onderwijs + gelijkheid = wijsheid?

onderwijsatelier over gelijke kansen
18/05/2015
🖋: 

Gelijkheid in het onderwijs? Dat is er toch al? Voor sommigen is de wereld heel eenvoudig. Voor diegenen die het Onderwijsatelier bijgewoond hebben, heeft de wereld wat meer nuance. Twee directeurs, een socioloog en een docent Onderwijskunde – het klinkt als het begin van een goede mop – brachten die avond hun ideeën en onderzoeksbevindingen naar voren. Het Onderwijsatelier, onder meer door Caroline Gennez georganiseerd, had ditmaal als doel de recent gepubliceerde Pisa-resultaten te bespreken.

Pisa, kort voor Programme for International Student Assessment, is een driejaarlijks internationaal onderzoek dat uitzoekt hoe ver vijftienjarigen staan op het vlak van wiskunde, leesvaardigheid en wetenschappelijke geletterdheid. Er is, wonder boven wonder, een verband vastgesteld tussen de afkomst op sociaal, economisch en etnisch vlak van leerlingen en hun onderwijskansen. Een voortdurende dialoog over dit onderwerp is belangrijk. Het moet bespreekbaar blijven, ook nu gelijke kansen in het onderwijs niet meer gezien worden als een kerndoelstelling. Uit de resultaten van de Pisa-test van 2009 blijkt dat er een grote kloof bestaat tussen het leesniveau van de beste en de slechtste leerlingen. Vergeleken met de peiling van het jaar 2000 is deze kloof zelfs gegroeid. Daarom moet er extra aandacht zijn voor onderwijsgelijkheid.

 

Dimo Kavadias, docent Onderwijskunde, ziet segregatie in het Vlaamse onderwijs. Dat is een probleem want in onze samenleving bepaalt het diploma dat je behaalt héél veel andere factoren in je leven. Het beïnvloedt wie je vrienden zullen zijn, waar je zult werken, welk soort werk je zult doen en hoeveel je zal verdienen. Dit speelt een rol in je gezondheid, je eetgewoonten, noem maar op.

 

voorrang

Wat kan er veranderen om gelijkheid te garanderen? Een manier om gelijkheid te verzekeren is de keuzevrijheid van ouders om een school te kiezen in te perken. De best geïnformeerde ouders weten de beste scholen te vinden, terwijl andere kinderen in de kou blijven staan. Het probleem is echter dat het afnemen van het recht van ouders zelf een school voor hun kind te kiezen in strijd is met de grondwet. Wat wél kan helpen is het invoeren van zogenoemde 'voorrangspercentages', waarbij een school een zeker aantal inschrijvingen voorbehoudt voor sociaal kwetsbare leerlingen.

 

Dirk Jacobs, als socioloog verbonden aan de ULB, vindt het heel belangrijk dat we een klimaat creëren waarin het oké is om problemen te benoemen. Dat is de enige manier om ze op te lossen; er mogen geen heilige koeien zijn. Ook hij ziet dat kinderen uit gezinnen die hoger op de socio-economische ladder staan, ook hoger scoren op de Pisa-test. Voor hem is het belangrijk dat scholen een gebalanceerde compositie hebben. Scholen waar voornamelijk welgestelde kinderen op zitten zullen elkaar optrekken; scholen waar niemand thuis Nederlands spreekt en waar armoede welig tiert zullen elkaar naar beneden trekken. Een goede spreiding van leerlingen zorgt ervoor dat armere leerlingen toch mee naar boven getrokken kunnen worden.

 

Een school met een sterk gemotiveerd team doet ook wonderen. Onderzoek toont aan dat scholen met veel diversiteit, maar met een duidelijke missie en een schoolteam met sterke cohesie wél in staat zijn gemiddeld of zelfs beter te scoren. Helaas is het juist in die scholen waar de meest ervaren en competente leerkrachten het hardste nodig zijn, dat je doorgaans beginnende leerkrachten vindt. Jacobs is ervan overtuigd dat Vlaanderen alles in huis heeft om de onderwijsproblemen op te lossen. Het is een kwestie van de juiste mensen met de juiste middelen op de juiste plaats te krijgen.

 

voorbeeld

De man van de avond was echter Hocine Trari. Hij is directeur van basisschool Kriebel in Deurne. Het verhaal van zijn school zou zo verfilmd kunnen worden. Elk semester verhuist een vijfde tot een derde van de leerlingen. De helft van ‘zijn ouders’ zijn eerstegeneratie immigrant. Van zijn 300 leerlingen is 80 procent moslim. Bijna 80 leerlingen hebben een andere nationaliteit dan de Belgische. Zijn school kreeg slechte punten van de inspectie. Vooral Nederlands en wiskunde moesten dramatisch verbeteren. Niemand wilde directeur worden van een gedoemde school, maar Hocine zocht net die uitdaging. Nu, drie jaar later, is zijn school geslaagd voor de inspectie.

 

Hij vertelt over concrete gevallen van misgelopen communicatie met ernstige gevolgen. Zo zag hij enkele leerlingen die dit jaar naar het eerste middelbaar gegaan zijn. Er werd hen aangeraden naar een ASO school te gaan, maar toen hij met ze praatte, kwam hij erachter dat ze in de nabijgelegen BSO school zaten. Waarom? Omdat hun ouders te laat waren voor de inschrijving. Schrijnend. Hocine zet nu mensen in die leerlingen (en hun ouders) begeleiden bij de overgang van lager naar secundair.

 

financiële tegemoetkoming

Al staat de maximumfactuur hem toe om tot 70 euro te vragen op de schoolrekening, er wordt niet meer dan 30 of 35 euro aangerekend. Toch blijven er een aantal rekeningen open. Hij laat die rekeningen open. Het heeft geen zin de ouders op te jagen om toch te betalen. Toevallig is er een proefproject waaraan hij meewerkt, georganiseerd door het OCMW. In het kader van dit project wordt er uitgezocht waarom deze facturen niet betaald worden. Wat blijkt? Verschillende ouders hebben recht op verhoogde tegemoetkomingen zonder het zelf te weten. Daarbij komt nog dat Hocine die schoolfacturen rechtstreeks aan het OCMW mag factureren: win–winsituatie.

 

Er is werk aan de winkel, maar er is hoop. Het kan beter, en met de juiste inzet en een positieve houding kan elke school stappen in de goede richting zetten. Het is aan ons, het bredere publiek, om de discussie in leven te houden. Het is aan ons om open te staan voor elkaar, voor een betere toekomst, een toekomst voor iedereen.