het geweten van het internet

professor Cohen-Almagor over vrijheid, verantwoordelijkheid en ethiek op de digitale snelweg
08/02/2016

Sinds het werd uitgevonden brengen we onze tijd alsmaar vaker door op het internet. En wie kan het ons kwalijk nemen? Op het internet zijn de mogelijkheden oneindig: je kan er alles lezen, bekijken en zeggen wat je maar wil. Deze vrijheid is een enorme rijkdom, maar ze heeft ook een minder prettige, duistere kant. En die duistere kant van internet moeten we onder ogen durven komen. Dat vindt alvast professor Raphael Cohen-Almagor, die in december te gast was aan Universiteit Antwerpen om er zijn boek Confronting the Internet’s Dark Side voor te stellen. Het heet het eerste boek over maatschappelijke verantwoordelijkheid op het internet te zijn.

Cyberterrorisme, cyberbullying, racistische chatfora, kinderporno … Het internet mag ons leven dan misschien op veel vlakken aanzienlijk verbeterd hebben, het heeft nog geen betere mensen van ons gemaakt. Ook op het web worden we geconfronteerd met onze meest kwaadaardige en lugubere trekjes. Toch lijkt ons morele zintuig niet even gevoelig wanneer we met dit kwaad in contact komen van achter het computerscherm, stelt professor Cohen-Almagor vast.

 

cyberbullying

Voor zijn onderzoek heeft de Israëlische professor zich verdiept in talloze cases waaruit dit moral deficit blijkt. Ter illustratie geeft hij het voorbeeld van de zelfmoord van Megan Meier in 2006, veruit de meest beruchte zaak van cyberbullying in de VSA. Megan was een tamelijk gewoon Amerikaans meisje van dertien dat te kampen had met ADHD en een depressie, waarvoor ze medicatie nam. Toen Sarah, vriendin en tevens buurmeisje van Megan, vermoedde dat Megan valse geruchten over haar verspreidde op school, kregen de twee ruzie.

 

Om wraak te nemen op Megan maakte Sarah samen met haar moeder een vals MySpace-account aan waarop ze zich voordeden als Josh, een knappe zestienjarige jongen die net in de buurt was komen wonen en thuisonderwijs volgde. Het plan was om Megan verliefd te laten worden, haar vertrouwen te winnen en haar vervolgens te vernederen door de gevoelige zaken die ze aan Josh vertelde te verspreiden op school. Poets wederom poets.

 

Megan werd stapelverliefd op Josh. Ze hadden een virtuele relatie die vier maanden duurde en Megan had het gevoel dat Josh de enige was die haar werkelijk begreep. Hoewel Sarah en haar moeder wisten van Megans psychologische problemen – de ouders van Megan en Sarah waren bevriend en gingen zelfs samen op reis tijdens de zomervakanties – weerhield dat hen er niet van om via het nepprofiel van Josh de fragiele Megan voor vier maanden aan het lijntje te houden en haar uiteindelijk zonder aanleiding te dumpen. “You are a bad person and everybody hates you. Have a shitty rest of your life. The world would be a better place without you”, stuurden ze met het account van Josh toen ze besloten een einde te maken aan de hoax. Megan antwoordde Josh nog “[y]ou're the kind of boy a girl would kill herself over” en werd twintig minuten later door haar ouders teruggevonden in de kast van haar slaapkamer waar ze zich had opgehangen.

 

“Wat mensen vaak vergeten op internet”, zegt Cohen-Almagor, “is dat de online wereld even echt is als de werkelijke wereld. Wat je doet en hoe je handelt op internet heeft gevolgen voor echte mensen met echte gevoelens.” Daarom moet volgens Cohen-Almagor het internet evolueren van een vrijhaven waar internetgebruikers informatie en ideeën kunnen uitwisselen naar een gemeenschap van ‘internetburgers’, een sociale ruimte waar we ook verantwoordelijkheid opnemen voor ons handelen in de virtuele wereld van het web. De verantwoordelijkheid van de particuliere actor, zoals Sarah Drew en haar moeder, is daar volgens Cohen-Almagor maar één aspect van. Ook de passieve internetgebruikers, de 'voyeurs', hebben hun verantwoordelijkheid uit te dragen wanneer ze in contact komen met gevoelige materie.

 

sharing without caring

Zo is er het intrieste verhaal van de live-uitzending van de zelfmoord van de negentienjarige Abraham K. Biggs. Abraham had een bipolaire stoornis en bezocht geregeld de ondertussen opgedoekte site justin.tv, waar je live-uitzendingen kon streamen van mensen die zichzelf filmden vanachter hun computer. Abraham verkondigde op het internet dat hij zelfmoord zou plegen in zijn volgende live-uitzending op justin.tv. Hoewel zijn aankondiging door niemand echt ernstig werd genomen, kwamen toch zo’n duizend mensen kijken naar zijn twaalf uur durende broadcast. Ze konden zien hoe Abraham zichzelf een overdosis psychiatrische medicatie toediende tot hij na een tijd in zwijm viel en bewegingsloos bleef liggen.

 

In de commentsectie hield niemand hem tegen, sommigen spoorden hem zelfs aan meer pillen te nemen. Gedurende twaalf uur verwittigde niemand de politie of de hulpdiensten. Toen ze uiteindelijk arriveerden, was het al te laat. De vader van Abraham stelde later dat al de internetgebruikers die passief toekeken mee schuldig zijn aan de dood van zijn zoon. Het werpt een licht op de weinig betrokken manier waarop we omgaan met de dingen die we lezen of zien op het web. Ook in zogenaamde internetcommunities, waar contacten vaak intensiever en minder vluchtig zouden zijn, blijkt dit het geval te zijn.

 

 

De online wereld is even echt als de werkelijke wereld

 

 

Zo doet Cohen-Almagor het verhaal van The Dawson College shooting in Montreal, waarbij één iemand om het leven kwam en negentien anderen gewond raakten. Na de incidenten raakte bekend dat de dader, Kimveer Gill, reeds maandenlang op het internet verkondigde dat hij mensen zou vermoorden. Kimveer Gill liet zich geregeld uit over zijn drang om te moorden op de website vampirefreaks.com, een community van liefhebbers van het vampierengenre, waarop hij erg actief was. In al die tijd had niemand van zijn volgers geprobeerd hem van gedachten te doen veranderen. "De mensen die nu opgroeien met internet worden wel eens de instant generation genoemd. Communicatie verloopt sneller dan ooit tevoren en daarom is er ook minder tijd om te reflecteren over wat je zegt en leest. Daarom is het belangrijk om een zeker vermogen tot geduld te cultiveren", zegt professor Cohen-Almagor, die wel niet al de verantwoordelijkheid legt bij de individuele internetgebruiker.

 

de grote schurken?

Naast particuliere gebruikers worden ook overheden, bedrijven en internet service providers (ISP’s) door de Israëlische professor op hun verantwoordelijkheden gewezen. Kunnen zij bijvoorbeeld het internet niet monitoren op alarmerende uitlatingen zoals die van Kimveer Gill? Volgens Cohen-Almagor is dit geen kwestie van kunnen, maar van willen. Grote bedrijven als Facebook beweren dat ze zich niet bezig houden met het monitoren van hun gebruikers omdat het hun zaken niet zijn. Toch zijn ze er als de kippen bij wanneer er ergens een auteursrecht overtreden wordt, stelt Cohen-Almagor vast. “ISP’s zijn erg snel wanneer het op geld aankomt, maar verschrikkelijk traag op vlak van zaken zoals cyberbullying.”

 

Zo stond er in Italië lange tijd een filmpje op Google Videos waarin een jongen van zestien met het syndroom van Down slachtoffer werd van een zogenaamde happy slapping, een eufemisme voor het brutaal in elkaar slaan van een willekeurig persoon, meestal door een groep jongeren die dit vastlegt op camera en op internet verspreidt. Vier maanden lang was deze clip in Italië de meest bekeken video op Google Videos. Hoewel Google hiervoor heel wat klachten ontving, werd de clip niet van de site gehaald. Toen men uiteindelijk een rechtszaak begon tegen Google Videos was het pleit snel beslecht; het filmpje had volgens de Italiaanse wet in de eerste plaats niet eens op internet mogen worden geplaatst. Drie CEO’s van de Italiaanse afdeling van Google kregen aanvankelijk zelfs een celstraf van drie maanden, maar wisten daaraan te ontkomen door in beroep te gaan.

 

Een gelijkaardig geval van de ethische ongevoeligheid van internetbedrijven was het schandaal omtrent de veilingsite Yahoo Auctions in Frankrijk. Enkele gebruikers boden daar allerlei Holocaustparafernalia aan, waaronder zelfs de gestreepte pyjama’s die hadden toebehoord aan overleden slachtoffers. Omdat dit wettelijk verboden is in Frankrijk, spande een groep Holocaustoverlevenden een rechtszaak aan tegen Yahoo. Yahoo weigerde de voorwerpen in kwestie van zijn site te halen, want het moest zich naar eigen zeggen niet aan de Franse wet houden, daar het niet in dat land gevestigd is. Desondanks verloor Yahoo de rechtszaak. “Net als de zaak tegen Google Videos in Italië is dit een belangrijk precedent voor de manier waarop toekomstige conflicten tussen nationaal recht en multinationale internetbedrijven zullen worden beslecht”, vindt Cohen-Almagor.

 

de dictatuur van vrijheid

Zelfs wanneer gebruikers via hun diensten strafbare feiten plegen op het internet, blijken ISP’s dus bijzonder weigerachtig om in te grijpen. Volgens professor Cohen-Almagor komt dit door de doctrine van ongebreidelde vrijheid die op het internet heerst: “De leidende gedachte achter het internet was vrijheid. Internet werd niet ontwikkeld vanuit een soort masterplan, maar als ‘open architecture’. In de jaren negentig ontdekten grote Amerikaanse bedrijven het enorme potentieel dat internet had. Hierdoor kende het internet een heuse boom. Terwijl er in 1993 nog maar een kleine 600 websites bestonden, waren het jaar nadien al zo'n 2,1 miljoen hosts actief. Het sterk Amerikaans getinte DNA van het internet maakt dat het daarom ook boven alles gehecht is aan vrijheid.”

 

Voor Cohen-Almagor moet deze ongebreidelde vrijheid op internet wat worden getemperd met een gezonde portie maatschappelijke verantwoordelijkheid. Met zijn boek hoopt hij dit debat op gang te trekken. “Begrijp me niet verkeerd: als liberaal hecht ik veel waarde aan vrijheid, maar net daarom geloof ik dat het belangrijk is dat we een goede mix vinden tussen vrijheid en verantwoordelijkheid. Doen we dit niet, dan dreigt immers een ongecontroleerd gebruik van de vrijheid van meningsuiting de basiswaarden onderuit te halen die er aan ten grondslag liggen”, aldus de professor. “Het blijkt vooral erg moeilijk om Amerikanen te overtuigen van de nood aan een debat over sociale verantwoordelijkheid op het internet”, zegt Cohen-Almagor, “en dat is jammer, want het is van cruciaal belang dat ook zij mee in het verhaal stappen.”

 

 

Raphael Cohen-Almagor, Confronting the Internet's Dark Side. Moral and Social Responsibility on the Free Highway, 2015.