Hogere Zeevaartschool

Meeloper
21/11/2008

De haven botst op de stad. Er is geen grijze zone. Ik ben nog maar tien minuten aan het fietsen wanneer ik tussen sluizen en dokken een schip van bruingele bakstenen zie liggen: de Hogere Zeevaartschool (HZS). Elke maand loop ik mee met een bijzondere opleiding. Vandaag word ik koopvaardijofficier.

Aan boord

In de hal van het interbellumgebouw hangen aan de zijmuren art deco marineschilderijen en in het midden een spandoek die me twee dingen leert: men zoekt wereldwijd nog twintigduizend koopvaardijofficieren en in de hedendaagse scheepvaart worden doorgaans korte reizen gemaakt. Een korte reis duurt drie à vier maanden. Op de tweede verdieping wacht een klas van de master Nautische Wetenschappen het begin van de les af. Behalve Nautische Wetenschappen kan je hier ook Scheepswerktuigkunde studeren. De ene wordt misschien kapitein, de andere hoofd werktuigkunde. Iedereen draagt een uniform. Het verschil tussen op school en aan boord lijkt miniem. Uit de gesprekken die de laatstejaarsstudenten voeren, blijkt dat het spandoek niet overdrijft: er is inderdaad een grote vraag naar afgestudeerden van de HZS. Nu mogen ze nog even oefenen. Samen met de kapitein begeven ze zich naar de navigatiesimulator.

 

De brug

Kapitein Dequick brieft de aspirant-officieren, daarna zegt hij: “Start de brug maar op.” Op brug Attair manoeuvreren drie studenten om de beurt hun schip zijdelings. De oefening heeft iets weg van een computerspel. Eén waarvoor je gestudeerd moet hebben. In de aangrenzende kamer, Bellatrix genaamd, moet een drenkeling worden opgevist. De bemanning maakt zich geen illusies: “Die man vinden, dat zal niet gebeuren.” Het zoekpatroon dat hun logge schip maakt is belangrijker. Op brug Capella wordt de elektronische kaart gebruikt om de route te volgen. Ik neem mij voor nog eens Zeeslag te spelen. De indrukwekkendste brug heet Polaris. In deze kamer is een echte brug nagebouwd, inclusief zicht op zee. De aspirant-officieren varen over het Australische Prince of Wales kanaal. Deze keer geen technologie: met kompas, kaart, potlood en pijltoestel moeten ze zich oriënteren. Aan bakboord dobbert een boei en in de verte ligt een eiland met een vuurtoren. Zit de wind mee, dan vindt dit schip zijn haven.

Het schip dat de HZS is, bevindt zich in de Scheldebocht. Vroeger heette deze plek Oosterweel. Aan bakboord verschijnt Antwerpen onder een grijze lucht. Ik wil ‘Land in zicht!’ roepen. Binnenkort zal dit landschap opengescheurd worden door een brug die de Antwerpse ring moet sluiten. Nog een geluk dat het gebouw een beschermd monument is.

Naast het schoolgebouw bevindt zich de grasmat van The Belgian Mariners, de rugbyploeg van de HZS. Rugby past wel in de mannelijke en gedisciplineerde maritieme wereld. Zeelui zijn echter niet uitsluitend mannen met baarden. Sinds het academiejaar 1980-1981 zijn meisjes toegelaten op de school. Nu maken ze zo’n vijftien procent van het studentenbestand uit. Voorbij het rugbyveld ligt een vijver waarin ik in de zomervakantie eens op eigen risico heb gezwommen. De aspirant-officieren oefenen hier de snelle evacuatie met een oranje vrije valreddingsboot, die momenteel enkele meters boven het wateroppervlak zweeft.

 

De ontdekkingsreiziger

In een gang op het gelijkvloers hangen dezelfde oranje bootjes aan een schaalmodel van de Vasco Da Gama, in het echt een baggeraar van het Belgische bedrijf Jan De Nul en de grootste ter wereld. Gregory heeft stage gelopen bij Jan De Nul. Van een klas van twintig man mocht de helft naar de Verenigde Arabische Emiraten. De andere helft liep stage in Antwerpen. Gregory kreeg in Abu Dhabi de smaak te pakken en wil zich graag toeleggen op het baggeren. De Belgische bedrijven Jan De Nul en Deme zijn wereldleiders in de sector. Ze halen opdrachten binnen in onder andere Angola, Mexico, Rusland en Qatar.

Omdat België maar één zeevaarthogeschool heeft, wisselen twee soorten klaslokalen elkaar af: Nederlandstalige en Franstalige. Een vierde van alle studenten op de HZS komt uit het buitenland. De zeevaart is sowieso een internationaal milieu. De les Global Maritime Distress Safety System leert aan hoe de verschillende schepen en nationaliteiten op zee over de radio communiceren. Ook hier is Engels de lingua franca. Via strakke codeprocedures worden boodschappen heen en weer gezonden. Wie voor de boeg zes containers op drift ziet, doet: call edit; all ships; safety. De aanpalende simulatiekamer ontvangt de waarschuwing. De leerkracht neemt zijn gsm om mij het systeem duidelijk te maken. Het werkt een beetje zoals een sms. “De berichten worden via satelliet naar elkaar gezonden,” zegt hij, “behalve in zone A4 aan de Noord- en Zuidpool, daar is geen satelliet. Daar werkt enkel de telex nog.” De Franstalige leerkracht spreekt Nederlands voor deze klas, maar op het bord schrijft hij de opdracht "you are in position l 40° 16N g035° 36W; you are sinking."

Onder het bewind van Napoleon werd het maritiem onderwijs in Antwerpen grondig geherstructureerd. De Antwerpse haven en de Schelde waren voor hem een pistool, gericht op het hart van Engeland. Daar hoorde een gepaste maritieme opleiding bij. Vandaag geeft de HZS nog steeds het startschot van een avontuurlijke loopbaan, eentje die mikt op de hele wereld.