Moi pas parler français

Waarom ook exacte wetenschappers taalvakken krijgen
23/03/2009

Geef de zoektermen ‘Frans’, ‘studenten’ en ‘kennis’ in op Google en je komt uit bij adjectieven als ‘belabberd’ en ‘beschamend’. Het probleemkind Frans werd al meermaals opgerakeld, door linguïsten maar ook door bedrijfsleiders. Met het Engels – de taal die iedereen dénkt te kunnen – is het niet veel beter gesteld, zo wees onderzoek bij studenten uit. Voor sommigen een reden om taalvakken in te lassen, ook voor exacte wetenschappers. Quoi?!

Meer dan 80 procent van de Brusselse bedrijven gebruikt minstens drie talen in hun communicatie met economische partners. Universiteiten proberen steeds meer aan de noden van die arbeidsmarkt te beantwoorden, volgens het (soms gecontesteerde) principe van de ‘arbeidsmarktinzetbaarheid’. Toch leveren ze meer dan eens krakkemikkige knobbels af. Dat talen belangrijk zijn, daar is de academische wereld het zo goed als unaniem over eens. Of verbredend taalonderricht ook de verantwoordelijkheid is van de universiteit, ligt moeilijker.

 

Moi trouver trop cher

“Als mijn kinderen op eigen initiatief een taalcursus zouden willen volgen, zou ik dat vermoedelijk wel duur vinden.” Aan het woord is Pol Cuvelier, voorzitter van de Raad van bestuur van Linguapolis. “Onze visie is dan ook dat talen breder in het curriculum verankerd moeten worden. Dat is sociaal wenselijk en er is veel vraag naar vanuit de arbeidsmarkt.” Linguapolis is het taleninstituut van de UA, waar een intensieve cursus buiten het curriculum (60 uur) al gauw 300 euro kost. Het instituut wordt daar immers niet voor gesubsidieerd. Van 2007 tot nu volgden zo'n 450 studenten en vooral doctorandi op eigen houtje een cursus aan Linguapolis, voornamelijk uit de opleidingen Rechten, Scheikunde en Biologie.

 

Avec des cheveux

Talen binnen het curriculum zijn schaars. Momenteel worden binnen een aantal opleidingen als Rechten, Geneeskunde en TEW taalvakken georganiseerd, al dan niet onder de verantwoordelijkheid van Linguapolis. Exacte wetenschappers en Frans, dat doet nogal makkelijk denken aan français avec des cheveux sur. In de faculteit Wetenschappen is er geen sprake van taalvakken. Wel worden jaarlijks idealiter twee gastdocenten per faculteit uitgenodigd en poogt de universiteit 10 à 20 procent van de studenten op buitenlandse studiereizen te sturen, een percentage dat in sommige faculteiten nog lang niet binnen handbereik is.

 

Tegenwind

Op vraag van de farmaceutische bedrijven in het Brusselse voerde Biomedische Wetenschappen sinds dit jaar naast een module Engels ook het keuzevak ‘Communication en français’ in voor de master, bestaande uit achttien uur theorie en tien uur oefeningen. “Dat is niet bijster veel”, stelt voorzitter van de onderwijscommissie Filip Lardon, “maar studenten signaleren wel dat de cursus helpt. Vooral de praktische vaardigheden krijgen de nadruk.” De reacties van de studenten zijn voor het merendeel positief, hoewel ze aangeven eerder presentatietechnieken te leren dan de taal zelf.

 

Aan de invoering van het keuzevak ging nochtans een kleine lijdensweg vooraf. Aanvankelijk werd Frans verplicht, maar dat zorgde voor veel tegenwind. “Eén student maakte behoorlijk wat tumult door te stellen dat nagenoeg alle studenten tegen waren en deed alsof hij de mening van de volledige studentengroep vertegenwoordigde. In feite speelde hij cavalier seul: de student, een Nederlander, had weinig achtergrondkennis van het Frans”, vertelt Lardon. Nu wordt het Franse vak naast een module ‘Scientific English’ aangeboden, zodat studenten één taal moeten kiezen. “Het is de vraag of we niet beide talen moeten combineren. Maar dan wordt het weer schrappen in de wetenschappelijke opleidingsonderdelen, of zadelen we de studenten op met extra colleges. Het programma zit nu al vol.”

 

Willen maar niet kunnen

“Over het nut en onnut van taalvakken wordt tot in den treure gepraat”, stelt professor Walter Weyns van de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen. In de tweede bachelor wordt daar een verplicht taalvak Frans en Engels van zes studiepunten gedoceerd. Binnen en tussen de departementen lopen de standpunten hierover uiteen.

 

Sommige visitatierapporten suggereren een uitbreiding van het taalonderricht. Een deel van de professoren meent dat zo'n instrumenteel vak niet tot de kern van de opleiding behoort; anderen pleiten juist voor een behoud van het taalvak omwille van het profiel van de opleiding.

 

Anderstalige, vakspecifieke opleidingsonderdelen die niet onder de noemer ‘taalvakken’ vallen, zijn ook een piste. In elk geval beginnen studenten die weinig of geen Frans (en Engels) in hun vooropleiding genoten met een handicap. Die studenten zouden de mogelijkheid krijgen om een taal naar eigen keuze te volgen aan Linguapolis. “Geen ideale situatie”, meent Walter Weyns.

 

Bij de studenten PSW wordt het taalvak met gemengde gevoelens ontvangen: “Je kent dat, we zitten in een grote aula en het zijn steeds dezelfden die antwoorden. Maar een docent Frans horen praten, frist je woordenschat wel op.” De studenten zouden ook niet gestimuleerd worden om een studie-ervaring in Wallonië of Frankrijk op te doen. Zo zijn er maar twee plaatsen voor Erasmus in Frankrijk. Sommige studenten bemerken dat ze speciaal naar Antwerpen kwamen voor de talen. “Volgens het nieuwe voorstel van het departement Sociologie zouden alle verbredende vakken, zoals Psychologie en Frans, optioneel worden. Hoeveel mensen gaan Frans dan nog kiezen?”

 

Weyns klaagt over het gebrek aan wisselwerking tussen de taaldocenten en de docenten die een ‘kernvak’ geven: “Er wordt te weinig ingespeeld op de mogelijkheid om teksten door te spelen.” Ook het tekort aan personeel en de grote lesgroepen die daar het gevolg van zijn strooien roet in het eten. “Het is een kwestie van willen maar niet kunnen”, besluit Weyns.

 

English everywhere

Als er al discussie is over een taalvak Engels (of Frans) van enkele luttele uren per week, wat voor reacties leveren Engelstalige masters dan op? Deels om de taalbeheersing te verbeteren, maar vooral om internationale studenten te kunnen ontvangen, zijn er plannen om masters gedeeltelijk of volledig in het Engels te organiseren. Die vraag leeft vooral bij TEW en in de exacte wetenschappen, waar afgestudeerden vaak op internationale markten terechtkomen.

 

Professor Pol Cuvelier van Linguapolis ziet de grote voordelen van internationalisering, maar is geen onverdeeld voorstander van uitsluitend Engelstalige masters: “Internationaliseren is goed, net als het optimaliseren van de kennis van het Engels. Maar het zou stom zijn om de lokale belangstellingssferen te verwaarlozen en instromende studenten af te schrikken. Als je Belgische economie studeert en je doet dat alleen door een Amerikaanse bril, dan kan je beter thuis blijven.”

 

Of er dan ook een voorbereidend vak Academisch Engels georganiseerd moet worden, ligt nog open. “De noodzaak daarvan moeten we zeker onderzoeken”, stelt Filip Lardon. Linguapolis biedt momenteel al een cursus Engels aan voor docenten. Die kan ook opengesteld worden voor studenten maar daar hangt een prijskaartje aan. En voegt Cuvelier toe: “Soms kan dat wenselijk zijn. Maar we moeten niet gek doen. Vlaamse docenten en studenten opleiden om tegen elkaar in het Engels te converseren, dat heeft iets raars.”

 

Het beschamende Frans en Engels zijn voorlopig dus nog niet verbannen uit studentikoze monden.