Pas de bourrée

Een blik achter de schermen: het Koninklijk Ballet van Vlaanderen
21/10/2013

Vederachtig zweven zij over de vloer, dansend in het felle licht. In een reeks van enkele precieze danspassen onthullen roerende lichamen zonder woorden een ongrijpbare emotie. En vanuit elegante poses oogt doodgewone lucht aanraakbaar op slechts een reikende sierlijke vingertop. Vergeet de romantische clichés, ballet is meer dan roze tutu’s, spitzen en pirouettes. Sterker nog, het is keihard werken. En zelfs dat geeft geen garanties. “Van de acht afgestudeerden aan de Koninklijke Balletschool van Antwerpen ben ik de enige die werk gevonden heeft,” vertelt jonge zwaan Glen Lambrecht, de nieuwe aanwinst van het Corps de Ballet. Het Koninklijk Ballet van Vlaanderen (KBVV) telt 45 dansers met 19 verschillende nationaliteiten en krijgt van de overheid 5,8 miljoen euro subsidie per jaar. “Voor een groot klassiek gezelschap is dat niet te veel”, volgens persverantwoordelijke Wilfried Eetezonne.

een ander leven

Thirty minutes to go,” galmt het backstage in de Vlaamse Opera. In de loges krijgen sommige dansers een schminklaag aangebracht, terwijl anderen een hap krachtvoedsel uit een Tupperware-potje toveren. In het kostuumatelier wordt de gepaste kledij aangetrokken en wordt er nog snel iets vast genaaid. Elders prepareert een ballerina haar pointes met naald en draad. Glen hoeft zich nog niet te haasten. Amper negentien is hij. Piepjong eigenlijk, zoals vele dansers bij het Corps de Ballet. Als wij studenten afstuderen, heeft hij al een heel leven achter zich. “Vroeger moest ik hard opboksen tegen het vooroordeel dat jongens niet thuishoren in het ballet. Niemand besefte dat ballet meer inhield dan ronddraaien in een roze tutu, maar later zag ik in dat ballet voor die pestkoppen te hoog gegrepen was. Zij zouden nooit kunnen wat ik nu kan, omdat het gewoon zo moeilijk is.” Een balletleven kan nu eenmaal niet zonder offers. “Lekker, ongezond eten is uit den boze,” zegt Glen, "en een sociaal leven is moeilijk te behouden, omdat we soms dag en nacht bezig zijn met voorstellingen, repetities en wedstrijden. Ook skiën is bijvoorbeeld geen goed idee, want het belast de gewrichten. Er zijn dus vele leuke dingen die we moeten laten, zeg maar.” Toch houden de dansers er nog een leven naast het dansen over. “Als je onophoudelijk met dansen bezig bent, is er niks meer aan. Toen ik nog op de balletschool zat, was dansen ieder uur en ieder moment. Als we zelf niet aan het dansen waren, werd er wel over gepraat of keken we naar ballet. Nu is dat anders. Buiten ballet volg ik taalcursussen en ga ik eens uit met vrienden. Een uitlaatklep is echt nodig.”

 

hard labeur

Ondertussen zoeken arriverende toeschouwers hun stoeltje in de operazaal. Kleedkamers worden verlaten en dansers verzamelen zich achter het gordijn op de scene. Twee maanden hebben ze hier naartoe gewerkt. Ze stretchen hun spieren en warmen nog even op. Heel kort, want het eerste decor staat al klaar. “It’s too much glue,” hoor ik een danseres tegen haar collega lachen. Hun slipjes zijn aan hun poep gekleefd, zodat ze tijdens het dansen niet zouden verschuiven. “De kostuums moeten comfortabel zijn. Als een danser zich goed voelt in zijn podiumkledij, zal hij ook een betere performance geven,” aldus Wilfried Eetezonne. De dansers staan nu in startpositie, het gordijn gaat omhoog en dan zwelt de muziek aan.

 

Achter het podium overloopt danser Philipe nog even zijn dansbewegingen. Hij danst in het tweede luik Faun, de hoofdrol. Enkele verdiepingen hoger zit danseres Claudia Phlips aan de ijsmachine, die het geklungel met ijsblokjes vervangt. Claudia heeft een infectie aan de knie waar ze de hele première mee gedanst heeft. “Ik heb op mijn tanden moeten bijten, maar elke danser krijgt vroeg of laat wel met blessures te kampen. Elk type lichaam – flexibel of niet – heeft zijn voor- en nadelen. Ik heb bijvoorbeeld rechte knieën, waardoor ik nog nooit iets aan mijn kniegewrichten heb gehad. Het is belangrijk om je lichaam als danser goed te verzorgen en de danspassen correct uit te voeren. Als je een bepaalde danspas consequent op de verkeerde manier uitvoert, heb je bijvoorbeeld meer kans op een blessure,” meent Claudia.

 

“Niemand wenst een blessure, maar het hangt af van de ernst en hoe je er als danser mee omgaat. Als je een periode niet meer kan dansen, moet je toch blijven trainen en tegelijkertijd rekening houden met je lichaam. Als je de hele periode gewoon stil zit, moet je achteraf alles opnieuw opbouwen. Zo verlies je nog meer tijd,” verzekert Glen me. Het lichaam is voor de balletdanser het hoogste goed. In topvorm blijven vergt veel discipline. “Ik doe elke dag aan conditie- en powertraining om bepaalde spiermassa’s te kunnen opbouwen die ik nodig heb om bijvoorbeeld de vrouwen in de lucht te kunnen liften. Ook stretchoefeningen en balletles staan dagelijks op het programma. Bovendien volg ik een voedingsdieet op basis van eiwitten en proteïnen. Dat moet me helpen om breder en sterker te worden, zonder in een bodybuilder te veranderen,” verhaalt Glen. “Het lichaam van vrouwen werkt anders. Zij moeten meer op hun voeding letten dan mannen aangezien wij ‘maar’ goede spiermassa’s moeten opbouwen. Een stuk taart is voor mij geen verboden vrucht.”

 

hoge standaarden

“Kon ik ook maar zo dansen,” hoor ik mezelf luidop zuchten. Een eenvoudig verlangen dat zich maar moeilijk laat inwilligen. Professioneel balletdansen is een droom die niet voor iedereen is weggelegd. “Wie naar de Antwerpse balletschool wil gaan, moet eerst auditie doen. Ze controleren of je wel het juiste lichaam hebt om ballet te dansen. Pas daarna kijkt men naar talent,” aldus Glen. Een flexibele rug, soepele voeten, enzovoort. Het zijn maar enkele kenmerken waarover een toekomstig professioneel danser al van kleins af moet beschikken, net zoals de wil om te slagen. “Er is een moment geweest in het vierde middelbaar dat ik de handdoek in de ring wou gooien. Het is een cliché, maar ballet is echt hard. Ik deed zo mijn best, maar kreeg er zelden iets voor terug. Zelfs geen schouderklop. Ik heb uiteindelijk volgehouden, omdat ik al grote inspanningen had gedaan om mijn droom verwezenlijkt te zien. Opgeven was plots geen optie meer.” De weg naar perfectie is dus bikkelhard. En voor het geld hoeven ze het zeker niet te doen. Nochtans is ballet een even zware topsport als profvoetbal, met het enige verschil dat dansers geen grote sommen geld krijgen uitbetaald. Als ik vol ongeloof zie wat zij allemaal kunnen – een vijfvoudige pirouette? – wil ik spontaan een petitie opstarten om hen een loonsverhoging te bieden.

 

Het laatste luik wordt gedanst: Le Sacre du Printemps dat zijn honderdste verjaardag viert. Het was het eerste moderne balletstuk dat moderne en primitieve elementen met elkaar verweefde. Het Corps de Ballet danst wondermooi. Synchroon bewegen zij zich schijnbaar moeiteloos voort op het toneel, een streling voor het oog. Plots geeft een danser een ferme smak op de grond, maar hij blijft onverstoord verder dansen. Dat moet ook wel. Elke stap, elke beweging lijkt wel in elkaar te passen. Net zoals elk lichaam. “Danspartners hoeven fysiek niet bij elkaar te passen. Iedereen is anders gebouwd, maar met de juiste techniek kan een danser met iedere ballerina samenwerken,” vindt Glen. Dansen lijkt dus een individuele sport, maar balletdansers zijn net heel afhankelijk van elkaar. Hierdoor is hun onderlinge band heel intens. “We zijn dag en nacht samen, zeker tijdens een periode van voorstellingen. Soms springen er wel eens vonken over. Dansers uit het buitenland leren elkaar kennen in Antwerpen en treden later in het huwelijksbootje en krijgen samen kinderen. Natuurlijk is er concurrentie, maar de compagnie is voor velen een tweede thuis.”

 

le sacre du ballet

Het offer is gebracht. Het doek valt. Ze hebben zich volledig in het zweet gedanst. Hun huid glimt onder de spots. Een luid applaus barst los met zelfs staande ovaties. Bij de dansers heerst er nu vooral opluchting. “Sommige stukken zijn zo zwaar dat je geen zin hebt om er aan te beginnen. Op het eind ben ik blij dat het gedaan is of het nu goed of slecht is gegaan.” Na de première start immers een periode van voorstellingen wat snel door begint te wegen. “Je eet niet goed, want je zit steeds in de loges. Je gaat ’s avonds naar huis, direct je bed in, maar de volgende dag begint alles weer opnieuw van vooraf aan. Ik kijk dan echt uit naar die drie dagen rusttijd.” Ze zijn een beetje gek die ballerina’s, maar zo gepassioneerd. “Mijn hart klopt zonder aarzelen voor het klassieke repertoire, al zijn de hedendaagse mixed bills van het KBVV een leuke ervaring en geven ze mij kansen. Dansers uit het Corps de Ballet kunnen namelijk met een hoofdrol gaan lopen. Ik dans hier graag, maar besef dat ik nog veel moet groeien. Voor een compagnie in het buitenland ben ik nog te groen achter mijn oren.”

 

Na een injectie van zoveel elegantie, schaam ik me over mijn ingezakte houding. Op straat recht ik spontaan mijn rug. Thuis probeer ik mijn linkervoet zo ver mogelijk te krullen. De lichten gaan aan. De muziek bereikt een crescendo. Een oorverdovend mooie stilte.