dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Na twee jaar doet de Ierse poprockband The Script opnieuw België aan. Deze keer laten de drie getalenteerde mannen de Antwerpse Lotto Arena vollopen.
Na een volle Ancienne Belgique in 2011 en nog vollere Vorst Nationaal in 2013, leek The Script het even te druk te hebben voor België. De korte toer doorheen Europa in 2014 deed onder andere Amsterdam en Hamburg aan, maar liet ons kleine landje links liggen. De teleurstelling duurde echter niet lang, want kort daarop mochten de Belgische fans tweemaal juichen; de groep werd toegevoegd aan de line-up van Rock Werchter 2015 en zou halt houden in Antwerpen op 19 maart 2015.
Het is druk, die 19de maart in Antwerpen. Niet alleen The Script laat een grote concertzaal vollopen, Lionel Richie trakteert het Sportpaleis ook op een muzikale avond. Colton Avery houdt echter de vroege vogels al bezig met een eerste voorprogramma. Hij brengt een vijftal nummers en begeleidt zichzelf met de gitaar. Zijn muziekgenre sluit prima aan bij The Script, in tegenstelling tot Tinie Tempah die de zaal even omtovert in een heuse discotheek, waardoor een aantal aanwezigen verschrikt opkijkt. Helaas voor hen brengt Tinie Tempah een voorprogramma van jewelste, de hoeveelheid nummers valt niet meer te tellen. Het moet gezegd worden, deze Britse rapper is amusant, maar na veertig minuten hebben ook de liefhebbers het wel gehad en is de hunkering naar de Ierse band te groot. Na een drie keer bijna-einde geeft hij eindelijk het podium door aan The Script.
Na anderhalf uur wachten, zijn ze daar dan eindelijk. Al krijgen we ze eerst op groot scherm te zien, wandelend door the backstage. Al gauw wordt duidelijk dat ze niet op het podium gaan verschijnen, maar achterin de zaal. En ja hoor, tussen de groene lichtgevende vlaggenstokken komen de drie Ieren de zaal binnen gemarcheerd. “I know you’re missing home. It’s so long since you’ve been. And that live you had in Dublin now ain’t nothing but a dream.” Met Paint the Town Green herinneren ze ons graag aan St. Patrick’s Day van twee dagen eerder. De groene lichten en het nummer zijn niet de enige ‘subtiele’ verwijzingen naar hun thuisland. Zo draagt de microfoon van frontman Danny O’Donoghue een jasje van de Ierse vlag en kunnen we niet naast de rosse baard van gitarist Mark Sheehan kijken.
Eenmaal op het podium spreekt Danny ons vol energie toe: “Antweeeeerp!” en krijgt daarbij meteen het publiek al tot springen en meezingen. Breakeven is het volgende nummer, maar eerst heet drummer Glen Power ons nog even welkom. Hij is duidelijk de minst extraverte van de drie.
Wanneer het Mark zijn beurt is om het woord te nemen, wordt de zaal heel even muisstil. Hij vertelde ons over zijn vrees voor hoogtes en bekent dat zelfs het podium hem al angst aanjaagt. Waarna hij het nummer Man On A Wire aankondigt. Een nummer van hun nieuwste cd, waarvan de videoclip pas recent verscheen. Ook Danny wil hier nog wat over kwijt, hij drukt ons op het hart dat er vooral geen green screens aan te pas zijn gekomen. Hij heeft daadwerkelijk op die draad gestaan. Impressive. Paar dagen wordt echter deze kennis gedeeld met heel de wereld op Facebook en voelen we ons niet langer meer bevoorrecht.
Wanneer de intro van Nothing begint te spelen, vraagt Danny wie er een ex-lief kan opbellen. Een jongeman steekt zijn overgaande gsm toe. Danny wacht even en spreekt dan in de – inmiddels opgenomen – gsm: “Hi, I’m Danny of The Script. Here are a couple of people who want to say ‘hi’.” Waarna het publiek haar toeschreeuwt. “We have something to say to you.” De intro start over en het is aan de ex om de boodschap te begrijpen. Am I better off dead. Am I better off a quiter. They say I’m better off now, then I ever was with her. We hebben deze mythe al eens horen waaien; bij het bekijken van de videoclip van het nummer werd er al een dergelijke actie beweerd in een comment. (Tijdens deze toer is er echter ook beeldmateriaal van verschenen.) Nu hebben we het werkelijk mogen aanschouwen en aan het einde van het nummer heeft Danny nog steeds een verbonden gsm vast. Uiteraard is dit een niet alledaagse actie op het podium, maar wanneer het elk concert herhaald wordt, verdwijnt er toch wat van de originaliteit. Wanneer de zanger afsluit met "Goodbye, a**hole!", daalt hij in de achting van uw redacteur, die nu ook erg benieuwd is naar de gedachten van de ex-vriendin.
Het drietal verdwijnt opeens van het toneel en het ronde projectiescherm vanachter in de zaal blijkt plots een piepklein podium te onthullen. Een ouderwetste piano en drumstel worden vergezeld van de mannen. Hier worden de zachte nummers heel intiem gebracht. Never Seen Anything “Quite Like You” en The Man Who Can’t Be Moved doen het publiek verstommen, er wordt enkel fluisterend meegezongen. Mark en Glen lijken stil te worden van de aandacht hier, in tegenstelling tot Danny die zich kiplekker schijnt te voelen met de enkele spot op hem gericht. Hij maakt een overwinningsronde met armen in de lucht vooraleer de treden weer af te dalen. Mark houdt de leuning stevig vast en aarzelt nog even vooradat hij uit ons zicht verdwijnt.
Terug op the main stage worden we nog verwend met een greep uit de topnummers. Superheroes maakt de zaal helemaal wild en de micro wordt doorgegeven op de eerste rij. En hoewel we onze stembanden al pijnlijk voelen, worden ze niet gespaard. Danny trakteert de rechtste zijbeuk door daar een van zijn laatste nummers te komen zingen. Benieuwd hoe lang deze zanger dit nog gaat blijven doen, vanuit de staanplaatsen is nog steeds duidelijk te zien hoe er aan hem wordt getrokken en gesleurd. Bovendien boeten de nummers hierdoor aan kracht in, waardoor de concertzaal even zijn swung verloren lijkt te hebben. We moeten achteraf er allemaal weer even inkomen. Spijtig.
Wanneer Six Degrees Of Seperation doorheen de boxen galmt, wordt er een bordje omhoog gestoken: “here are six women with desperations”. Ondertussen telt het publiek steeds mee af op de vingers. First, you think the worst is a broken heart. What's gonna kill you is the second part. And the third... Ze moeten ons de tekst niet meer aanleren.
Na For The First Time verdwijnt de band weer van het podium. De lichten worden gedimd en we willen kost wat kost die bis nummers nog binnenhalen. Het melodie wordt aangehaald en luidkeels door de zaal herhaald.
Uiteraard dagen de mannen weer op. The energy never dies mocht dan ook zeker niet ontbreken en blijkt een uitstekend bonusnummer te zijn. Ook No good In Goodbye is een mooi afscheidsnummer, maar afsluiten doen de heren toch met Hall Of Fame, het nummer waarmee ze in 2012 wereldwijd doorbraken. U zal wellicht bekend zijn met de versie met rapper Will.I.AM. Ze kozen ervoor om de oorspronkelijke versie te brengen. Hierdoor lieten ze toch wel een kans liggen, Tinie Tempah had hier mooi de rap kunnen overnemen.
Bij de laatste minuten dwarrelt zilveren confetti uit de lucht die je rillingen bezorgt wanneer ze langs je zwaaiende armen verder omlaag zweven. Het is wel duidelijk dat die bis nummers sowieso nog moesten komen. Wellicht was het gewoon fijner geweest als er niet weer een extra onderbreking was geweest en dat ze meteen over waren gegaan tot het slot. Na een krachtig en lang concert, geraak je wel weg zonder bis nummers te brengen. Bij de laatste noot worden er nog eens heuse slingers afgevuurd en is het tijd om echt afscheid te nemen van de Ieren.
Wanneer de lichten weer aanspringen, plukt uw redacteur van dienst nog gauw een confetti uit haar haar. Deze wordt zorgvuldig in de achterzak gestoken, het is eens een ander aandenken dan een duur tour-t-shirt. Verschillende nagenieters drummen de zaal uit met de opgeraapte slingers rond de nek gedrapeerd.
Op weg naar huis wordt er niet veel meer gezegd, de stemmen zijn te schor en de hoofden dwalen nog af naar de eerdere uurtjes. Eenmaal thuis draait al snel de cd nog een keer voordat de laatste lichten van de dag worden gedoofd.