Deze maand wijkt dwars uit naar Kaapstad, Zuid-Afrika. Al jarenlang wordt in het land een schijnbaar hopeloze strijd gevoerd tegen aids/hiv. Lang niet alle jongeren schatten de problematiek naar waarde en Rémy Ngamije is zich daar als student maar al te goed van bewust. Als fervent blogger en collega-redacteur van het studentenblad Varsity aan de University of Cape Town wou hij met plezier zijn visie met ons delen.
Heb je ooit een van die horrorfilms gezien waarin een groep tieners hopeloos gestrand is op een verlaten plaats? Het kan haast niet anders, ze gooien er mee naar je hoofd. Deze adolescenten raken, in afwachting van hun nakende dood, steeds verwikkeld in dezelfde verhaallijn – iemand stelt op een gegeven moment namelijk voor om de groep op te splitsen, en ze weten allemaal dat ze dat beter niet zouden doen.
De groep bestaat meestal uit een vijf- of zestal stereotiepe figuren. Er is altijd een jock – de lokale sportheld – die zich veel sterker opstelt dan hij in werkelijkheid is. Hij groeit meestal uit tot de leider van het groepje. Zijn ongelukkige beslissingen bezegelen het lot van zijn gelegenheidsvrienden. Daarnaast is er steevast de nerd. Niemand schenkt hem aandacht. Hij is tenslotte de nerd. Om het kleurenpalet te vervolledigen, dient men ook altijd een zwarte aan te voeren. Dit zwarte schaap sterft meestal als eerste. Voorts figureren er nog minstens twee dames. De ene onderscheidt zich door haar amoureuze ervaring tussen de lakens en is toevallig de vriendin van de jock. Traditiegetrouw gaat het om een cheerleader. De andere is veel minder populair, maar heeft niettemin een oogje op diezelfde spierbundel. Andere personages zijn niet van belang.
Het script is bijgevolg erg voorspelbaar. We weten al in welke volgorde de personages het loodje zullen leggen. Het zwarte overleeft occasioneel de eerste slachtronde, maar nooit de tweede. Daarna verdwijnt de nerd in alle verwarring en vervolgens laat Miss Popular het leven. De schoonheid die ons – net als haar maagdelijkheid – veel te vroeg moest verlaten. Hierdoor blijft het lelijke eendje meestal over met de jock, die vooralsnog op miraculeuze wijze elke aanslag op zijn leven wist te pareren. Ze overleven. Een kus volgt. De aftiteling verschijnt, einde van de horrorfilm. We zijn allemaal vertrouwd met dit scenario.
Wat ik in het bijzonder aangenaam vind aan dit soort films, zijn niet de acteerprestaties (die erbarmelijk zijn) of het script (dat oppervlakkig is) – eigenlijk ik vind niets goed aan deze films, op één ding na. Gaandeweg maakt angst zich meester. Daarom kan ik de angst die zich aftekent op de gezichten van de personages wel appreciëren. Ik vind hun kreten om hulp, wanneer er alweer iemand verdwijnt, bijzonder amusant. Ik hou van dit gevoel, maar tegelijkertijd haat ik het bewust.
Zie je, dat komt doordat dit gevoel vrij herkenbaar is. Niet omdat mijn leven zich afspeelt op de achtergrond van ‘Saw’ of ‘Scream’. Wel omdat met de omvang die de aidsproblematiek vandaag aanneemt in onze wereld, ik lijk te figureren in een horrorscript dat niemand loslaat en dat uitsluitend verhaalt over onze hormonendrift. Er zijn jocks, er zijn nerds, er zijn losers en er zijn atleten, politici, dokters, advocaten, holebi’s, jij en ik.
Het is angstaanjagend, oprechte angst. Angst die je voelt door merg en been, die reikt tot in je diepste bewustzijn, wanneer je beseft dat dit een alledaags scenario is. In Afrika zijn aids en hiv de silent killers die bepalen hoe lang de film duurt. De diepste kern van waarheid in mijn analogie schuilt echter in de manier waarop men in Afrika omgaat met aids. Het scenario lijkt zich te herhalen. Iemand stelt een stom idee voor à la “laten we het doen zonder condoom?!”, en de rest van het verhaal schrijft zichzelf. Het is enorm frustrerend om te zien hoe scholieren en studenten omgaan met deze pandemie. We denken allemaal, om een of andere reden dat de zwarte jongen als eerste getroffen zal worden. In dit geval hoeft de zwarte natuurlijk niet zwart te zijn. Er zijn andere minderheden in de samenleving waarvan we steeds denken dat zij eerder en harder getroffen zullen worden. Dus is er niets aan de hand. We zetten ons voor de televisie en troosten onszelf met het zelfbedrog dat we nog negentig minuten vermaak voor de boeg hebben.
Nu zijn we overtuigd dat de nerd (of die ene marginale groep in de maatschappij) aan de beurt is. Arme nerds. Ach ja, nog steeds hebben we zestig minuten voor de boeg. We blijven kijken en tellen af totdat de cheerleader te grazen genomen wordt. Het script loopt zo stilaan op zijn einde. Er rest ons uiteindelijk slechts de maagd met wie we ontwaken uit deze nachtmerrie die aids in feite is.
Een bijkomend probleem is dat aids als een monster huis houdt en niet noodzakelijk het script volgt. Je hoeft niet marginaal te zijn om slachtoffer te worden van aids. Je hoeft evenmin zwart te zijn. Het meest verontrustende bij de huidige generatie is echter dat ondanks de willekeur en de onvoorspelbaarheid waarmee deze ziekte toeslaat, we steeds bepaalde conventies volgen waarvan we geloven dat die ons zullen beschermen. We distantiëren ons van de slachtoffers. We proberen er niet over te praten, gesterkt in de overtuiging dat het wel voorbij zal waaien, of we schuiven de schuld af op het lot. We weigeren vooral om de waarheid onder ogen te zien. Het aantal figuranten raakt uitgeput en vroeg of laat, kunnen ook jij of ik ten prooi vallen.
Het is triest, maar zo gaat het er aan toe in Afrika. Seks zonder condoom lijkt in veel facetten op deze puberale horrorfilms. Het probleem is dat je nooit echt zeker weet of de film nu aan het draaien is of niet. Je kan ook nooit exact voorspellen wie nu juist getroffen zal worden. Het is een griezelfilm. Je zou er eens naar moeten kijken.