de onzin van zen

mens sana in corpore sano
07/12/2015
🖋: 

Student en sport. Vloeken deze woorden? Nochtans leuzen genoeg om je te laten inspireren: van de gouwe ouwe ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’ tot ‘zweet is slechts vet dat huilt’ of de gevleugelde woorden van Rocky Balboa: “It ain’t how hard you hit. It’s about how hard you can get hit and keep moving forward.” Neen? Weten ze je niet te raken? Te lui, te hard geleerd, te veel gefeest? Ik begrijp het en wil helpen. Daarom beoefen ik iedere maand een sport in jouw plaats. En laat dat stereotiepe potje voetbal of tennis maar varen; ik volg de mindset ‘hoe gekker hoe beter’. Deze maand zoek ik ontspanning in pilates.

December prijkt weer op de jaarkalender. Het contrast tussen kluizenarij en feestgedruis. Noeste arbeid. Warme kerstverlichting. Stapels cursussen. Prachtig aangeklede kerstboom. Depressie nabij. Vuurwerk bewonderen. Huilen in een hoekje. Dolgelukkig pakjes geven en ontvangen.

 

Als de blokperiode daar is, zijn we allemaal een beetje bipolair. Verloren. Weg van deze wereld.

 

Maar blijf niet bij de pakken zitten! In deze vreemde periode kan sport houvast bieden. Als een heldere ster boven de hemel schittert jouw sportsticker op je studentenkaart. Volg zijn pad. Koop sportbroek, t-shirts en sportschoenen. Kies wijs uit het scala van sporten die de universiteit aanbiedt. Ontspanning moet centraal staan. Rugby? Nee! Zaalvoetbal? Nee! Karate? Nee! Stuk voor stuk te intensief. Rust is noodzakelijk! Rust zeg ik! Muurklimmen, zwemmen, basketbal? Allemaal fout!

 

Pilates is de sport die ik zoek. De sport die mijn gekwelde ziel zal zalven. Die mijn innerlijke boeddha zal doen kirren van genot. Pilates is de Verlosser.

 

Het is een kille donderdagavond wanneer ik de sporthal van Thomas More National binnentreed. De les pilates gaat zo van start. Met een opgerold yogamatje onder de arm begeef ik me tussen collega-rustzoekers, die duidelijk hun chakra’s al te baas zijn. Ik sluip naar een plaats waar nog genoeg matruimte vrij is, maar nog niet halverwege de zaal word ik al teruggefloten. Dertig paar ogen fixeren zich nu op mij, de ene van meer woede doordrongen dan de andere. In mijn hoofd breekt paniek uit. Shit, wat heb ik verkeerd gedaan? Mijn sportsticker was in orde, ik heb een matje bij zoals gevraagd en sportkledij aan. Wat kan de reden zijn van deze publieke vernedering? Nadat ik voorzichtig terug naar de ingang van de zaal ben geschuifeld, houd ik halt voor de lerares. Zweet parelt op m’n voorhoofd, maar we hebben  nog geen seconde gesport. De lerares maakt me duidelijk waarom ik hier opnieuw sta: ik had mijn sportschoenen nog aan. Pilates gebeurt blootvoets. Domme ik. Mokkend trap ik m’n schoenen uit, waarop de lerares me groen licht geeft. Tijd om mee zen te worden.

 

De les begint met enkele opwarmers. Simultaan buigen we door de knieën, om vervolgens terug naar boven te veren terwijl we onze armen in de lucht zwieren. Ik ben ooit in het bezit geweest van Wii Fit, deze oefening is dus een peulenschil. De zonnebloem, de rups, de ninja: hoe de beweging ook mag heten, ik voer ze uit. Moeten we ons al ontspannen voelen? Rust, waar ben je?

 

We worden opgedragen op ons matje plaats te nemen en de Venusschelp uit te voeren. Op de zij gelegen met de arm in de nek, beweeg ik mijn been naar omhoog en omlaag. Een zweem van rust glijdt nu over me heen. Eindelijk, daar is ze. Wat is pilates toch fantastisch. Als een compleet nieuw persoon zal ik hier straks de sporthal uitwandelen. Ik verkeer in een gelukzalige roes. Eén waar je geen kater aan overhoudt. Pilates is daadwerkelijk de Verlosser.

 

Dan breekt de hel los. Een nieuwe golf van paniek welt in me op. We zijn namelijk weer rechtop gaan zitten en dienen nu onze ontblote tenen aan te raken met onze handen. Zo lenig ben ik echter niet en mijn handen blijven dan ook hangen ter hoogte van mijn knieën. Ik strek mijn vingers uit zover ik kan, maar het mag niet baten. Van overal welt pijn op. Ondertussen verzuip ik in een tsunami van zorgen. Waar is het zengevoel van enkele minuten geleden? Mijn gevorderde mede-yogi’s zijn getuige van mijn onkunde. Sommigen kunnen hun glimlach niet onderdrukken. Dit is pure horror. Wanneer we uiteindelijk mogen lossen, wil ik neerzakken op mijn matje. Tijd voor een pauze?

 

Niet geloven. De lerares vuurt ons meteen aan de volgende oefening uit te voeren: de plank. Van de regen in de drop. Na 60 eeuwigdurende seconden lig ik uitgeteld op de mat. Terwijl de overige participanten alweer een volgende oefening inzetten, blijf ik in foetushouding bewegingsloos liggen. Wie zijn hoofd hier kan leegmaken, beschikt over een speciaal talent dat ik niet heb. Waarom is iedereen hier volkomen sereen met het feit dat we bijna geradbraakt worden? Ik wil weglopen.

 

Wanneer de lerares de les heeft beëindigd en afscheid van ons heeft genomen, stuif ik de sporthal uit. Binnensmonds vloekend doorkruis ik de kille straten. Eenmaal thuis aangekomen vlij ik me neer in mijn zetel. Ik denk aan hoe ze mij daar nooit meer zullen terugzien. Die gedachte brengt me iets of wat tot rust.