HUMAN RIGHTS LAW (FRÉDÉRIC VANNESTE)

dwarszitter

11/11/2024

Je kent het wel, met volle moed begin je in september (weer) aan je opleiding, maar in oktober voel je de herfstblues al terugkomen. Je zucht en puft je door het semester heen en begint te twijfelen aan je studiekeuze. Hoe anders had je leven er kunnen uitzien mocht je een ander pad ingeslagen zijn? Daarom gaat dwars elke editie haar boekje te buiten en zetten we een student in een andere studierichting om daar een les bij te wonen. Deze keer waag ik me aan een les Human Rights Law uit de master Rechten, een Engelstalig college gegeven door Frédéric Vanneste.

Sinds ik aan mijn studie Taal- en letterkunde begon heb ik nog nooit spijt gehad van mijn keuze. Toch stond de opleiding Rechten ook kort op mijn lijstje van kanshebbers. Daar ben ik snel van afgestapt en ook daarvan had ik geen spijt toen ik de horrorverhalen hoorde van mijn beste vriendin, die wel Rechten studeert. Dankzij haar was deze dwarszitter niet mijn eerste keer in een rechtenles, maar misschien wel de eerste keer dat ik echt zou proberen opletten. De prof wist al in de eerste vijf minuten mijn aandacht te grijpen door de doodstraf en euthanasie te vermelden – niet meteen lichte stof voor een vrijdagnamiddag. Ik leerde over het recht op sterven, of het gebrek daaraan, met bijpassende moeilijke dilemma’s over comapatiënten en wie zeggenschap over hun leven en sterven heeft.

Helaas was ik de eerste vijfenveertig minuten lichtelijk in de war door het constante gebruik van het woord ‘states’. Dat woord gebruikte professor Vanneste blijkbaar niet om te verwijzen naar de Amerikaanse staten, maar naar landen in het algemeen. Toen ik die informatie iets beter kon plaatsen, kwam ik te weten dat een land bij verdachte sterfgevallen zelf een onderzoek moet beginnen en niet mag wachten op een derde partij. Klinkt logisch, toch? Ik moet toegeven dat de voorbeelden die Vanneste aanhaalde best interessant waren, of dat toch zouden zijn met wat achtergrondinformatie. Tijdens de les werd namelijk in het rond gestrooid met verwijzingen naar wetsartikelen en vroegere rechtszaken die rechtenstudenten blijkbaar vanbuiten kennen. Ik was alvast onder de indruk van de ijverigheid van mijn tijdelijke medestudenten – online spelletjes, VRT NWS en groepschats waren nergens te bekennen. Enkel mijn buren waren in de ban van een love calcuator.

Na een zeer lange eerste helft van de les kondigde Vanneste aan dat hij de tweede helft zou toewijden aan vragen en discussies. Studenten zouden de kans krijgen om naar voren te komen en de discussie te leiden. Ik fleurde op; misschien werd het nog spannend. Heaas was die hoop van korte duur. Niemand durfde namelijk de uitdaging aan te gaan. Na het nogal luidruchtige schrapen van het tafeltje van een ongeduldige studente was de les na twee uur afgelopen, en daarmee ook mijn rechtencarrière. Ik houd het voorlopig toch maar bij Ulysses, de Moriaen en pragmatiek.