Nieuwsmelding loopt soms spaak. De komkommertijd tiert welig, dat is één mogelijkheid. Een andere is dat we niet altijd de juiste prioriteiten hebben. Onderhand is de krantenkop 'Man bijt hond' geen cynisch grapje van journalisten meer, maar de dagdagelijkse realiteit in de media. Onze blik holt de cijfers voorbij, op zoek naar smakelijke trivia.
Een van de bekendste kranten van ons land printte onlangs op de voorpagina dat de nabestaanden van de bende-Haemers geen rancune wensten. Dat is goed nieuws, maar diezelfde krant bericht ergens in de katern Wetenschap, tegen het einde toe, dat de Noordpool zo goed als weg is. Énkel in de katern Wetenschap. Faut le faire.
Op politiek niveau zien we dezelfde neiging. Human Interest wordt belangrijker dan onderwerpen die een internationale impact hebben. Tijdens de nationale conventies van de Amerikaanse partijen werd meer met slogans gegoocheld dan met feiten; voornamelijk bij de Republikeinen, maar ook de Democraten hadden er schik in. Joe The Plumber en het aantal vermeldingen van God hebben onderhand meer politieke draagkracht dan orkaan Isaac. De enige toegeving van Obama en Romney was dat ze op 11 september een dag geen negatieve campagnespotjes vertoonden. Een ander idee zou kunnen zijn om er gewoon géén te airen.
Dichter bij huis verloor in Nederland PS-voorzitter Roemer stemmen toen Rutte tegen hem loog in een televisiedebat. Zelfs het rechtse PowNed veroordeelde gewezen coalitiepartner van Wilders als vuile leugenaar. Rutte zat fout, de kranten kopten het. De kranten hadden gelijk, Rutte won. Vermoedelijk verkiest de stembusganger een kwinkslag en een brede glimlach boven het droog opsommen van cijfers. Het post-ironische era gaat over in een post-feitelijk tijdperk. Wat belangrijk is, is hoe iets gebracht wordt, niet wát.
Vanouds is de kracht van de media dat ze besluit wat de burger leest, ziet en overpeinst. De voorbije maand besloten de kranten dat de carrières van UA-alumni Kris Verburgh en Maarten Inghels belangrijk nieuws waren. Anekdotes en muizenissen zoals een pseudo-wetenschappelijk dieetboek en een verbrand stukje krant werden breed uitgesmeerd over de pagina’s van Vlaanderen. Egypte brandt, de Noordpool smelt, en in de opiniestukken wordt volop gediscussieerd over de berichtgeving twintig bladzijden eerder. Onze journalistiek krijgt een januskop, op deze manier. Tijd voor wat verantwoordelijkheid.