Paardrijden zonder zadel. Een geliefkoosde hobby van een aantal ravissante roze rukkers. Ruwweg gaat het hier over een extreme strekking binnen het homomilieu die er op kickt het HIV-virus door te spuiten naar seropositief-maagdelijken.
Voor deze vrijerijdsbesteding heeft men niet veel rubber nodig. Het is net als een kind boven het doopbekken houden, daar volstaat een kletske ook. Het besprenkelen van het gewillige slachtoffer maakt deze lid van de teugelloze sekte. Hij is er bijgevolg vol van en wil het knagend venijn over de generaties heen doorgeven. Zoiets heet dan een traditie te zijn. Maar zulk een respectabele repetitie wordt mismeesterd door het kleinerende en gemaakt amusante aspect.
Ook een aantal machtsgeile, meedogenloze meesters schept er genoegen in hun eigenste studentensacrament op dergelijke infantiele wijze te verkrachten. De extase die wordt bereikt bij het besmetten van verkennende welpen, die blindelings gaan paardrijden zonder zadel om niet langer in de schacht genomen te worden, is fataal verslavend. Een verslaving die simultaan met de scrotummelksmet wordt ingelepeld.
Zou Stanley Milgram ook op zijn luguber experiment met stroomstoten zijn gekomen door het dragen van een gemaquilleerde doktersjas? De doktertje spelende kwakzalvers zouden beter het afrollen van condooms tot hun coïtale bezigheid maken, daar kapootknauwen het immuunsysteem van de kritische blik op het studentenwereldje ernstige schade kan toebrengen. Deze barbaarse bezigheden kunnen evenwel ook als olijk vertier worden ingeslikt. Ongetwijfeld vinden sommige niet-sigaretschooiende schachten het een waar hoogtepunt in hun studentenbestaan.
Net zoals het merendeel der homo’s er niet als zadelloze cowboys op los hoeft te galopperen om de anus de moeite waard te vinden.