Antwerpenaar van het Jaar: leve de underdog

Dubbelinterview met Monique Verdickt en Sihame El Kaouakibi
20/02/2013

Wat hebben Matthias Schoenaerts, Netsky, Astrid Bryan en Sven De Ridder gemeen? Ze zijn allemaal nog nooit tot Antwerpenaar van het Jaar verkozen. Al twee jaar op rij moeten acteurs, topsporters, producers en stijliconen bij deze verkiezing plaats ruimen voor de underdog. Vorig jaar was dat Sihame El Kaouakibi, dit jaar Monique Verdickt. Beiden sterke vrouwen die zich inzetten voor de gemeenschap, al zijn ze onderling net zo verschillend als hun initiatieven. El Kaouakibi is de oprichtster van urban arts-school Let’s Go Urban, Verdickt is de stuwende kracht achter Moeders voor Moeders.

Halven euro, halven euro, halven euro

Moeders voor Moeders is een organisatie die voedsel, kledij en andere hulpmiddelen inzamelt en deze distribueert onder kansarme gezinnen in Antwerpen. Wat in 1992 begon als een enkele doos kleren in de kelder van Verdickt, is uitgegroeid tot een organisatie met meer dan 145 medewerkers, allemaal vrijwilligers. Voorafgaand aan het gesprek met de Antwerpenaar van het Jaar 2012, krijgen we eerst een korte rondleiding. Deze wordt gegeven door Katrin Beyer, een goede vriendin van Verdickt, van het begin bij de organisatie en natuurlijk ook moeder. We lopen door de verschillende kamers van het gebouw in de Helmstraat, die allemaal tjokvol dozen en spullen staan. Een klein supermarktje, een grote wachtkamer annex refter, een kinderkamer, een kleine kliniek, een kapsalon, een naairuimte en talloze sorteer- en opslagplaatsen. In elke kamer zijn mensen druk in de weer.

 

“Alles kost een symbolische halve euro,” zegt Beyer, “zo hebben de mensen het gevoel dat ze er toch voor betalen.” Er is voor alles een afdeling: voedsel, kledij voor kinderen tot twaalf jaar, af en toe een marktje met kleding voor volwassenen, speelgoed, schoolmateriaal, wasgoed, buggy’s, enzovoort. In de babyafdeling vinden we de moeder van Verdickt, een frisse schone van 88 lentes, druk in de weer met het samenstellen van pakketjes voor pasgeborenen. Moeders voor Moeders schenkt extra aandacht aan de allerzwaksten. Het vondelingenluik is hiervan een voor de hand liggend voorbeeld. In de refter hangen portretten van de zes kindjes die over de jaren heen hier te vondeling werden gelegd. “Van de zes vondelingen is er eentje terug bij de biologische mama,” laat Beyer weten, “de anderen zijn allemaal geadopteerd en gezond.” Na de rondleiding krijgen we de beloofde facetime met Verdickt.

 

Moeders voor Moeders: een begrip

Bent u blij met uw verkiezing? Is het ook een boodschap van de inwoners van Antwerpen of gewoon een leuke attentie?

Monique Verdickt Ik vind dat wel leuk. En het is goed ook dat mensen die ons nog niet kenden, ons nu wel kennen. Zo kunnen we nog meer mensen bereiken.

 

Zijn jullie met de jaren positiever geworden, of gaat het net de andere kant op en ziet de toekomst er slechter uit?

Verdickt Je kan armoede niet als positief beschouwen en we zien wel veel miserie. Maar het is net door de hulp die we kunnen bieden dat de situatie van deze mensen een beetje draaglijk wordt, en daarom moeten we verder doen. Het is door de hulp van zoveel mensen dat we het ook kunnen verderzetten.

 

Zijn er arme mensen bijgekomen?

Verdickt Het aantal is zeker gestegen. Toen ik in 1992 begon, kwamen er bijna alleen maar Belgen, want er waren nog geen vreemdelingen. Dat is ondertussen uitgebreid naar meer dan honderd verschillende nationaliteiten. En ja, de armen worden armer en de rijken worden rijker. Moeders voor Moeders is een begrip geworden dat niet meer weg te denken is. Terwijl we eigenlijk niet zouden mogen bestaan, want het OCMW zou dat werk moeten doen.

 

Jullie werken wel samen met het OCMW?

Verdickt Het OCMW en Kind en Gezin sturen mensen naar ons door met een officiële brief zodat ze niet telkens hun situatie moeten uitleggen. Die brieven bevestigen ook dat ze effectief in een precaire situatie zitten. Zo houden we de profiteurs buiten.

 

Is profiteren van Moeders voor Moeders makkelijk?

Verdickt We proberen dat natuurlijk te voorkomen. Ge kunt wel goe zijn, maar ge moet ni zot zijn. Profiteurs zullen er altijd zijn, maar dat houdt ons niet tegen de anderen te helpen.

 

Sihame El Kaouakibi haalt vaak het profetariaat aan. Mensen die het systeem kennen en er duidelijk hun slag uit willen halen. Jongeren en kansarmen moeten de tools krijgen om zelfvertrouwen te kweken. Wat vindt u daarvan? Behandelen we mensen die het moeilijk hebben zo niet als slachtoffers?

Verdickt Dat is natuurlijk een andere doelgroep. Wij krijgen moeders met kleine kinderen. En we kunnen niet zomaar zeggen: “Mevrouw, u moet gaan werken!” als ze een hoop kleine kinderen heeft. We proberen hen wel mee op te voeden. Dat ze hun kinderen op tijd laten opstaan en naar school brengen, bijvoorbeeld. Zo moeten de kinderen niet mee aanschuiven en zien dat hun moeder eten bij ons komt halen. Anders verval je in een patroon waarbij het kind het normaal vindt om eten en spullen bij ons te komen halen. Dat is niet de bedoeling. We zijn dus wel een beetje opvoedkundig ingesteld. Als je hier komt, sta dan op tijd op, doe de kinderen naar school en behoud de regelmaat. De kinderen moeten niet het slachtoffer zijn van de situatie van de moeder. Zij kiezen niet in welk wiegje ze liggen.

 

Beter dan de vuilbak

Het vondelingenluik is dan wel de allerlaatste mogelijkheid voor moeders die de verantwoordelijkheid niet aankunnen.

Verdickt Het is niet de beste oplossing, maar het is toch beter dan de vuilbak. Als je weet dat je niet voor je kind kan zorgen, of je weet dat je omgeving je niet zal helpen als je zwanger bent, dan is het beter om het bij ons te vondeling te leggen dan het te vermoorden.

 

Blijkbaar zijn er toch situaties waar de moeder terugkomt voor haar kind?

Verdickt Ja, dat komt omdat we dat kind uit het bereik van de pers hebben kunnen houden. Daardoor is het contact met de moeder heel vlot verlopen. Het is onvoorstelbaar hoeveel invloed de media hierbij hebben en hoe snel ze het oppikken wanneer een kind te vondeling gelegd wordt. De laatste keer was ik op vakantie aan de kust. Ik kreeg bericht dat er een kindje in de schuif gelegd was en ik haastte me over de expresweg naar huis. Ik was nog niet bij Zelzate of ik werd al gebeld werd door de VTM. Dan denk ik allez, hoe kan dat nu? Die moeder was misschien nog niet thuis toen haar kind al op televisie gekomen was.

 

Denkt u dat dit voor alle gezinnen in onze maatschappij mogelijk is: een gezin combineren met een job, bijvoorbeeld in eenoudergezinnen of wanneer beide ouders uit moeten gaan werken?

Verdickt Als je wilt, kan je veel. Er zijn evengoed mensen die alleen al van hun hond overspannen zijn. Je moet dat voor jezelf uitmaken.

 

Maken initiatieven zoals Moeders voor Moeders het dan makkelijker voor zulke gezinnen?

Verdickt Ja, zeker. Ik denk dat we de status van heel veel arme gezinnen hebben verbeterd. Ook mensen die te kampen hebben met een faillissement of een scheiding zijn er door ons weer bovenop geraakt.

 

Put on your dancing shoes

Op een kilometer wandelafstand van Moeders voor Moeders ligt Muziekcentrum Trix, de uitvalsbasis van Let’s Go Urban en het kantoor van haar directeur, Sihame El Kaouakibi, ex-Antwerpenaar van het Jaar. El Kaouakibi won de prijs vorig jaar voor haar niet aflatende inzet en vechtlust om dans, urban arts en onderwijs te combineren en aan de man te brengen. Haar passie verenigt honderden jongeren om hun leven in eigen handen te nemen. Empowerment, discipline, volharding en motivatie zorgden ervoor dat El Kaouakibi haar stempel heeft gedrukt op deze stad.

 

Vorig jaar werd u Antwerpenaar van het Jaar. Heeft die verkiezing veel invloed op u gehad, en op Let’s Go Urban?

Sihame El Kaouakibi Op mij persoonlijk sowieso. Als jonge vrouw van zesentwintig is een erkenning als deze een duwtje in de rug. Het is gewoonweg heel snel aan het gaan. We merken dat we geboomd zijn. Nu rekenen honderden jongeren op ons. Hiervoor hebben we ook keihard gewerkt. In dat opzicht is Antwerpenaar van het Jaar worden enerzijds een mooie waardering van mijn werk en het werk van talloze andere organisaties. Anderzijds ben ik tot het besef gekomen hoe groot Let’s Go Urban geworden is. Mensen verwachten van mij dat ik slaag in de dingen die ik doe.

 

Jullie motto is 'You want some? Come and get it! You have some? Come and show it!' Het weerspiegelt uw eigen woorden uit eerdere interviews: als je onderaan de maatschappelijke ladder staat, moet je niet profiteren van het systeem maar geloven in jezelf en putten uit die kracht. Sijpelt die boodschap door bij jullie leden uit armere gezinnen?

El Kaouakibi Absoluut. Iedereen hier weet dat als je iets wil krijgen, je ervoor moet werken. Punt aan de lijn. Wat ik er eigenlijk mee bedoel is dat ons systeem er voor iedereen is. Er zullen aan de ene kant altijd mensen zijn die zonder ondersteuning niet verder geraken. Voor die mensen staan we er dan ook. We zullen trekken en zeulen. We zullen ervoor zorgen dat ze sociaal kapitaal opbouwen. Ze zullen uit hun isolement klimmen. Aan de andere kant heb je mensen die echt wel wegwijs zijn in het systeem. Iemand die van een uitkering leeft en dan in het zwart werkt, daar kan ik niet mee om. Er zijn grenzen in onze maatschappij. Akkoord, die grenzen zijn op een gegeven moment een beetje verwaterd. Wij willen gewoon back to basics gaan. Op een innovatieve manier een ietwat conservatieve denkpiste uitstippelen, weg van het paternalisme. We moeten geloven in deze mensen.

 

Monique Verdickt stelde dat er bij initiatieven zoals Moeders voor Moeders altijd mensen zullen zijn die proberen profiteren. Heb je het gevoel dat dit bij Let’s Go Urban ook het geval is?

El Kaouakibi Natuurlijk kan zoiets voorvallen. We vragen echt wel om een return. Je kan hier niet binnenvallen, iets meenemen en nooit meer terugkomen. Je schrijft je in op jaarbasis. Aangezien de samenstelling van onze groepen zo sterk en divers is op sociaal, cultureel en etnisch vlak, willen de leden zich ook nestelen binnen deze familie. Wij gaan niet naar de straat, wij maken ons aanbod aantrekkelijker dan de straat. We leggen de lat hoog voor onze organisatie. Dat heeft ook een effect op de jongeren. Ze waarderen dat en vervolgens zetten ze zich tomeloos in. Als ze geen hulp nodig hebben, kunnen ze deelnemen. Als er wel sprake is van een moeilijke situatie kiezen ze een traject uit. Iemand die in financiële of sociale problemen zit, komt naar mij toe: “Dit is wat je van mij krijgt. Dit is wat ik van je verwacht.” Het pessimisme rond jongeren moet van de baan. Jongeren zijn onze toekomst, letterlijk en figuurlijk.

 

Net zoals Moeders voor Moeders hebben jullie naast een helpende ook duidelijk een opvoedende rol. Bij Moeders voor Moeders gaat het vooral over de ouders, bij Let’s Go Urban over de jongeren. Hebben jullie nooit contact met de ouders?

El Kaouakibi We mikken op een publiek dat ook onafhankelijk wil zijn, dat zich wil losmaken van thuis, op een positieve manier. Ze willen hun verantwoordelijkheid opnemen en hun zelfstandigheid uitbouwen. Desalniettemin heb ik ervoor gekozen om twee jaar geleden een groep te starten bestaande uit zesjarigen. Dus die ouders zijn er sowieso bij. Het is logisch dat je dan ook banden opbouwt met die ouders. De ouders zien hoe wij omgaan met de adolescenten. Zo vormen ze een beeld hoe de toekomst van hun kind eruit zal zien. Wie weet speelt hij of zij wel ooit mee in een productie van Let’s Go Urban? We tonen aan de ouders dat de brede basis altijd mogelijkheden heeft om door te stromen, of zelfs uit te stromen. Hierdoor gaan de ouders je ook au sérieux nemen.

 

Urban Culture

Antwerpen is dit jaar Europese Sporthoofdstad. Jullie hebben meegedaan met Sporting A’s Danspromenade. Hebben jullie nog speciale projecten in petto?

El Kaouakibi Het eerste wat ik doe wanneer Antwerpen op zichzelf begint te focussen, is het heft in handen nemen. Ik bombardeer ze met urban culture. We nemen als organisatie altijd een adviserende rol in. Spijtig genoeg heeft de coördinator van zulke grootse evenementen vaak geen flauw benul wat urban culture inhoudt. Ik streefde ernaar om urban culture een van de pilaren te maken van dit jaar en dat is ook gelukt. Tientallen evenementenbureaus hebben ons al gecontacteerd. Dit jaar zetten we een maatschappelijk re-integratieproject voor ex-gedetineerden op poten, waar sport een centrale rol in zal spelen. Hier zouden we dan met trajecten werken en de ex-gedetineerden helpen met hun sociale re-integratie.

 

Hoe ziet u de toekomst van Let’s Go Urban?

El Kaouakibi Men moet ons de tijd en ruimte geven om te consolideren. De kwaliteit die we bieden moeten we blijven bieden. Daar mondt ons urban center dus uit. We willen een innovatief centrum opbouwen en implementeren in de stad. We moeten het deze legislatuur waarmaken. Urban culture staat in het bestuursakkoord en we willen dus ook acties zien. Kortom, alles binnen Let’s Go Urban is aan het boomen. Ze zullen ons moeilijk kunnen tegenhouden. Zelfs zonder steun zullen we er komen. Ik geloof in de dingen die we doen.