Het kerstverhaal is de lezer ongetwijfeld bekend. Trappen wij een open deur in als wij verhalen dat Jozef en Maria in Bethlehem geen herberg vonden die deze hoogzwangere maagd wou ontvangen? (Zie ook linksboven.)
Jozef trapte toentertijd een gesloten deur van een stalleke open, om zijn vrouwtje de Messias ter aarde te laten brengen. Hij lag niet in kraaltjes zoals rechtsboven, maar in een beddeke van stro.
Iets verder werden een aantal herders door een wonderlijk engelenkoor op de hoogte gebracht van het Goddelijke Baren. Aanstonds trokken zij, zoals op de foto linksonder, op tocht. Zij waren als het ware de eersten die naar een kerstfeestje gingen.
De eersten die ook pakskes bijhadden om onder de kerstboom te leggen, waren onze vrienden de Drie Koningen. Vanuit het Oosten volgden zij een indrukwekkende ster (zie rechtsonder) die hen de weg wees naar het Beloofde Land.
De gezelligheid die ongetwijfeld overheerste in de stal, toen allen samen het wonder van de Zoon van God aanschouwden, wenst de redactie van dwars al haar lezers toe.
Moge de commerciële trivialiteit van de moderne versie u voorbijgaan. Moge de warmte van dit familiefeest u en de uwen de heersende koude overwinnen (of op z’n minst nuanceren). Ook voor niet gelovigen kan dit feest een gelegenheid zijn om een goeie fles Porto te kraken.