen alweer een duo, gepast Antwerps maar wel twee … dokters, die in "Siska van Rozemael" (Conscience, 1845) van vader op zoon huisarts zijn van Siska’s familie – zodat mijn UZA-neef ook qua literaire verankering een stuk echter blijkt dan ik.

 

Wat smeert u ‘s ochtends op uw boterham?

Choco en, als ik een keer geen vroege bus moet halen, een stukje Franse kaas.

 

Bent u een sportief type?

Qua sport kom ik niet verder dan lange wandelingen.

 

Wat zou u doen als u één dag Paul Pelckmans kon zijn?

Ik zou zo’n dag waarschijnlijk veiligheidshalve verlof nemen: ik durf niet denken aan de catastrofes die ik mijn patiënten op de hals zou halen als ik ze echt probeerde te helpen. Misschien het perfecte excuus om eens rustig een goed boek te lezen: daar heb je als literatuurwetenschapper onder de huidige werkvoorwaarden nu eenmaal geen tijd voor.

 

Met welke filmster zou u graag eens een romantische scène spelen?

Film is niet aan mij besteed; hier zou ik het advies van mijn collega’s TFL moeten vragen. Ik vrees overigens dat ik een bijzonder slecht acteur zou zijn!

 

Wat is uw lijfspreuk?

Ik ken nogal wat oude woorden die ik graag beurtelings als lijfspreuk zou hanteren. Als ik er één moet uitpikken die me geregeld door het hoofd schiet en die me elke keer wijzer lijkt, kom ik in het Oude Testament terecht: "Gij zult het geknakte riet niet breken". Staat, dacht ik, ergens bij Jesaja, maar mocht voor mijn part in de Tien Geboden.

 

 


 

 

Wie is de echte Paul Pelckmans?

Moeilijk om zeggen wie nu de echte Paul Pelckmans is. Hoewel we dezelfde stamvader hebben, zijn we heel verschillend. Toch zijn er overeenkomstige karaktertrekken: standvastigheid, eigen mening voorop, breed politiek geïnteresseerd, neiging naar het contemplatieve. De verschillen liggen in de diversificatie: de ene heeft zijn weg gevonden in de letteren, de andere in de geneeskunde. Eigenlijk zijn we twee verschillende takken van een zelfde boom.

 

Wie zijn uw grootste idolen?

Er zijn meerdere personen die ik bewonder om specifieke eigenschappen: Caesar om zijn organisatietalent, Cicero voor zijn welsprekendheid, Sir Thomas More die ten onder ging aan zijn principes. De grootste voorkeur gaat uit naar J.S. Bach omwille van zijn muziek, ontsproten aan zijn religieuze overtuiging.

 

Welke lectuur zou u Paul Pelckmans aanraden?

Ongetwijfeld heeft mijn neef meer gelezen dan ikzelf en ik kan me niet voorstellen dat hij de boeken die ik hem zou aanraden nog niet gelezen heeft. Mijn keuze is veruit Marguerite Yourcenar. Onvoorstelbaar hoe deze vrouw personen en karakters kan beschrijven: "Mémoires d’Hadrien", "L'Œuvre au noir" zou ik iedereen aanbevelen. Bovendien zal mijn neef genieten van het literaire niveau van de Franse taal.

 

Wat smeert u ‘s ochtends op uw boterham?

Elke dag hetzelfde: confituur. Stereotiep, zoals studenten altijd op dezelfde plaats gaan zitten in een leslokaal.

 

Bent u een sportief type?

Ik zou het graag zijn.

 

Wat zou u doen als u één dag Paul Pelckmans kon zijn?

Mijn grote achterstand in de literatuur inhalen.

 

Met welke filmster zou u graag eens een romantische scène spelen?

Wat denkt u van Marilyn Monroe?

 

Wat is uw lijfspreuk?

"Doe wel en zie niet om."