Je kan het niet missen als je in Antwerpen woont: dat oh-zo-mooie gebouw aan de Graanmarkt, genaamd het Toneelhuis, ook wel bekend als de Bourla. Dit stadstheater móet je eens bezocht hebben. Geld is geen excuus: voor studenten worden er portemonneevriendelijke tarieven gehanteerd. Ik kreeg de kans om – letterlijk – achter de schermen te gaan in het Toneelhuis en wel bij de voorstelling Passions humaines, geregisseerd door Guy Cassiers met tekst van Erwin Mortier.
Guy Cassiers is sinds 2006 artistiek leider in het Toneelhuis. Naast hem creëren nog een zestal andere artiesten er hun werk, namelijk Olympique Dramatique, Bart Meuleman, Abke Haring, Benjamin Verdonck, FC Bergman en Mokhallad Rasem. Dit zorgt voor uiteenlopende vormen van theater, verschillend qua discipline en schaal. Van puur teksttheater tot sterk visueel beeldend theater, van klank- en beeldtechnologie tot artisanaal kleinschalig handwerk. Het verschil tussen deze makers wil een afspiegeling zijn van de verscheidenheid die zo kenmerkend is voor 't Stad. Voor ieder wat wils!
Passions humaines
De voorstelling Passions humaines is een typisch Belgisch verhaal, dat draait rond de beeldhouwer Jef Lambeaux en zijn controversiële werk De menselijke driften. Uit dit werk spreekt Lambeaux' passie voor het menselijk lichaam en vooral voor de beweging. Het kunstwerk zorgt voor controverse tussen enthousiaste liberalen en verontwaardigde katholieken vanwege het pornografische karakter ervan. Die onenigheid wordt alleen maar erger wanneer koning Leopold II de opdracht geeft om het werk in marmer uit te voeren. Schrijver Erwin Mortier buigt zich over dit verhaal en maakt van de controverse rond het beeldhouwwerk een panorama van menselijke drama's, maatschappelijke tegenstellingen en ideologische gevechten. Rond de figuur van Lambeaux verzamelt hij een groep kleurrijke personages die samen de tijdsgeest, de normen en waarden en de hypocrisie aan het einde van de negentiende eeuw incarneren. Met een tweetalige Frans-Nederlandse cast is Passions humaines in alle opzichten een Belgisch verhaal.
technische doorloop
Maar hoe gaat dat er bij zo'n voorstelling nu backstage aan toe? Ik word rondgeleid door productieleider Michaël Greweldinger en chef techniek Joost Man. Vanavond speelt Passion humaines voor de tweede week in het Toneelhuis, na een aantal avonden gespeeld te hebben in Frankrijk. Het is vier uur 's middags, maar achter de schermen van de Bourla wordt er al hard gewerkt aan de voorstelling van vanavond. Er wordt een technische doorloop zonder acteurs gedaan waarbij alle technische aspecten (geluid, licht en decorwisselingen) per scène worden doorlopen en gecheckt. Het is heel apart om datgene wat je normaal als kijker vanuit de zaal ziet, eens vanachter het doek te beleven. Alles loopt hier heel gestructureerd, iedereen heeft zijn eigen taak. Het is aan Joost om dit alles te coördineren. Aangezien er nu al meerdere voorstellingen zijn gespeeld, is de technische doorloop binnen vijftien minuten gedaan. Maar bij een eerste voorstelling is dat wel anders. Ieder theater is namelijk weer anders, bijvoorbeeld qua hellingsgraad van het podium. Tijdens een tour moet hier in ieder theater weer rekening mee worden gehouden en moeten decorstukken daar soms aan worden aangepast.
Toch heeft Joost niet enkel als taak om de techniek te coördineren, hij wordt al vanaf het allereerste begin van een voorstelling betrokken bij het proces. Guy Cassiers staat er namelijk om bekend dat hij vanaf de start samen zit met alle technici. Op deze manier kunnen zij meteen inspringen op ideeën en zien of deze technisch realiseerbaar zijn of niet.
The Phantom of the Opera
Omdat de technische doorloop deze keer zo vlot verloopt, is er nog wat tijd voor een rondleiding in de Bourla. Joost neemt me mee naar de kelders van het Toneelhuis, onder het podium bevinden zich blijkbaar nog drie verdiepingen. Ineens waan je je in een setting van de musicalfilm The Phantom of the Opera (guilty pleasure van de redacteur). Het is hier een doolhof van houten panelen en katrollen. Vroeger werden deze gebruikt om decorstukken op het podium te laten bewegen, maar ondertussen zijn ze niet meer in gebruik. Toch is het bijzonder dat deze mechaniek nog aanwezig is, het Toneelhuis is namelijk een van de weinige moderne theaters waarbij er nog zoveel oorspronkelijke mechanismen zijn behouden.
een grote familie
Na de rondleiding is het etenstijd en begeven we ons naar de kantine. Hier stroomt het ondertussen vol met alle werknemers van het Toneelhuis. Van de techniekers tot de leidinggevers, van de stagiaires tot de acteurs, iedereen eet hier samen. Het is één grote familie. Dit moet ook wel, voor sommige voorstellingen zijn ze namelijk weken samen op tour. Zo speelt Passion humaines 15 en 16 juni weer op het Holland Festival in Amsterdam. Het voelt nog een beetje onwennig om me als studente plots tussen al dit creatief geweld te bevinden, maar iedereen is heel open en de sfeer is gemoedelijk. Het is mooi om te zien hoe zoveel verschillende soorten mensen zo goed met elkaar samengaan op het moment dat zij naar eenzelfde doel werken, namelijk een geslaagde voorstelling.
showtime
Intussen is het nog maar een uur voordat de voorstelling begint en begeven de acteurs zich naar de kleedkamers. Daarna is het tijd voor de soundcheck die ik vanuit de zaal kan bekijken. Het is de eerste keer dat ik eens in een vrijwel lege theaterzaal zit. Maar niet voor lang, over een halfuur opent de zaal voor het publiek. Ik kan nog net een stukje van de inleiding door Petra Damen – die verantwoordelijk is voor de publiekswerking – meepikken in de hal van het Toneelhuis en daarna kan de show beginnen.
Wanneer ik weer gewoon als bezoeker in de zaal zit tussen de rest van het publiek, vergeet ik al snel de technici die nu achter de schermen hun taken uitvoeren en laat ik me meeslepen door het stuk. Dat lijkt me alleen maar een goed teken. Na de voorstelling drinken de productieleider en regisseur nog een pintje in de foyer en dan is het tijd weer om naar huis te gaan. Maar voor de echte volhouders is er natuurlijk altijd nog café De Duifkens op de Graanmarkt, waar veel theaterbezoekers nog een laatste pintje (of twee) drinken.