Meer leven en meer beschouwing?

Levensbeschouwing viert haar eerste verjaardag
21/09/2007

Mocht je nog nooit van het vak Levensbeschouwing gehoord hebben, dan zal je het in de loop van je universitaire carrière aan de Universiteit Antwerpen ongetwijfeld tegenkomen. Sinds vorig jaar moet elke student in derde Bachelor dit vak immers succesvol afleggen vooraleer hij of zij het felbegeerde diploma krijgt. Levensbeschouwing werd in het leven geroepen om studenten inzicht te verschaffen in de verschillende geloofsovertuigingen die een multiculturele samenleving kleuren – een broodnodig inzicht volgens de initiatiefnemers van het Centrum Pieter Gillis. Vorig jaar heeft dwars dit vak en de plaats ervan aan onze universiteit al onder de loep genomen samen met de titularissen, Patrick Loobuyck en Walter Van Herck. Nu kloppen we opnieuw bij hen aan – dit keer voor een evaluatie van het afgelopen jaar en om te horen welke veranderingen er zoal op til zijn.

"Er is veel kritiek gekomen op het vak Levensbeschouwing, maar dat was wel te verwachten", zeggen beide professoren: ”Problematischer zou zijn als er gewoon geen reactie kwam.” Bij de studentenevaluaties kreeg het vak echter een normale score van 3,5 tot 4 op 5. Dat is zowat het gemiddelde bij de vakken aan onze universiteit. In de open commentaren onderaan de evaluatieformulieren kwam eveneens een evenwichtig beeld naar voren, met mensen die niets hadden geleerd en het vak wilden afschaffen, mensen die een openbaring hadden gekregen en een grote zwijgende middenmoot daar ergens tussenin. Maar in alle eerlijkheid: de exacte wetenschappers moesten hun evaluatieformulier per e-mail doorsturen, waardoor hun respons bedroevend laag lag. Bovendien scheppen die gestandaardiseerde evaluatieformulieren niet echt een accuraat beeld; ze zijn immers uniform voor alle vakken aan de universiteit. “Maar,” zegt Van Herck, “wij hebben voortdurend informele evaluaties, in gesprekken met de gastsprekers en de studenten na de lessen, of wanneer een student een inhaalexamen komt doen.”

 

In het tweede semester bleek de opkomst op de buitencampussen lager, maar was de bereidheid tot luisteren hoger. De lage opkomst wijten beide titularissen voor een deel aan het feit dat er op de buitencampussen gewoon niet genoeg te doen is om zelfs maar één uur te wachten, laat staan vier uur, en dan nog voor een vak waarvan de leerstof integraal in de cursus staat. De hogere luisterbereidheid wijten ze aan de ene kant aan de iets kleinere groep in de A-module (twee- tot driehonderd minder dan op de Stadscampus) en aan de andere kant vermoeden ze een verschil tussen de positieve en de humane wetenschappen: in die laatste groep zit waarschijnlijk een groter deel studenten dat zijn studie met de natte vinger gekozen heeft en nu hoopt met zo weinig mogelijk moeite af te studeren.

 

Een nieuw jaar, een nieuw kleedje

Levensbeschouwing bestond uit een algemene A-module en twee specifiekere modules, te kiezen uit een lijst van vier B-modules en vijf C-modules. In grote lijnen blijft deze structuur behouden; aan een aantal dingen werd echter gesleuteld.

 

U kunt zich de verbouwereerde reactie van sommige gastsprekers in de A-module allicht voorstellen toen ze in het eerste semester voor een aula met meer dan achthonderd studenten gedropt werden. Om dat probleem op te lossen, wordt de A-module nu door Loobuyck en Van Herck zelf gegeven. Dit gebeurt op de Stadscampus per faculteit, hoewel elke faculteit wel dezelfde lessen krijgt.

 

De A-module verandert ook van inhoud. Het worden niet langer inleidingen tot specifieke levensbeschouwingen, zoals in het afgelopen jaar. Een veel gehoorde kritiek op de A-module – naast de overvolle aula's – was immers dat deze module voor een groot deel bestond uit herhalingen uit het middelbaar: alle basisinformatie over het christendom, de islam, het jodendom, de vrijzinnigen en de belangrijkste Oosterse religies passeerde gewoon opnieuw de revue. Daar komen dan vier lessen voor in de plaats die het overkoepelende concept 'levensbeschouwing' behelzen: een les over het actief pluralisme, een les over de oorsprong en de huidige plaats van levensbeschouwing in onze kennismaatschappij, een overzicht van de belangrijkste termen die veelvuldig gebruikt worden als het over levensbeschouwingen gaat en ten slotte een chronologie van belangrijke gebeurtenissen in verband met levensbeschouwing in onze maatschappij (denk 'het jaar 0', Luther en zijn hamer, het schrijven van de Koran of de Verlichting).

 

In de B-module komt er een iets zwaardere nadruk op de islam, met de nieuwe module 'Islam in context'. Die zal gegeven worden door gastdocente Meryem Kanmaz van de UGent, die net een doctoraat heeft afgeleverd over de emancipatiedynamieken van moslimminderheden. De B-module over de Oosterse levensbeschouwingen krijgt ook nieuwe docenten met indoloog Winand Callewaert en sinologe Patricia Konings. De C-module verliest dan weer de keuzemodule 'Levensbeschouwing en het individu', waardoor er nog vier overblijven, even veel als in de B-module.

 

Tot slot, het slaagpercentage vorig jaar lag opvallend hoog: boven de 90%. Als verdere uitleg hierbij kregen we te horen dat elke student die een minimale studeerinspanning levert, gerust een twaalf kan halen. En – goed nieuws misschien voor studenten in derde Bachelor – dit lijkt niet onmiddellijk te veranderen.