Omdat er de afgelopen maand niet veel gebeurd was rond de camera die op de Ossenmarkt zal komen, maar het vorige artikel afgesloten werd met ‘Wordt ongetwijfeld vervolgd...’, ging dwars aankloppen bij het establishment, meer bepaald bij de lokale politie. Zij zijn het immers die vanaf eind april in het oog zullen houden hoe vaak je in je neus peutert als je van een Duvel aan het nippen bent op de Ossenmarkt. Nee, niet echt.
Cameracontrole en dispatching worden geleid door commissaris Carlo Neyt, die ons trots de video wall laat zien, waar de camerabeelden live te zien zijn op negen beeldschermen.
Carlo Neyt Er zit 24 op 24 iemand aan de video wall, die de 76 camera’s actief observeert. Een groot deel van hun nut komt uit proactief toezicht. Als we op het De Coninckplein twee mensen zien trekken en duwen, sturen we daar een patrouille op af en hoeven we niet te wachten tot het erger is geworden en iemand de politie belt. We kunnen dus ingrijpen voor het uit de hand loopt.
Is er geen privacyprobleem met al die camera’s?
Neyt Ten eerste zijn er de grijze vlakken die je ziet (over de ramen van huizen, nvdr.). Die worden bij de installatie van de camera digitaal in de beelden ingebouwd, zodat de privacy van de bewoners gevrijwaard blijft. Daarnaast mogen we alleen kortstondig toezicht houden. Als we voor langere periodes een plaats of een persoon in het oog willen houden, zitten we in een andere wetgeving en moeten we machtigingen van het parket krijgen.
En wat is het effect van een camera?
Neyt Het zorgt in de eerste plaats voor een verhoging van de statistieken (lacht), simpelweg omdat je er actiever mee bezig bent en meer feiten kan vaststellen. Maar men is van plan om binnenkort een aantal camera’s te verhangen, een nulmeting te doen en twee jaar later opnieuw te kijken wat de gevolgen zijn, zowel voor de objectieve als voor de subjectieve veiligheid, wat heel verschillende dingen zijn.
Gewoon tegen een voordeur
Omdat de 77ste camera krijgen geen enorm spectaculaire verwezenlijking is, trokken we naar commisaris Marc Lambrechts, de wijkverantwoordelijke voor afdeling West. Deze zone behelst het stuk stad binnen de Leien en heel Linkeroever. Het stuk binnen de Leien is nog eens opgedeeld in twee delen: West 1, vanaf de Meir tot aan het MAS, en West 2, van onder de Meir tot aan het industriegebied in het zuiden. Hoofdinspecteur Jan Severyns is de teamleider van team 1, waar dus ook de Stadscampus onder valt.
Is de situatie op de Ossenmarkt zo veel erger geworden dat er nu plots een camera nodig is?
Marc Lambrechts De studentenpopulatie is serieus vergroot: er zijn gebouwen bijgezet en campussen naar hier getrokken. Daardoor zijn er ook een paar problemen groter geworden, wat logisch is als je met meer bent. De wijkwerking is ook pas in 2008 begonnen. Daarvoor deden we bijna uitsluitend aan interventie. We zijn met de wijkwerking begonnen om problemen aan de basis op te lossen. Van half 2008 tot half 2009 hebben we hard gewerkt aan de Ossenmarkt en omgeving, en ook wat resultaten behaald, maar dat was vooral preventief. Zorgen dat het lawaai binnen de cafés blijft, bijvoorbeeld. Ik denk niet dat je kan zeggen dat de buurtbewoners kleinzerig zijn, de meesten kunnen best wel wat hebben. Maar als we controle doen, op een gewone avond, zijn er nog steeds mensen die ongegeneerd tegen een voordeur staan te pissen. Doe dat in het café waar je jezelf hebt volgedronken, of desnoods op een blinde muur. Dat mag ook niet, daar gaan ze ook een boete voor krijgen, maar gewoon tegen een voordeur, alsjeblief.
Jan Severyns De camera is er ook in de eerste plaats op vraag van de bewoners gekomen, hoewel het voor politioneel werk natuurlijk altijd gemakkelijk is. De camera wordt ook ingezet tegen overvallen, vandalisme en vechtpartijen, dus zeker niet alleen tegen overlast.
We worden dus op elk moment bekeken?
Lambrechts Er hangen tientallen camera’s in de stad, dus denk alsjeblief niet dat iemand de Ossenmarkt continu in het oog houdt. Het voornaamste voordeel dat wij er in zien is dat als er een oproep binnenkomt, we onmiddellijk kunnen kijken wie wat aan het (mis)doen is en waar die persoon naartoe gaat. Maar het is zeker niet zo dat elke keer als iemand een verkeerde beweging maakt, er een patrouille op afkomt. Dat is geen realiteit en dat willen wij ook niet. Het is absoluut niet dat de camera alles gaat oplossen. Er is samengezeten met verschillende diensten binnen de stad en we hebben een lijst met twintig, vijfentwintig punten, waar de camera er eentje van is.
Severyns Het is jammer dat we nu repressief moeten optreden, onder andere met de huidige prikacties. We hopen terug te kunnen afbouwen naar een normaal toezicht. Wij hebben geen echte studentencel, dus naast onze reguliere werking proberen wij op de drukste momenten toezicht te houden. Er zijn wel mensen die elke nacht last hebben van roepende studenten. Die mensen moeten gaan werken, maar kunnen amper slapen. Natuurlijk kunnen we daar niet elke dag staan.
Hoe verloopt het contact met de studenten?
Lambrechts Toen we het wildplakken wilden aanpakken, hebben we via onze contacten in het Antwerps Studentenoverleg gevraagd om daar mee te stoppen. Toen zijn we samen met de stad op zoek gegaan naar mogelijkheden, zoals plakzuilen, waar tijdens de praesidiaverkiezingen nog plakborden bijkomen. Dat hebben we gedaan om tegemoet te komen aan de studenten, maar wie het nog doet, beboeten we dan wel. En ik moet eerlijk zijn, de studenten hebben daar perfect in meegeholpen. Er zijn amper nog verenigingen die wildplakken. Want er is niet alleen gezegd “je moet er mee stoppen”, er is ook een alternatief aangeboden, en dat proberen we in feite met het hele actieplan. De stad en de politie zijn helemaal niet tegen de studenten, laat dat duidelijk zijn. We proberen er gewoon voor te zorgen dat iedereen zich thuis voelt in Antwerpen, dat studenten en bewoners kunnen samenleven. Severyns In Leuven is het bijvoorbeeld veel strenger. Zo mogen studenten binnen de ring niet met een glas de straat op, of met een lint rondlopen, al denk ik niet dat dat laatste beboet wordt. Lambrechts En de nachtwinkels mogen er na middernacht ook geen alcohol meer verkopen. Maar er hangt een zwaar preventief luik aan vast en dát willen we hier vooral uitbouwen.
Severyns Waar we naartoe zouden willen, is dat het onder de studenten leeft. Wat sociale controle zou al een hele stap zijn, als studenten tegen elkaar kunnen zeggen: “Hey, maat, hang het eens niet zo uit.”
En wij?
Om te zorgen voor een “leefbare studentenbuurt” zijn er door de stad en de studenten twee instanties opgericht. Dit ligt in de traditie van de stad Antwerpen om studenten in het stadsbestuur te betrekken. Allereerst heeft de stad een stuurgroep opgericht die verschillende stadsdiensten samenbrengt en waar de meer technische studentenzaken besproken worden. Daar wordt bijvoorbeeld momenteel gekeken naar het ophalen van vuilzakken. Dat gebeurt nu op dinsdag terwijl studenten die in het weekend naar huis gaan hun vuilzakken vaak al op vrijdag op straat zetten. De stuurgroep werkt rond dit soort onderwerpen nauw samen met het Antwerps Studentenoverleg (ASO), dat samengesteld is uit afgevaardigden van de studenten- en kringraden van de verschillende instellingen in onze associatie én studenten van de Lessius hogeschool (verbonden aan de K.U.Leuven).
In de schoot van het Antwerps Studentenoverleg werden naar aanleiding van het actieplan leefbare studentenbuurt twee werkgroepen opgericht. De werkgroep ‘leefbare studentenbuurt’ geeft adviezen aan het Studentenoverleg in verband met verbeterde infrastructuur in de studentenbuurt en werkt een informatiecampagne uit over ‘leven als student in de stad’. Zo kan Antwerpen een bruisende studentenstad blijven, terwijl er in zo weinig mogelijk brievenbussen wordt gepist en er tegen zo weinig mogelijk deuren wordt gekotst. Hoewel dit vooral rond de Ossenmarkt gebeurt, is het plan gericht op de hele studentenbuurt. De werkgroep komt samen met vertegenwoordigers van het kabinet Onderwijs, betrokken stadsdiensten of de politie om te werken aan een, jawel, leefbare studentenbuurt.
Het Studentenoverleg is het adviesorgaan van de stad Antwerpen voor studentgerelateerde zaken. Het Studentenoverleg werkt samen met Antwerpen Studentenstad aan een studentvriendelijke stad. Er wordt onder andere gepraat over preventie van alcohol- en drugsmisbruik, verbetering van de infrastructuur en het opstellen van minimumnormen voor het verhuren van een kot. Daarnaast is er een aparte werkgroep opgericht die het doopcharter gaat evalueren en optimaliseren. Hierin zetelen, naast studentenvertegenwoordigers uit het ASO, praesidiumleden van elke studentenclub die hieraan wenst mee te werken. Vervolgens gaat de stuurgroep met de besproken thema’s aan de slag. Volgens Orry van de Wauwer, woordvoerder van het ASO, verloopt de terugkoppeling vlot: “Ik denk dat hoe de stad Antwerpen samenwerkt met haar studenten tamelijk uniek is in Vlaanderen.”
De camera zal wellicht in april geplaatst worden. In een verder stadium zullen er meer hulpstukken komen om feestende studenten eraan te herinneren dat niet heel de stad ’s nachts hoeft te horen hoe jong en losbandig ze zijn. De werkgroepen staan er voor in om te zorgen dat deze maatregelen niet te ver gaan. Van de Wauwer: “De camera komt er nu eenmaal. Ik denk dat we op lange termijn de beste resultaten bekomen, zowel voor de buurt als voor de studenten, door nu constructief aan het actieplan mee te werken. Dat zal een repressief beleid zoals in Leuven sowieso voorkomen.”