Iedereen beroemd

Het succes van het waargebeurde verhaal

22/11/2007
🖋: 

Als bedelaar Louis op 17 oktober 2006 twee kleine meisjes opvangt die door hun drugsverslaafde ouders bij hem worden achtergelaten, wordt hij prompt gepromoveerd tot volksheld en sindsdien gaat ‘het levende standbeeld van het Astridplein’ ook nog door het leven als Bekende Bedelaar. Een jaar na datum wordt zijn verhaal opgetekend door schrijver, journalist en muzikant Yurek Onzia en ziet 'Louis, het leven van een bedelaar' het levenslicht. Stof genoeg voor een interview zou je denken, maar Louis’ verhaal is bovendien niet enig in zijn soort. De gemiddelde zichzelf respecterende boekhandel heeft immers een steeds ruimer aanbod “waargebeurde verhalen” in de rekken liggen. Een trend waarover Rudy Vanschoonbeek, die de boekenmarkt bestudeert, verder in dit artikel meer vertelt.

Het leven van een bedelaar: Louis en de auteur van zijn boek getuigen

Hoe kwam u op het idee om Louis’ verhaal te schrijven?

Yurek Onzia Ik wilde eigenlijk een boek schrijven over de vierde wereld in Antwerpen. Het verbaasde mij immers hoeveel verborgen armoede er vandaag nog in de stad aanwezig is en ik wilde de mensen daarop attent maken. Na een aantal gesprekken met uitgeverij The House of Books ontstond het idee om het verhaal van Louis centraal te stellen omdat je met een persoonlijke getuigenis – en zeker van zo’n bekend figuur – een veel breder publiek kan bereiken.

 

Had u geen schrik dat uw oorspronkelijke doel daardoor in de coulissen zou verdwijnen?

Onzia In het begin misschien wel, maar ik heb me over eventuele bezwaren en zelfkritiek heen gezet omdat ik in deze aanpak meer voordelen dan nadelen zag. Louis’ bekendheid stond toe om de vierde wereld – zij het indirect – op de kaart te zetten en tegelijkertijd verzekerd te zijn van de aandacht die voor dit soort problematiek normaal gezien erg moeilijk te krijgen is. Het boek is natuurlijk geen grote aanklacht meer, het is en blijft zijn tranche de vie en niet dé waarheid, maar spreekt als voorbeeld voor zich.

Louis Ik ben in al die jaren als dakloze niet alleen een stuk meubilair, psycholoog en bewaker van het plein geworden, maar ook daklozenexpert. Iedereen kan dan misschien wel over het verschijnsel spreken, maar niemand weet hoe het écht is om dakloze te zijn. Het probleem is dat de meeste mensen alles uit boeken moeten halen. De straathoekwerkers zijn me bijvoorbeeld dankbaar voor het boek omdat in Antwerpen nog steeds veel mensen op straat leven terwijl het onderwerp een beetje taboe blijft. Mijn verhaal heeft daklozen een stem gegeven.

 

Had u er moeite mee om in andermans verleden te spitten?

Onzia Ik ben al ongeveer achttien jaar journalist en die gêne ben ik daardoor nu wel voorbij. We werkten via interviews en soms moest ik wel voor vroedvrouw spelen, maar het schrijfproces verliep over het algemeen erg vlot.

Louis Mijn privé-leven kent niemand trouwens volledig want ik houd nog heel wat voor mezelf. Ik vind het niet erg dat de mensen nu van een deel van mijn verleden op de hoogte zijn omdat mijn verhaal toont hoe iedereen onverwacht, bijvoorbeeld door een alcoholverslaving, dakloos kan worden. Ik ging dan ook uiteindelijk akkoord met het schrijven van het boek omdat ik duidelijk wilde maken dat mijn verhaal meer is dan het voorval van de twee kindjes waarop ik een jaar geleden paste. Als mensen me nu komen vragen hoe ik op het plein terechtgekomen ben, kan ik zeggen dat ze mijn boek moeten lezen.

 

Op een drietal weken tijd waren er in Vlaanderen om en bij de 4000 exemplaren van verkocht en op de boekenbeurs was het het best verkopend boek van uitgeverij THB. Hoe verklaart u dat succes?

Onzia Louis is uiteraard erg veel in de media geweest en dat heeft op zich een erg grote invloed. Die mediatisering is op zich natuurlijk niet voldoende, er moet een andere factor meespelen. In Louis’ geval denk ik dat die factor sympathie is. De succesformule is hier volgens mij de combinatie van weerloze kinderen en het feit dat Louis, die zelf nauwelijks iets heeft, goed op hen heeft gelet. De daardoor gewonnen sympathie is nagenoeg grenzeloos.

 

Het waargebeurde verhaal en de markt

'Louis, het leven van een bedelaar' beantwoordt aan de toenemende populariteit van het genre der “waargebeurde verhalen” in boekenland. Rudy Vanschoonbeek, uitgever bij The House of Books, gedelegeerd bestuurder van boekenclub ECI en voorzitter van de Vlaamse Uitgeversvereniging VUV gunt ons een blik achter de schermen.

 

De Vlaamse Uitgeversvereniging telt ongeveer 200 leden, gaande van grote uitgeverijen tot kleinere poëzie-uitgeverijen, en werkt met omzetenquêtes om te achterhalen hoe groot de boekenmarkt in Vlaanderen is. Individuele uitgeverijen hebben dan weer niet zoveel middelen om aan marktonderzoek te doen, maar dat wordt volgens Vanschoonbeek gecompenseerd door het feit dat je als uitgever in permanent contact met de markt staat. Boekenclub ECI krijgt via enquêtes en het analyseren van het koopgedrag van haar leden een accuraat beeld van de markt en het belang van de omslag, de prijs, de timing, het genre enzovoort van het boek dat gekocht wordt. “Fingerspitzengefühl blijft daarnaast natuurlijk belangrijk; als we echt alles via onderzoeken wisten dan konden we nu bij wijze van spreken cocktails zitten drinken in het zonnige Zuiden”, merkt Vanschoonbeek daarbij op.

 

Een internationale tendens

Vooral bij boekenclub ECI valt de toenemende belangstelling voor het waargebeurde verhaal als genre op. Uit gesprekken met lezers blijkt dat die in de eerste plaats te maken heeft met de empathie die ze voor de hoofdpersonages van de boeken voelen. Hoewel sommige verhalen erg aangrijpend zijn en over zaken handelen die niemand wil meemaken – mishandeling, psychiatrische problemen, enzovoort – is er blijkbaar toch een sterke graad van herkenning. “Vaak gaan mensen in zulke boeken op zoek naar informatie, bijvoorbeeld als ze iemand kennen die aan geheugenverlies lijdt en daar meer over willen weten”, aldus Vanschoonbeek. “Bovendien brengen de verhalen meestal een erg positieve boodschap. De zogenaamde ’misery memoirs’, met een slechte afloop, vormen eerder een uitzondering.”

 

De interesse voor het waargebeurde verhaal is zeker een internationale trend, stelt Vanschoonbeek. Uitgeverij Arena heeft bijvoorbeeld een reeks ‘Bewogen vrouwenlevens’ met bijna uitsluitend internationale verhalen, die ook wereldwijde successen kenden. Ook in België breidt het aanbod steeds verder uit. Zo verschijnen bij uitgeverij Van Halewyck regelmatig getuigenissen en maakten de reisverhalen van Annemie Struyf en Lieve Blancquaert bij uitgeverij Roelarta furore. Die internationaliteit zorgt voor een grote diversiteit binnen het genre: je krijgt een mengeling van wat echt dichtbij huis zit, zoals het verhaal van bedelaar Louis, en wat zich in Zuid-Afrika afspeelde.

 

Een bedreigde bellettrie?

Bij The House of Books vormen de 'waargebeurde verhalen' in elk geval een erg belangrijke omzetmaker: één op de vier à vijf boeken die verkocht worden, is een waargebeurd verhaal. Op de boekenbeurs kwamen mensen zelfs geregeld gewoon op de herkenbaarheid van de omslagen af, merkt Vanschoonbeek op. Je hebt ergens dus wel een vaste groep mensen die het waargebeurde verhaal an sich graag leest. Toch gebeurt de keuze voor een specifiek onderwerp binnen het aanbod volgens hem meestal vanuit een eigen interesse.

 

“Het is moeilijk te bepalen of de toenemende populariteit van de waargebeurde verhalen ten koste gaat van andere genres”, aldus Vanschoonbeek. “Op dit moment zetten vooral 'BV-boeken', waargebeurde verhalen, chicklit en literaire thrillers de trend en vaak wordt gezegd dat die evolutie nefaste gevolgen heeft voor de bellettrie (de hoge letteren, nvdr). Daar is natuurlijk wel iets van aan: dat genre staat in haar zoektocht naar een publiek ongetwijfeld onder druk. Anderzijds merk je dat trends gewoon erg snel evolueren, zeker in de culturele sector.”

 

Privé en public

Het schrijven zelf maakt voor de auteurs meestal deel uit van een verwerkingsproces, maar dat mag niet louter therapeutisch geïnterpreteerd worden. Zo werd Louis vorig jaar in erg korte tijd een bekend figuur en kreeg hij van over de hele wereld enorm veel persreactie. In zo’n geval is een boek weer een ander communicatiemedium dan een interview in een krant of televisiereportage. Het ‘wie schrijft die blijft’-principe speelt volgens Vanschoonbeek eveneens vaak een grote rol. Dat laatste geldt wel minder voor mensen als Natalia of Kim Clijsters, omdat zij al erg bekend waren vóór de publicatie van hun biografie. Het initiatief tot schrijven kan evenwel, zoals in Louis’ geval, ook vanuit een uitgeverij zelf komen.

 

“Als mensen contact opnemen met een uitgeverij, geeft dat op zich al aan dat zij de stap gezet hebben om hun verhaal publiek te willen maken. Dat neemt echter niet weg dat er altijd contacten zijn die niet tot een boek leiden, als mensen er zich bijvoorbeeld niet meer klaar voor voelen of de verhaalstof zich niet leent tot het schrijven van een goede tekst. Vanuit de uitgeverij is er dan ook steeds redactionele begeleiding in functie van de vormgeving”, aldus Vanschoonbeek. “Verder moeten wij auteurs vaak tegen zichzelf beschermen door hen er bijvoorbeeld van te weerhouden te veel – of alle – details te geven. Wij proberen steeds een goede dosering te vinden tussen wat je best voor jezelf houdt en wat toegankelijk is voor een breed publiek. Wij zijn geen exhibitionisten.”