Studentenraad Universiteit Antwerpen
Onderwijs komt in onze universiteiten steeds meer in de verdrukking. De Studentenraad Universiteit Antwerpen (SRUA) klaagt het – impliciete – beleid aan waarbij meer de nadruk op onderzoek dan op onderwijs wordt gelegd. Met onze universiteit lijkt het erger gesteld dan met andere instellingen.
Het zou niet correct zijn de Universiteit Antwerpen alleen verantwoordelijk te stellen voor het achterstellen van onderwijs. De overheidsfinanciering van de universiteiten dwingt hen immers tot keiharde competitie. Op onderzoeksvlak geldt publish or perish; hoe meer publicaties en doctoraten, hoe meer financiering universiteiten krijgen. Voor onderwijs krijgen universiteiten ook financiering, maar kwaliteitsvol onderwijs wordt niet meer beloond dan weinig kwaliteitsvol onderwijs – tenzij studenten massaal universiteiten zouden ontwijken die onvoldoende in onderwijs investeren. Met onze instelling is het nog droeviger gesteld dan met andere instellingen omdat de Universiteit Antwerpen momenteel in een moeilijke budgettaire toestand verkeert. Er moet strijd worden geleverd om uit de rode cijfers te raken – laat net onderzoek daarvoor nuttig zijn. Met dit opiniestuk wil de SRUA deze problematiek aankaarten en oproepen om het beleid onmiddellijk bij te sturen.
Symptomen van een manklopend beleid
Wat zijn de symptomen van het manklopende beleid? Op de Raad van Bestuur geeft het onderzoeksprofiel de doorslag. Het omgekeerde is onbestaande. Moeten wij daar als studenten vrede mee nemen? Neen! Onderwijs moet evenveel gewaardeerd worden als onderzoek. De Studentenraad wil proffen die excelleren in zowel onderwijs als onderzoek.
Het probleem dreigt alleen maar te verergeren. Meer en meer worden docenten immers aangeworven in het tenure track-stelsel, waarbij professoren louter met een onderzoeksloopbaan starten. Op zich niets mis mee, maar wel als je weet dat ze na vijf jaar een gewone prof worden die ook les zal moeten geven, zonder dat ze ook maar enige pedagogische kwaliteiten bezitten of onderwijservaring hebben opgedaan. Niet alleen wij zijn ontevreden over deze trend, ook de commissie die de Vlaamse opleidingen Chemie doorlichtte, waarschuwde voor het tenure track-systeem. Docenten willen vaak kwaliteitsvol onderwijs verzorgen, maar kunnen dat niet altijd. Onderwijs ‘loont’ immers veel minder dan onderzoek voor hun bevorderingen. Daarnaast spijzen docenten met publicaties de kassen van de universiteit – een kwaliteitsvolle syllabus waar uren, excuseer, dagen, werk in zit, krijgt helemaal niet die waardering. Daarnaast blijft het aantal studenten stijgen, het aantal docenten volgt niet mee. Van docenten wordt ook steeds meer verwacht; ze moeten – terecht – studentgericht, activerend én competentiegericht werken. Tijd daarvoor hebben ze amper. Ze hollen zichzelf voorbij. Als het aan Minister van Onderwijs Pascal Smet lag, zouden ze nóg harder moeten werken. Tot ze er bij neervallen?
Onze rector, Alain Verschoren, droomt van 15.000 studenten aan zijn instelling. De Universiteit Antwerpen loopt het risico te eindigen met 15 000 studenten waarbij onderwijs nauwelijks aandacht krijgt. Rector Verschoren zou zijn cijferliefhebberij beter opzijzetten en investeren in de kwaliteit van het onderwijs. Groeien is op zich geen slecht doel, maar dan moeten de voorzieningen wel mee evolueren. We kunnen het als universiteit niet maken om niet-kwalitatief hoger onderwijs aan te bieden. Onderwijs is cruciaal, ook voor onderzoek. De studenten van nu zijn immers de onderzoekers van morgen en moeten dus kwaliteitsvol onderwijs krijgen.
OnderWIJSbeleid
Onze universiteit moet onmiddellijk starten met consequent aandacht te besteden aan onderwijs. In het nieuwe profiel dat het takenpakket van professoren beschrijft, moet onderwijs meer aandacht krijgen. Bij aanwervingen moet onderwijs een gelijk criterium zijn aan onderzoek. Steeds moet een proefles worden georganiseerd waarbij studenten aanwezig zijn (de lessen moeten dan wel buiten de examenperiode plaatsvinden). Zo wordt een levensechte onderwijssituatie gecreëerd waardoor de beoordelingscommissie een accuraat beeld krijgt van het kunnen van de sollicitant. Professoren vertellen nu soms half grappend: “wij kunnen ook goed doen alsof we studenten zijn, hoor. We zetten ons achteraan in de aula en maken wat lawaai.” Onderwijs gaat natuurlijk om meer. Een goede prof moet er in slagen de leerstof op een begrijpelijke manier uit te leggen aan zijn of haar studenten én hen begeleiden in het studeren. Een nieuwe prof wordt beoordeeld op de kwaliteit van zijn of haar onderzoek, waarom gebeurt datzelfde dan niet voor onderwijs? Ook bij tenure track dient de onderwijskwaliteit van de sollicitant mee beoordeeld te worden.
Kwaliteitszorg is zeer belangrijk. Elke prof zou de kwaliteitsreflex moeten maken (wat overigens veel proffen al doen). Wij studenten moeten, door deel te nemen aan de docentenevaluaties, helpen de onderwijskwaliteit op peil te houden. Deze evaluaties moeten een belangrijk onderdeel zijn in bevorderingsdossiers. Ook externe kwaliteitsbeoordeling door onafhankelijke visitatiecommissies is voor ons van belang. Omdat het risico bestaat dat onderwijs als ondergeschikt wordt beschouwd, moet er blijvend druk van buitenaf zijn.
Het is twee voor twaalf aan onze universiteit. We moeten nú actie ondernemen en de roofbouw op ons onderwijs stoppen. De Universiteit Antwerpen moet ervoor zorgen dat professoren meer gestimuleerd worden om kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden.
Studentenraad Universiteit Antwerpen