Diergeneeskunde

Maarten Staepels is onderzoeker
23/05/2011

De term ‘wetenschappelijk onderzoek’ dekt vele ladingen, maar het clichébeeld is toch dat van een vorser in een witte laborantenjas temidden van heftig pruttelende reageerbuisjes. Of, en daar wil ik vandaag heen, de onderzoeker die werkt met proefdieren. Experimenten op muizen zijn een optie, maar het kan gekker, dus neem ik contact op met Chris van Ginneken, professor Anatomie en Bio-Ethiek aan het Departement Diergeneeskunde. Wanneer ik arriveer aan Gebouw U op Campus Drie Eiken moet ik alvast één cliché bijstellen. Ik had me voorbereid op een kil labo met dieren in kleine kooien, maar Diergeneeskunde beschikt over een heuse boerderij. Enkele lama's staan me onnozel aan te kijken wanneer ik voorbij fiets. Verderop zijn studenten in blauwe overalls in de weer met het dresseren van een paard.

Onrijpe biggen

Maar goed, ik ben hier dus voor de proefdieren. Biggetjes om preciezer te zijn. Professor Chris van Ginneken werkt al sinds ze zelf nog doctoraatsstudente was met varkens. Het onderzoek waar zij en haar team nu mee bezig zijn, draait om Intrauterine growth retardation (IUGR,) een geboorteafwijking bij varkens (alsook bij mensen, waarover later meer). De biggen met deze afwijking zijn bij de geboorte erg zwak en klein, ze zijn in de baarmoeder als het ware onvoldoende ‘gerijpt’. Als gevolg geraken ze in de worstelpartij tussen de andere biggen moeilijk aan de moedermelk, die vlak na de bevalling boordevol levensnoodzakelijke antistoffen en hormonen zit. De diertjes blijven dus erg zwak, en het kleinste wondje kan makkelijk tot gevaarlijke infecties leiden, die op hun beurt weer de rest van het nest kunnen besmetten. Veel boeren kunnen nauwelijks anders dan deze zwakke versgeboren biggetjes onmiddellijk uit de nesten halen en ze euthanaseren. Dit onderzoek is er dan ook gekomen op vraag van de veehouders, die voor de productie van hun vlees natuurlijk liefst grote nesten met min of meer homogene, gezonde varkens kweken.

 

Magische cocktail

Aan de Universiteit Gent loopt een onderzoeksgroep die uitzoekt of het probleem verholpen kan worden door de voeding van de zeug tijdens de zwangerschap aan te passen. Hier in Antwerpen wordt vooral gekeken naar de heilzame werking van die eerste zeugenmelk, oftewel het colostrum. Het positieve effect van dit colostrum is al langer bewezen, maar de werking begrijpt men nog niet helemaal. “Het is een soort magische cocktail, een Gouden Standaard voor moedermelk, waarvan we nog niet helemaal weten welke factor of combinatie van factoren juist zorgen voor de wonderlijke werking. Het is nu dus aan ons om uit te zoeken wat er structureel misloopt bij de IUGR-biggen, en in de tweede plaats welke fractie van deze Gouden Standaard de beste resultaten oplevert om ze er weer bovenop te krijgen.”

 

Boeren en boerinnen

In de praktijk heeft de onderzoeksgroep de voorbije twee jaar al een vijftal nesten opgekweekt, met telkens een andere fractie van het colostrum in hun melk. Bij deze experimenten gebruiken ze het colostrum van runderen, dat commercieel veel makkelijker beschikbaar is. Zeugen melken is immers onbegonnen werk, en zeker voor de vleesindustrie quasi ondoenbaar. Het nest dat ik kan bekijken is nog maar net aangekomen, de biggetjes zijn slechts vijf dagen oud. Het zijn er een tiental, een combinatie van gezonde biggen en IUGR-biggen. “Wij krijgen de biggen van de boer als ze drie dagen oud zijn, hier op onze boerderij blijven ze dan tot ze 28 dagen oud zijn. Dan krijgen ze een spuitje, en worden ze naar binnen gebracht voor een grondige dissectie.” De kleine biggen liggen dicht naast en op elkaar onder rode warmtelampen. Ze zijn onwaarschijnlijk zacht en roze, en – bij gebrek aan betere term, het spijt me – écht schattig. “Ja, het is natuurlijk jammer om de diertjes te moeten euthanaseren, maar we proberen ze tijdens hun korte leven goed te verzorgen en veel liefde te geven.” Doorheen de week zijn het meestal studenten die instaan voor de zorg van de dieren, maar in het weekend is het professor Van Ginneken zelf die het hooi van de koeien en de melk van de biggetjes komt verversen. “Het was mijn kinderdroom om boerin te worden, ik geniet er dan ook echt van die laarzen en overall aan te trekken om hier te komen werken.”

 

IUGR-baby's

Dat het onderzoek ook voor de humane geneeskunde van belang is, is een mooi meegenomen tweede luik binnen het onderzoek. IUGR komt namelijk ook bij mensen voor, en er zijn redenen om aan te nemen dat dit colostrum ook bij deze zwakke baby's een positief effect kan hebben. Er zijn trouwens al een tijdje rundercolostrumtabletten voor sporters op de markt. Klinische experimenten op baby's - en dan zeker zulke zwakke baby's - zijn echter niet te verantwoorden. Varkens hebben een zeer aan de mens gelijkaardige werking van het maag-darmkanaal. Als professor Van Ginneken en haar team erin slagen om de X-factor in het colostrum te achterhalen, zal daar ook vanuit de humane medische sector zeker interesse voor zijn.