De Amerikaanse Congresverkiezingen

de Internationale Editie
17/09/2010
🖋: 
Auteur extern
Brendan Carroll

Geen zichzelf respecterend blad zonder buitenlands nieuws, dachten wij. Daarom is er iedere maand een stukje actualiteit ‘van in den vreemden’. Een buitenlandse collega-redacteur van een studentenblad geeft zijn visie op de actualiteit. Deze maand komt de duiding uit Princeton. Brendan Carroll, columnist voor The Daily Princetonian, gaat dieper in op de Amerikaanse Congresverkiezingen van 2 november.

Het onderwerp van de Amerikaanse tussentijdse verkiezingen in november is hetzelfde als dat van de opening van Homeros’ Ilias: Woede.

 

Door deze woede bij de tussentijdse verkiezingen zal de partij van de zittende president zoals gewoonlijk zetels in het Congres (senaat en House, nvdr.) verliezen. Op die manier liggen iedere twee jaar zowat één derde van de zitjes in de senaat en het House (Kamer van volksvertegenwoordigers, nvdr.) voor het grijpen. Voor dit jaar komt het er op neer dat de Democraten de verkiezingen ingaan met 59 van de honderd zetels in de senaat. In het House, met 435 leden, hebben ze nu nog een meerderheid van 35 zitjes. Als de Republikeinen de touwtjes in handen willen krijgen, moeten ze dus 39 overwinningen boeken voor het House. In de senaat moeten ze negen extra zetels bemachtigen, uiteraard zonder eigen zetelverlies.

 

Een andere constante bij de midterms is de verminderde steun voor de zittende president. Voor de democratische partij zijn de vooruitzichten niet zo positief. Vanaf de Tweede Wereldoorlog verliest de partij van de president immers gemiddeld 34 zetels in het House als de ‘approval ratings’ van de president zich onder de 50 procent begeven. Voor president Obama liggen die al de hele zomer onder de 40 procent, en naar alle waarschijnlijkheid kan hij ze tegen november niet voldoende opkrikken. De ontevredenheid over het presidentschap van Barack Obama verdwijnt echter in het niets in vergelijking met de algemene afkeer voor het Congres.

 

Amerikanen houden er immers van om steen en been te klagen over het Congres, al zijn deze verkiezingen toch anders. De Amerikaanse economie is nog steeds niet hersteld van de ‘Grote Recessie’. Het werkloosheidspercentage staat nog steeds op een verontrustende 9,6 procent, dat is dubbel zoveel als gewoonlijk, en door het overaanbod op de arbeidsmarkt heeft zo’n 8 procent van de Amerikanen het zelfs opgegeven om werk te zoeken of een loonsverlaging aanvaard. De bevolking verwacht dat de overheid dit oplost, en liefst zo snel mogelijk.

 

Obama koos ervoor om de economie te herstarten door een hele reeks overheidsuitgaven. Dat moet volgens Keynesiaanse economen het gebrek aan private investeringen compenseren en aldus de economische activiteit aanwakkeren. De Republikeinen vinden dat deze methode mislukt is, terwijl linkse economen dan weer vinden dat de ingreep niet ver genoeg gaat. Vermits de Amerikaanse economie sinds september niet meer krimpt – maar ook niet echt groeit – is het enige dat echt groter wordt het federale begrotingstekort.

 

Van oudsher is de Amerikaanse bevolking gekant tegen overheidsuitgaven en de federale overheid heeft het overheidstekort de afgelopen 10 jaar laten oplopen tot een recordhoogte. Het voorbije decennium vergrootte het tekort van 3 miljard dollar tot meer van 12 biljoen dollar. Dit is grotendeels te wijten aan de dure uitgaven voor gezondheidsvoordelen voor ambtenaren onder President Bush – de rest van het geld ging naar de oorlogen in Irak en Afghanistan. Obama voegde daar alleen al aan economische stimuli nog eens een dikke 800 miljoen dollar aan toe.

 

Amerikanen zijn helemaal niet gewend aan zulke grote tekorten en vrezen dus dat de regering zoveel uitgeeft dat ze de put straks niet meer kan dichten. Dat de Democraten overheidsuitgaven in het verleden vaak aangemoedigd hebben, maakt het gemakkelijk om hen als fiscaal roekeloos af te schilderen, hoewel de meeste van deze tekorten werden gerealiseerd onder president Bush. Daarenboven is de Amerikaanse bevolking te ongeduldig voor trial-and-error economics. De Democraten faalden om de economische groei op gang te trekken, daarom zijn de Amerikanen nu bereid om de Republikeinen een kans te geven. Het helpt natuurlijk dat er sinds George W. Bush het Oval Office verliet, een heel nieuwe lichting Republikeinen is opgestaan. Deze politici en beroemdheden sparen hun giftige opmerkingen over de Bush-administratie niet. Daardoor gaan ze ook niet mee ten onder met alles waarmee Bush geassocieerd wordt.

 

Bijgevolg zullen de Democraten – de Trojanen in dit verhaal – wellicht hun meerderheid in the House of Representatives verliezen, en mogelijk ook in de senaat. Want zij worden verweten roekeloos om te springen met overheidsfinanciën, zonder enig economisch succes. En omdat hun linkse basis ontevreden is omdat ze vinden dat de partij te weinig deed met haar macht in het Witte Huis, House en senaat. De Republikeinen zijn dan weer woedend, want de Democraten hebben in hun ogen net te veel met die macht gedaan. In deze sfeer van woede en ongenoegen zal het de Republikeinen wellicht niet moeilijk vallen om – zelfs met een gammel Trojaans paard – het politieke landschap in de VS te hertekenen.