Jonathan Coe

The Sad Man Behind Blue Eyes
23/11/2007
🖋: 

“Mannen begrijp ik niet, mezelf inbegrepen”, verklaart Coe in de loop van ons gesprek. In zijn laatste roman, The Rain Before It Falls', zijn de hoofdpersonages dan ook allemaal vrouwen. De Britse auteur verwierf naam en faam met onder meer 'The Rotters’ Club', door de BBC omgezet in een tv-serie, en 'What A Carve Up!', een verschroeiende satire van het Groot-Brittannië onder Margaret Thatcher. In vergelijking met dat oudere werk is 'The Rain Before It Falls' opvallend melancholisch. Het lijkt of Coe zijn scherpe pen even heeft opgeborgen, al zijn the iron ‘ladies’ volgens hem de wereld niet uit: “Blairism en Brownism zijn wat mij betreft precies hetzelfde als Thatcherism.”

In de tweede helft van de jaren ’80 ontmoette Jonathan Coe een blind meisje op een huwelijksfeest. Het indringende beeld bleef hem twintig jaar lang achtervolgen en zou uiteindelijk leiden tot 'The Rain Before It Falls', waarin de blinde Imogen een centrale rol speelt. Het is namelijk aan Imogen dat de oude ongehuwde Rosamond vlak voor haar overlijden het verhaal wil vertellen van haar intrigerende vriendschap met Imogens grootmoeder, Beatrix. Aan de hand van twintig foto’s zoomt Rosamond in op de belangrijkste gebeurtenissen van haar leven – gebeurtenissen die uiteindelijk ook bepalend zullen blijken voor Imogen – en spreekt ze alles in op een reeks cassetten. Na Rosamonds dood worden de bandopnames gevonden door Gill, Rosamonds nichtje. Samen met haar dochters geraakt Gill volledig opgeslorpt door het verhaal dat haar tante uit de doeken doet. Onder Coe’s meesterschap ontspint zich een compacte – het boek is verrassend kort – en emotioneel geladen geschiedenis over verlies en spijt en de littekens die de ene generatie kan nalaten op de volgende. Ondanks zijn vermoeidheid na een avondje uit in Antwerpse cafés, staat Jonathan Coe ons immer vriendelijk en bedachtzaam te woord.

 

'The Rain Before It Falls' is opgebouwd aan de hand van een reeks foto’s die Rosamond met een grote precisie en veel gevoel beschrijft. Was het niet moeilijk om foto’s in woorden weer te geven?

Jonathan Coe Dat viel eigenlijk nogal mee. Iedere keer dat ik bij een nieuwe foto aanbelandde, was ik een beetje opgelucht: je hoeft enkel te beschrijven wat je ziet, al moest ik hier en daar terugvallen op encyclopedieën en woordenboeken – ik ben niet het soort mens dat een boom ziet en er meteen een naam op kan kleven. Wat ik wél moeilijk vond, was een vlotte overgang creëren van de beschrijving van een foto naar het verhaal en omgekeerd.

 

Rosamond is er zich nochtans terdege van bewust dat het heel moeilijk is om foto’s in woorden om te zetten. Aan de andere kant stelt ze ook vast dat foto’s op zich al een vertekend beeld van de werkelijkheid geven. Bent u gefascineerd door de troebele verhouding tussen realiteit en weergave?

Coe Ik heb inderdaad een haat-liefdeverhouding met woorden: ik ben een schrijver, ze zijn alles wat ik heb, maar tegelijkertijd blijft het een aanhoudende frustratie dat je er met woorden nooit in slaagt om precies te zeggen wat je wilt. Ik niet althans. Ik wijk constant uit naar andere vormen van kunst, in de hoop daarmee iets dichter bij de waarheid te komen. In 'The Rain Before It Falls' ben ik daarvoor bij fotografie terechtgekomen.

 

In welke zin zouden foto’s de werkelijkheid meer benaderen dan woorden?

Coe Zelf maak ik geen foto’s, op de klassieke vakantiefoto’s na. Ik weet dus niet wat het betekent om ‘aan de andere kant’ te staan, maar in de loop van het schrijven van dit boek heeft de kracht van fotografie me wel bijzonder getroffen. Volgens Rosamond zijn foto’s een verknipte weergave van de werkelijkheid omdat ze slechts één moment belichten. Maar dat is nu net het unieke van fotografie: de toeschouwer wordt de artiest, de ontwerper. Kijken naar een foto is nooit betekenisloos: automatisch begin je associaties te maken. Je beeldt je in wat er voor en na het nemen van de foto gebeurd is. In die zin is foto’s bekijken nooit een passieve bezigheid, in tegenstelling tot kijken naar een video-opname bijvoorbeeld. Thuis hebben we uren tape liggen van toen mijn dochter klein was waar niemand ooit nog naar omkijkt: video geeft je veel te veel realiteit, je geheugen en verbeelding worden volledig uitgeschakeld.

 

Een beetje ouder, een beetje droeviger

Nergens in uw boek is commentaar te bespeuren op politieke wantoestanden – een heel verschil met uw vorige romans.

Coe Ik wou schrijven over familierelaties en het is nu eenmaal zo dat wat er gebeurt binnen een familie vaak weinig of niets te maken heeft met de buitenwereld. In 'What A Carve Up!' wou ik laten zien hoe mensen uit de lower class onder Thatcher de dupe waren van de excessen van de upper class. Even heb ik overwogen om ook in dit boek de historische context te betrekken: ik heb uitgezocht wie er eerste minister was in de jaren vijftig (Rosamonds jeugd, waarin het eerste deel van het verhaal zich afspeelt, nvdr.) en of er toen belangrijke dingen zijn gebeurd. Maar dat idee heb ik snel laten varen. Zeg nu zelf: de oorlog in Irak is van ongelooflijk belang, maar wat is de impact daarvan op de mensen hier? Beïnvloedt het hun verliefdheden, de relatie met hun ouders, met hun kinderen? Ik heb er bewust voor gekozen om 'The Rain Before It Falls' zo dense en eenvoudig mogelijk te houden.

 

Hoort dat bij ouder worden, dat u niet meer op de barricaden springt?

Coe (lacht) Dat is een interessante, maar ook enigszins alarmerende vraag. Het zou best kunnen dat ik ooit nog teruggrijp naar sociale en politieke thema’s. Maar… (aarzelt) bij het schrijven van 'What A Carve Up!' putte ik uit twee inspiratiebronnen: woede en humor. Dat zijn twee totaal verschillende dingen. Het is alsof ze tot een ander deel van je persoonlijkheid behoren, maar je kunt ze wel samenbrengen in een toneelstuk of een roman en het resultaat daarvan is satire. Nu ik ouder word, is het alsof woede en humor steeds meer met elkaar vermengd raken tot ze oplossen en overgaan in iets totaal anders. Iets dat ik eigenlijk enkel kan omschrijven als een soort van droefheid. Passief gemaakt door die droefheid is het niet zo gemakkelijk voor een auteur om satirisch te schrijven. Nu ik erover nadenk, slechts weinig mensen kunnen op latere leeftijd nog geslaagde satires schrijven. De enige uitzondering die me voor de geest springt, is Jonathan Swift: die was toch de zestig nabij toen hij 'Gulliver’s Travels' schreef. Dat geeft me alvast een sprankeltje hoop!

 

Denkt u dan dat Groot-Brittannië er nu slechter aan toe is dan in de jaren ’80?

Coe Ja, en daar zijn een aantal redenen voor. We hebben nieuwe problemen om ons zorgen over te maken, denk maar aan de opwarming van de aarde, terrorisme, enzovoort. Die problemen waren er natuurlijk al in de jaren ’80, maar ze waren veel minder acuut. Wat ik echter nog erger vind, is dat alles waar we ons twintig jaar geleden zo heftig tegen verzet hebben – met name de uitdijende consumentenmaatschappij – nu blijkbaar door iedereen zonder slag of stoot wordt aanvaard. Vooral mensen uit linkse hoek geloofden in de jaren ’80 dat er een alternatief bestond, maar nu maakt niemand nog aanstalten om zo’n alternatief te bieden – niet in Groot-Brittannië, althans. Blairism en Brownism, als die dingen bestaan, zijn wat mij betreft precies hetzelfde als Thatcherism.

 

Is dat zo?

Coe Volgens mij wel. De huidige regering bezit wel een zeker sociaal bewustzijn, wat totaal afwezig was onder Thatcher, maar de enige waarden die in Groot-Brittannië tellen zijn blijkbaar kopen en verkopen. Nogal deprimerend, moet ik zeggen.

 

Vrouwen en science fiction

De hoofdpersonages in 'The Rain Before It Falls' zijn allemaal vrouwen en de enkele mannen die ten tonele worden gevoerd, brengen het er eerder belabberd vanaf. Hebt u iets tegen mannen, Mr. Coe?

Coe (lacht) Nee hoor, ik wou gewoon schrijven over moeders en dochters en dit op een zo geconcentreerd mogelijke manier, dus ik wist van te voren dat mannen geen rol van betekenis zouden spelen. Maar ik zie mijn boeken nooit los van elkaar – bij het schrijven van 'The Rain Before It Falls' speelden al allerlei ideeën door mijn hoofd die ik gestalte zal geven in mijn volgende roman en het ziet er naar uit dat die volledig uit mannelijke hoofdpersonages zal bestaan.

 

Maakt het voor u uit of u schrijft over mannen of over vrouwen?

Coe Ik vind het veel gemakkelijker over vrouwen te schrijven. Mannen, mezelf inbegrepen, begrijp ik eigenlijk niet. Vrouwen ook niet, maar met mannen is het nog erger gesteld. Als ik een mannelijk personage vorm geef, baseer ik me meestal minstens gedeeltelijk op mezelf. Dat betekent dat ik mezelf van heel dichtbij onder de loep moet nemen, wat niet altijd even gemakkelijk is. Bij het schrijven van dit boek merkte ik dat het een hele opluchting was dat geen enkel personage op mij leek.

 

'The Rain Before It Falls' is bedoeld als een hommage aan een aantal vrouwelijke modernistische auteurs die nooit de erkenning hebben gekregen die ze volgens u verdienen. In een opiniestuk in The Guardian schrijft u bovendien dat vrouwelijke auteurs vandaag de dag nog steeds niet helemaal ernstig worden genomen.

Coe Het verbaast me altijd als mensen beweren dat we in het ‘postfeministisch tijdperk’ zitten. De rol van het feminisme lijkt me heus nog niet uitgespeeld, ook niet in de literaire wereld, hoewel het de goede richting op gaat. Historisch gezien hebben mannelijke auteurs altijd meer erkenning genoten en dat is nog altijd een beetje zo, ondanks het feit dat de meerderheid van de Britse auteurs nu vrouwelijk is. Kijk naar de genomineerden voor The Booker Prize: dat blijven voornamelijk mannen. De situatie verandert echter snel en de voorkeur voor mannelijke auteurs is steeds minder uitgesproken. Bovendien schrijven veel meer mannen tegenwoordig boeken die als typisch vrouwelijk worden beschouwd en doorgaans veel meer door vrouwen worden gelezen.

 

Bestaat er zoiets als een vrouwelijke of een mannelijke manier van lezen?

Coe Jazeker. Hoe vaak hoor je mannen niet zeggen: “Dat lees ik niet, da’s een boek voor vrouwen”? En omgekeerd ook: waarom lezen zo weinig vrouwen fantasy of science fiction? Ik zou dolgraag weten wat de verklaring daarvoor is. Als het nog niet bestaat, wordt het dringend tijd dat iemand daar eens een goed boek over schrijft!

 

 

‘The Rain Before it Falls’ is ook vertaald in het Nederlands (‘De regen voor hij valt’) bij Uitgeverij Querido.