De homo sapiens studentus of dwarsligger in de volksmond, is een bijzondere soort. Naast de kenmerkende activiteit van studeren, staan de exemplaren van dit ras vooral bekend als genieters van het (nacht)leven. Maar hebben zij ook andere geheimen prijs te geven? dwars zoekt het uit in hun natuurlijke habitat, het kot.
Terwijl mijn kotgenootje het Kanaal is overgestoken om een half jaar in Lancaster te vertoeven, maakte ik kennis met zijn tijdelijke Duitse vervangster: Kristine Landt. Na twee maanden leek het me tijd voor een beknopt interview. Want zo werkt vriendschap. Toch?
wereldreiziger
We zitten op haar bed, omringd door dertig jassen. Een uit de hand gelopen kotfeestje. Haar hele groep Erasmusvrienden uitnodigen voor een glaasje glühwein blijkt een gezellige, maar chaotische uitwerking te hebben. Tussen de jassen door zijn foto’s en herinneringen aan reizen te zien. De lampjes aan haar bed zijn altijd mee verhuisd, waar ze ook woonde. Nieuw-Zeeland, Indonesië, Amerika; ze is er overal geweest. En wat is er hierna nog speciaal aan een stad als Antwerpen? De haven. De vrienden die op visite zijn geweest, nam ze steevast mee naar het MAS. Het vreemdste wat ze hier dan al heeft meegemaakt zijn zeker de dopen van studentenclubs. In Duitsland heeft ze dat nog nooit gezien, “it creeped me out”.
huismus
Wat ze mist in Antwerpen is het contact met Vlaamse studenten. Ze spreekt een aardig woordje Nederlands, maar krijgt weinig kans om te oefenen. Als ze Nederlands tegen mensen praat, antwoorden ze meestal in het Engels. Ook jammer: Belgische studenten hebben vaak een vaste groep vrienden en maken zelden contact met de Erasmusstudenten. In haar lessen Geneeskunde zit ze dus altijd naast uitwisselingsstudenten, die niet zo geïnteresseerd zijn in Nederlands leren als zij. Met haar keuze om in het centrum te komen wonen, is ze wel heel blij. De stad leren kennen is veel lastiger als je bij de buitencampus woont. Helaas kent ze de stad nog niet zo goed. Na het bezoek aan het MAS is de rondleiding met haar vrienden één grote improvisatie. Of ze sinds ze op kot zit andere gewoontes heeft dan thuis? Ja, ze studeert op bed en ’s avonds wanneer ze klaar is om te gaan slapen, tanden gepoetst en al, sluipt ze soms even naar de koelkast. Als ik haar vraag wat het moeilijkste is aan hier op kot zitten, antwoordt ze “ewaupq”. Ewaupq? Dat is ons wifi-wachtwoord dat we zo vaak moeten ingeven dat we er gek van worden. “Mijn favoriete woord”, zegt ze regelmatig sarcastisch.