De Stad die Nooit Slaapt

01/11/2001
🖋: 
Auteur extern
JA

Ik was er nog nooit geweest. Midden augustus nam ik de beslissing: een weekje de sfeer opsnuiven in een stad die steeds tot m’n verbeelding heeft gesproken. Een stad ook die via de media een groot deel van ons beeld van de Verenigde Staten bepaalt.

Ze dommelt misschien nooit in, die Stad der Steden, maar ze is toch danig buiten westen geklopt. Het was zo’n twee weken na “what happened”, toen ik voor het eerst voet aan wal zette in de Nieuwe Wereld. Het is dan ook niet vanzelfsprekend de vergelijking te maken met enkele weken daarvoor. Ik moet het dus doen met verhalen van anderen en mijn beeld van wereldsteden zoals Parijs, Londen en Antwerpen. Manhattan, het centrale eiland van New York, is ook nu nog groter dan Antwerpen.

 

Wat zeg ik, zelfs Central Park is groter dan Oud Antwerpen! Maar daar blijft het niet bij. New York heeft een groter aantal pantservoertuigen en barricades dan eender welke stad die ik ooit bezocht. Er liggen ook meer bloemen voor de brandweercentrales dan in Antwerpen – we spreken hier over de orde van grootte van heuse stapels. Voor die kazernes branden ook meer kaarsjes en zingen er over het algemeen veel meer kinderkoortjes het lof van de heldhaftige Fire Fighters dan ik gewoon ben.

 

De in Financial Distric alom aanwezige militairen kijken er dreigend met hun rifles als kanonnen of kanonnen als rifles. Niet goed wetend wat ze met die schietijzers moeten aanvangen, hangen sommigen een Amerikaanse vlag aan de loop. Geen enkele plek blijft er trouwens gevrijwaard van de Stars and Stripes, die de plaats lijken te hebben ingenomen van de heden schaarse toeristen. Zo werd me toch verteld. En zo vertel ik het voort.