Het elfdaagse festival Closer/dichterbij, dat dit jaar van 1 tot en met 11 oktober plaatsvond in het Antwerpse Zuiderpershuis, werd pas voor de tweede keer georganiseerd onder leiding van Den Tunnel, dat in 2008 het levenslicht zag. Het bijzondere aan Closer/dichterbij is dat er niet gefocust wordt op één bepaald aspect van cultuur. Beeldende kunst, fotografie, muziek, woord, theater en zelfs gastronomie worden samengebracht in één grote creatieve mengelmoes. Een avondje gezellig uit eten kan er bijvoorbeeld perfect gecombineerd worden met een bezoek aan één van de expositieruimtes of een beunhard rockconcert om daarna als afsluiter ‘een danske te placeren’ op de afterparty.
Het muzikale programma werd dit jaar ingevuld door Gregory Frateur, bij velen misschien beter bekend als de zanger van Dez Mona. Hij speelde vorig jaar op Closer/dichterbij met Dez Mona en is vanaf het prille begin zeer betrokken geweest bij het project. Van de organisatie kreeg hij carte blanche bij het kiezen van de muzikanten en dat resulteerde in een mix van opkomend talent en enkele gevestigde waarden binnen de Belgische muziekwereld. Bands zoals Go March, Samowar en Pomrad zijn misschien voor velen nog onbekend, maar hebben zeker het potentieel om veel groter te worden en speelden dit jaar al onder meer op Pukkelpop.
Pomrad verzorgde op 2 oktober de afterparty. Dit trio bracht een soort hiphop/funk met een duidelijke invloed uit de jaren ’70 en geregeld een vette knipoog naar bands als Daft Punk, waarmee ze de hele zaal aan het dansen kregen. Als voorprogramma van The Van Jets speelde op 3 oktober Samowar. Leen Diependaele, de frontvrouw en tevens enige lid van de band, maakt gebruik van een loop station en haar engelenstem. Deze combinatie zorgt voor een experimentele sound binnen het electropop-genre waarbij Samowar perfect de ingetogen stukken weet af te wisselen met echte dance-momenten. Samowar was voor mij misschien wel de ontdekking van het jaar. Daarna was het de beurt aan The Van Jets. Na een nummer of twee vroeg zanger Johannes Verschaeve of het publiek niet dichter bij elkaar en bij het podium kon gaan staan. Het concept van Closer/dichterbij werd me plots duidelijk. In de zaal geen security, geen dranghekken, geen plastieken bekers, geen gezever. Gewoon een podium waar het publiek helemaal rond kan en een frontman die meermaals in het publiek rondliep, -sprong en -danste.
"Feesten zolang we nog kunnen"
Na een oerhard en fantastisch optreden zocht ik de bassist van The Van Jets, Frederik Tampere, op – gewoon tussen het publiek uiteraard – voor een kort interview. Ik vroeg hem hoe het kwam dat de band van echte garagerock naar een meer elektronische sound met veel synthesizer evolueerde, iets waarvoor Editors bijvoorbeeld met een deels andere bezetting verder is gegaan. “Het is vrij organisch gegroeid. We werken nu ook samen met Jeroen De Pessemier (van The Subs), één van de beste keyboard muzikanten die er is. Hij heeft zeker een invloed gehad op de sound van de band. Johannes is ook meer nummers beginnen componeren vertrekkende van de piano, terwijl hij dat vroeger met zijn gitaar deed. Dan creëer je een heel andere sound." Of dit problemen gaf binnen de band? "Ach, in elke band zijn er wel discussies, dat moet ook. Maar bij ons heeft dit niet tot al te veel problemen geleid.” Hun laatste album Welcome to Strange Paradise is met nummers zoals de titeltrack Utopia en Two Tides of Ice een soort aankondiging van het einde van de mensheid; ik vroeg op welke manier dit geïnterpreteerd moet worden. “Dat is zeker niet negatief bedoeld. Het is meer een ode aan hoe leuk het eigenlijk tot hiertoe geweest is en een oproep om zoveel mogelijk te genieten en vooral te feesten zolang we nog kunnen.”
De afterparty werd verzorgd door Hush Hefner en daar botste ik nog op een rustig meefeestende Johannes. Voor hem had ik nog een specifieke vraag. Hij verscheen namelijk op het podium met een enorm ‘blingbling’ euroteken rond zijn nek. Was dat een knipoog naar de hiphopscene of meer een politiek statement? “Het is inderdaad eigenlijk allebei", antwoordde hij lachend, "Er zitten nu meer hiphopinvloeden in onze muziek en dit was een soort knipoog naar de dollartekens die rappers rond hun nek dragen. Daarnaast is het zeker ook een politiek statement voor wat er allemaal gebeurd is met Griekenland e.d.”
Op het einde had ik nog een leuke babbel met de organisatoren, Joost Peeters en Paul Hermans. Toen ik hen vroeg of ze zouden uitbreiden en/of zich willen toespitsen op één aspect van hun festival antwoordden ze met een sterke nee. “De bedoeling is echt om iedereen aan te spreken. Vooral het gegeven dat we een ‘klein’ evenement zijn, waarbij we mensen kunnen verwonderen is voor ons het hoofddoel. Er is ook geen barrière tussen artiesten en publiek. Tijdens het evenement staan de muzikanten, performers, kunstenaars… gewoon mee in de zaal. Dat gegeven, Closer/dichterbij, letterlijk, dat mag absoluut niet verdwijnen. Anders hebben we gefaald en zijn we gewoon één van de zovele duizenden festivals.” Niet enkel The Van Jets, maar een heleboel andere performers die ik sprak hadden niets dan superlatieven over het festival. Het minder anonieme karakter dan bij andere festivals en concerten en de muzikanten die gewoon tussen het publiek kunnen rondlopen zijn hiervoor de voornaamste reden. Door het enorm gevarieerde aanbod aan cultuur is Closer/dichterbij een echte aanrader en met mij hebben ze zeker een vaste fan bijgekregen. Tot volgend jaar!
Wil je meer weten over Closer/Dichterbij? Surf dan naar www.closerdichterbij.be
impressie Closer/Dichterbij 2014