Universitas in een nieuw kleedje

UAntwerpen genoodzaakt minder budget beter te verdelen

21/11/2019
🖋: 

De verbouwing van Prinsesstraat 16: een project met een verhaal. Het adres zegt je misschien niet zoveel, maar de naam Universitas doet wellicht een belletje rinkelen. In dit pand, eigendom van Universiteit Antwerpen, huist immers de befaamde cursusdienst. De verbouwing is een behoorlijke investering, die past binnen het grotere plaatje van kostenbesparing waar UAntwerpen niet aan ontkomt. Het pand zal in de toekomst ook studentgerelateerde verenigingen herbergen. 

“Dit gebouw zal heel verbindend werken, ik vind dat echt leuk”, zegt Universitas-zaakvoerder Tom van Uffelen enthousiast. “Zo wordt dit pand in waarde hersteld. Ik ben er echt blij mee dat we een polyvalente invulling aan het gebouw kunnen geven. De samenwerking met de universiteit is me heel goed bevallen.” Universitas huurde de gelijkvloers en de eerste verdieping voor haar cursusdienst en stockage. De tweede, derde en vierde verdieping stonden al tijden leeg en waren er erbarmelijk aan toe.

“We zitten vanaf 1992 in dit pand", vertelt Tom. "Voordien 'hopte' Universitas als het ware.” Voor '92 zat het bedrijf afwisselend aan de Paardenmarkt en aan de Prinsstraat, maar het doel was altijd om dicht bij de student te staan. Er bestonden destijds al connecties tussen Universitas en UAntwerpen. Toen het pand aan de Prinsesstraat vrijkwam, is Universitas daar ingetrokken. Naast een cursusdienst hadden ze ook een drukkerij in het pand, die is inmiddels verhuisd naar Schoten.

toen en nu

“Begin jaren 90 was het nog niet zo hightech als nu. Als je bijvoorbeeld honderd exemplaren van een cursus nodig had, dan drukte je honderd keer velletje één en vervolgens honderd keer velletje twee af”, schetst de zaakvoerder. “Cursussen werden verspreid over verschillende tafels en ze gingen blaadje voor blaadje pikken om zo die cursus samen te stellen.” In die tijd moest er ’s nachts worden doorgewerkt om drukke periodes te overbruggen. Maar de tijden zijn veranderd. In de drukkerij in Schoten bevindt er zich nu hightech apparatuur om de cursussen efficiënt in veelvoud te kunnen printen.

“Vandaag de dag kunnen we alles vanaf één exemplaar produceren, maar ook echt alles.” Als voorbeeld noemt de zaakvoerder posters. Daarnaast drukt het bedrijf ook voor verschillende uitgeverijen. “Vroeger produceerde Universitas bijna uitsluitend cursussen, maar we zaten dan met piekperiodes en vervolgens vier tot zes maanden waarin er veel minder werk was. Toen hebben we besloten om recurrente klanten te gaan zoeken, zoals opleidingscentra en kmo’s. Momenteel halen we 30% van onze totale omzet uit de cursusdienst en 70% is business-to-business.”

“Het lukt een pure cursusdienst tegenwoordig niet om te overleven”, vult Toms vrouw en medezaakvoerster Evi Van Berckelaer aan. “Je moet bovendien grote investeringen doen in nieuwe machines. We zitten met bijna 25 personeelsleden, die wil je ook het hele jaar aan het werk houden. Continuïteit en dienstverlening voor studenten kunnen we alleen garanderen omdat we het bedrijf geworden zijn dat we nu zijn.”

Groenenborger

Universitas zit echter niet alleen aan de Prinsesstraat. “Groenenborger had tot vorig jaar een eigen cursusdienst”, vervolgt Evi. “Vanaf dit academiejaar mogen wij daarvan die uitbaten voor een periode van vijf jaar met mogelijke verlenging naar tien jaar.”

Tom voegt hieraan toe: “Dat is ook leuk en vooral voordeliger voor de universiteit, want hun focus is onderwijs. Haar medewerkers moeten zich daarop kunnen richten. Voor de diensten die niet tot de kernactiviteit behoren, worden zoveel mogelijk andere partners gezocht om die taken te kunnen outsourcen. Printen is onze specialiteit, wij doen meer dan honderd miljoen prints per jaar. Aangezien dit onze corebusiness is en we hier al tientallen jaren ervaring in hebben opgebouwd, kunnen wij waarschijnlijk goedkoper inkopen en onze processen telkens verbeteren, wat iedereen ten goede komt.”

andere kant van de medaille

Er is een verbouwing aan de gang en daarin speelt UAntwerpen uiteraard ook een rol. Een aantal jaar geleden staken Universitas en Universiteit Antwerpen de koppen bij elkaar. Er werd besloten dat de bovenste verdiepingen een nieuwe bestemming zouden krijgen. Zo zullen dwars en de Studentenraad de vierde verdieping delen. Op de derde verdieping komt een polyvalente ruimte voor repetities van de Antwerpse Studentenharmonie, het Universitair Koor Antwerpen, De Bromvlieg en Mimosaurus. Op de tweede verdieping is zich een vergaderzaal voor veertig personen, die zal gebruikt worden door de Studentenraad, dwars en de Kringraad.

Zoals bij elke verbouwing hangt ook hier een prijskaartje aan vast. “Er is een nieuwe verwarming geïnstalleerd, een datanetwerk, nieuwe elektriciteit en er zijn toiletten geplaatst. Met de verbouwing hebben we voldaan aan de nieuwe bouweisen, maar we hebben er geen luxueuze invulling aan gegeven”, zegt Lieven Willems van het Departement Infrastructuur. “De bestaande vloer is bijvoorbeeld behouden en slechts opgeschuurd en geschilderd. De traphal is gewoon beton en metselwerk met steen, dat wordt ook verder niet afgewerkt.”

“Maar de te verbouwen verdiepingen moesten wel toegankelijk zijn. Het probleem met dat pand was dat er een lift was, maar geen interne trap en ook geen traphal. Heel eigenaardig", vindt Lieven. "Met een trapje kon je naar de eerste verdieping en zo naar de bovenliggende verdiepingen. Ik denk dat je met de trap zelfs niet tot op de vierde verdieping kon geraken."

reserves aanspreken

“Voor de volledige verbouwing beschikken we over een budget van 600.000 euro. Dat lijkt veel, maar alles zit hierin: de lift, de traphal, alle wanden, afbraakwerken”, gaat Lieven verder. “Het stuk dat Universitas zelf betaald heeft, zit er niet bij. Eigenlijk hebben wij aan Universitas een soort casco (de vloeren en de wanden, nvdr.) aangeboden. Alles wat "in" de ruimte zit aan technieken, meubilair enzovoort hebben zij betaald."

Maar laten we eerlijk zijn: een bedrag met vijf nullen vind je niet plots onder een steen, ook niet als universiteit. “Dat was ook niet gemakkelijk”, vertelt Lieven. “Wij zijn op zoek gegaan naar budgetten en dankzij hulp van de financiële dienst hebben we dat bijeen kunnen rapen.”

De peda Ten Prinsenhove moest (noodgedwongen) in erfpacht ondergebracht worden. Voor de verbouwing aan de Prinsesstraat kon wel geld vrijgemaakt worden. “Je kan die dingen niet vergelijken”, geeft Lieven aan. “De studententoren gaat over tientallen miljoenen euro’s. Investeringen van 600.000 euro zijn wel te realiseren. En we hebben het geld nuttig besteed, temeer omdat de universiteit al had beslist om het pand aan Prinsesstraat 16 te gaan verbouwen. Het gebouw had een update nodig, dat was voorzien.”

“Dit project valt perfect binnen de middelen van de universiteit te verantwoorden”, vult Koenraad Keignaert van het Departement Sociale, Culturele en Studentgerichte Diensten aan. “Er kunnen reserves aangesproken worden en verschuivingen georganiseerd worden. Het gaat om de ordegrootte van het bedrag. Twintig miljoen kun je niet verschuiven, dat moet je gewoon hébben.”

verdampende investeringsruimte

Koenraad vervolgt: “Patrimonium is onderhevig aan veroudering en vanaf een bepaald punt nemen de kosten de overhand. Het gemakkelijke antwoord is dan: “We moeten de gebouwen duurzamer maken.” Maar ineens spreek je dan van een investering van twintig miljoen euro, alleen al voor vier gebouwen op Campus Drie Eiken. Als je dan voor duurzame oplossingen kiest, dan weet je dat dat handen vol geld kost. Een ingreep doen op een bestaand gebouw en dat duurzaam maken, kost bijna net zoveel als het gebouw zelf. Je voelt stilletjesaan dat er een kloof aan het groeien is tussen wat de investeringskracht is van de universiteit en wat daarbuiten begint te vallen. Je moet keuzes maken.”

Hetzelfde geldt voor het pand aan de Prinsesstraat. Er hadden ook andere keuzes gemaakt kunnen worden. “Helemaal in het begin hebben wij een voorstel gedaan om het pand te verkopen aan Tom en Evi, maar ze zijn daar niet op ingegaan”, aldus Lieven. Koenraad: “Er zijn nog altijd partijen die voor deze universiteit iets betekenen, dus als we die studentenorganisaties in het gebouw huisvesten, betekent dat een extra investering. Waar gaan we die centen halen? Uit budgettaire restjes en kleine verschuivingen! Maar we weten dat we een goede invulling geven aan dat geld door die verschillende partijen te faciliteren. Wij gedragen ons als een maatschappelijke speler en niet als marktspeler, want dan hadden we een andere redenering kunnen opzetten.”

De universiteit heeft dus nog enige speelruimte. “Die wel steeds beperkter wordt”, benadrukt Koenraad. “Je voelt die kloof groeien. De ruimte om naast onderwijs en onderzoek nog zeer zware investeringen te doen is verdwenen. Verdampt. We kunnen nu nog investeren in projecten zoals dat in de Prinsesstraat, maar dat is letterlijk investeren in de marge.