Erasmus prikkelt en perikelt

Studentenmobiliteit aan de Universiteit Antwerpen
24/09/2006

Studeren kan je overal ter wereld, van het kleinste boerengat tot een of andere imposante wereldstad. En dat hoeft je niet eens een bom duiten te kosten, als je een beurs van onze universiteit krijgt. Of zo'n internationaal uitwisselingsproject een aanrader is? “Wie terugkomt zegt: doen!”, dixit de dienst voor Internationale Samenwerking (dIS).

Ondanks die warme aanbeveling zijn er niet zo gek veel studenten die een deel van hun studie in het buitenland afleggen. Begrijpelijk, want vooraleer je ginds verzeild raakt, moet je heel wat hindernissen nemen. Eerst wurm je je door een berg papierwerk, stel je een vakkenpakket samen, zoek je een kot en dan laten we de vertrekangsten nog even buiten beschouwing. Eigenlijk kan je net zo goed in Antwerpen blijven, zo lijkt het.

 

Het vakkenoerwoud

Onze eerste getuige schudt beamend het hoofd bij die boude uitspraak. Zijn Erasmus-aanvraag werd geweigerd omdat hij zijn vakkenpakket niet in orde kreeg. Eigen schuld zou je zeggen, of toch niet? “Punt is dat ik, doorheen de duizenden hyperlinks en errors van universitaire websites, nog steeds zonder degelijke vakbeschrijvingen zit.” Beter zoeken lijkt dan aangewezen, maar: “Ik begrijp dat met de huidige hervormingen niet alle gegevens beschikbaar zijn. Toch is het absurd dat van een leek in het vakkenoerwoud verwacht wordt dat hij een half jaar op voorhand een exact vervangend pakket opstelt. En dat liefst in recordtempo. Gedrevenheid, talenkennis en uitslagen van de student hinken dan blijkbaar achterop.” Het was wel niet allemaal kommer en kwel: “De begeleiding was zeer vriendelijk.”

 

Ook Evelien wil haar verhaal even kwijt. Vorig jaar trok ze naar Praag, in de hoop wat op te steken van Oost-Europese wijsgeren. Ondanks de mooie herinneringen heeft ze toch enkele bedenkingen: “Er is klaarblijkelijk geen afdoend systeem om de punten die ik daar behaald heb, hier te evalueren. Zo wordt ook de bekwaamheid van de proffen aan mijn gastuniversiteit in twijfel getrokken.” Gelukkig bleek de omrekening nog op faire manier te gebeuren: “De papers die ik daar geschreven heb, werden op onze universiteit opnieuw beoordeeld. De geschikte docenten hebben de cijfers dan aangepast indien ze dat nodig achtten.” Of dat desastreuze gevolgen had? “Uiteindelijk hebben ze de punten van twee vakken verlaagd, dat is het probleem niet. Wat ik wil aanklagen is dat er geen internationaal systeem bestaat om de objectiviteit van de punten die je op Erasmus haalt te garanderen. En in mijn geval had ik gewoon wat vroeger ingelicht mogen worden.”

 

Geef ons dan maar Stellenbosch. Sofie studeert er dankzij een bilateraal akkoord met onze universiteit. Hoewel ze nu ergens in de brousse vertoeft, staat ze ons toch te woord. “Alles verloopt hier fantastisch. Er is een introductieweek ter plaatse om je wegwijs te maken. Bij de International Office kan je ook altijd terecht met vragen en klachten.” Enkel lof? “Het is een hoop papierwerk maar daar worstel je je wel door, wil je echt naar het buitenland."

 

Als je echt wil

Met deze en andere getuigenissen op zak trokken we naar Patricia De Clopper, Jill Aerts en Nele Voorspoels van de dIS. Terwijl Erasmussers in spe hun lief vaarwel zoenen, leggen zij contacten in het buitenland, hernieuwen ze infobrochures en betalen ze de beurzen uit. Daarnaast zorgen ze ook voor een goede begeleiding van inkomende buitenlandse studenten. Een druk leventje.

 

dIS “En dat al sinds halverwege de jaren tachtig. In de beginfase hadden we onze handen vol met het ontwikkelen van de hele administratieve en academische organisatie die de internationalisering met zich meebrengt. Al gauw was er ook een aanzienlijke stijging in het deelnemersaantal, wat ons nog meer werk bezorgde.”

 

En dat deelnemersaantal blijft stijgen?

dIS “We zagen de afgelopen jaren een kleine terugval in het aantal Erasmus-studenten, hoewel er ten opzichte van vroeger nu meer globetrotters zijn die zich niet beperken tot Europa. Exotische locaties als Zuid-Afrika of Mexico vallen hoe langer hoe meer in de smaak. Studenten die kiezen voor zo'n bestemming kunnen niet op een Erasmus-beurs rekenen. Vanuit de universiteit wordt er wel een zekere financiële tegemoetkoming voorzien. Het ‘grenzeloos' studeren kadert immers mooi binnen die hele globaliseringsbeweging.”

 

Wij willen harde cijfers.

dIS “Er zijn 175 uitgaande Erasmus-studenten. Daarnaast zijn er nog 63 studenten die buiten Europa studeren. Dat maakt dus 238 avonturiers in totaal. Dat aantal kan nog lichtjes dalen door kandidaten met een fatale tweede zit. Op de 10 000 studenten (doctoraatstudenten inbegrepen) die de universiteit telt, is dat zo'n magere 5%.”

 

Die recente terugval van het aantal Erasmussers is wel opmerkelijk. Enig idee hoe dit komt?

dIS “Dát is de vraag. Vorig jaar hebben we een studie gemaakt in opdracht van het ministerie om de hele problematiek te doorgronden. Zo werden de kosten van een student op Erasmus vergeleken met de kosten van een student hier. En wat bleek? De uitgaven van de student op Erasmus verschilden niet zoveel van een gemiddelde Antwerpse kotganger. Als je echt wil, kan je dus op Erasmus gaan. Een vakantiejob plus een beurs plus een installatievergoeding en je hebt voldoende geld bij elkaar om een semester rond te komen.”

 

Bij deze hebt u net onze volgende vraag om zeep geholpen. We wilden stellen dat Erasmus enkel voor de rijkere student is weggelegd.

dIS “Per maand kan je tot 240 euro krijgen, afhankelijk van de inkomensklasse waarin je ouders vallen. Om die te berekenen, kijken we naar de fiscale aangifte. De laatste jaren komt zelfs de hoogste categorie, de rijkste, voor een beurs in aanmerking. Wat stellen we trouwens vast: iedere categorie wordt bevolkt door zo'n 25% van het uitgaande studentenaantal. Van een ondervertegenwoordiging van de minder begoede klasse is dus geen sprake.”

 

Onvoldoende financiële middelen vormen dus geen excuus?

dIS “Nee, wij doen er net alles aan om de uitwisseling laagdrempelig te houden. Er moeten andere redenen meespelen waarom we maar een minderheid van de studenten bereiken. Papierwerk dat afschrikt? Je dient je aanvraag in en zet je handtekening onder het contract. Heb je mindere resultaten? Erasmus is er niet enkel voor de beste studenten.”

 

Het is wel straf dat er enkel gekeken wordt naar het inkomen om het beursbedrag te bepalen. Een kot in Madrid is peperduur terwijl je in Vilnius voor hetzelfde geld in een riant buitenhuis kan resideren.

dIS “Een tiental jaar geleden was je beursbedrag nog afhankelijk van het land van bestemming. Daar kwam echter veel kritiek op. We zagen dat niet zozeer het land maar vooral de stad invloed heeft op je uitgaven. Om je een voorbeeld te geven: Madrid is echt duur terwijl Sevilla best te betalen valt. Nu is er nog steeds een variabele maar die hangt af van je inkomen.”

 

En wat is er met de reisvergoeding gebeurd?

dIS “Het was een heel gedoe vroeger om die reisvergoeding te berekenen. Er kwamen lijsten van de NMBS aan te pas, later vliegtuigtickets en meer van dergelijke bewijsjes. Nu krijgt iedereen een eenmalige installatievergoeding. Voor Scandinavië vang je meer geld dan pakweg de gemiddelde Zuid-Europese bestemming. Dat is wat verder en duurder. Het is ook een strategische zet: door hoge vergoedingen te geven voor Centraal-Europese bestemmingen hopen we die te promoten.”

 

Uitgekookt.

dIS “Het zijn goede universiteiten daar hoor, en mooie steden... Maar uiteindelijk volgen studenten blijkbaar toch hun hart bij de keuze van hun bestemming. En dat ligt verdacht vaak in het Zuiden. Voor Spanje en Frankrijk wordt het trouwens echt te gortig. Bijna honderd man trekt daarheen, dat is meer dan de helft van het totale aantal Erasmus-gangers. Die beweging zie je trouwens bij alle Vlaamse universiteiten.”

 

Viva España

Liever Spanje dan Letland: niet meer dan logisch, toch?

dIS “We bieden natuurlijk veel plaatsen aan in Spanje, gezien er ook een stoet Spanjaarden naar Antwerpen komt. Als je voor Frankrijk kiest, kan je onze tweede landstaal een beetje op peil houden. En ja, ook Spaans is een wereldtaal. Maar die vlucht naar het Zuiden gebeurt niet enkel door romanisten. Dat leren van talen heeft trouwens veel goed gedaan voor de instroom in Vlaamse universiteiten. De Britten hebben categoriek hun rangen gesloten voor de doorsnee student die zijn Engels wou bijspijkeren. Wat doen de Spanjaarden? Ze zoeken naar andere oplossingen om die taal te leren. En dan komen ze snel in Vlaanderen uit. Sommige cursussen worden bij ons al in het Engels gedoceerd en de afdeling Taal- en Letterkunde staat hier erg hoog aangeschreven.”

 

Alsof een taal leren de enige motivatie is om naar Spanje te trekken.

dIS “Erasmus is in de eerste plaats een academisch programma. Maar inderdaad, de motivatie ligt meestal elders. Je kan een andere cultuur en taal intuimelen, je kansen op de arbeidsmarkt verhogen. Uit de enquête is ook gebleken dat voor heel wat studenten het langverwachte kotleven een belangrijke rol speelt in hun beslissing. Dat zijn allemaal objectieve pluspunten, die we dan ook ‘verkopen' in onze infobrochures. Want verkopen moeten we, willen we ooit ons streefdoel, 10% van de studenten, bereiken. Natuurlijk hangen we vast aan een beperkt segment van mensen die het avontuur aankunnen. Niet iedereen heeft de behoefte om zijn vleugels uit te slaan.”

 

Academisch gezien zijn de motivaties misschien niet altijd even nobel. Studeren in Malta: een gemakkelijk studiejaar, denk je dan.

dIS “Buiten het academische zijn er andere elementen die je meepikt. Jaar na jaar schrijft Erasmus een succesverhaal en zorgt voor de persoonlijke ontwikkeling van de student. Maar een laag niveau in Malta, dat zou ik niet durven beweren.”

 

De faculteiten durven het wél. Ze passen immers de studieresultaten aan in functie van de Antwerpse norm.

dIS “Rond die puntenomzetting is al een hele discussie gevoerd. Normaal gezien worden de resultaten omgezet naar een puntenschaal van onze universiteit via het ECTS-systeem. Vaak is het echter aan de facultaire verantwoordelijken om de resultaten te interpreteren, geval per geval. Studenten kunnen hun punten altijd komen verdedigen voor de prof en het secretariaat. Waarom heeft een student plots 16 in het buitenland? Dat heeft niet altijd met het niveau daar te maken. Het is mogelijk dat het cijfer in dat puntensysteem klopt. Er kunnen natuurlijk ook minder objectieve elementen meespelen. Had de Maltese prof bewondering voor het Engels van de student en heeft hij hiermee rekening gehouden bij zijn quotatie?”

 

Omgekeerd kan ook: je hebt een tweede zit in je gastuniversiteit. Dan maar een duur vliegtuigticket kopen en terugkeren?

dIS “Nee hoor, dat lossen we hier wel op, in samenspraak met de faculteit. De Antwerpse prof kan voorstellen een gelijkaardig vak te ondervragen in tweede zit, los van de gastuniversiteit, of je examen kan opgestuurd worden. In Frankrijk eindigt het academiejaar begin juni, om dit probleem te verhelpen. Zo kan je je vakken ter plekke eind juni al herdoen.”

 

Bij het handje nemen

De faculteiten lijken een belangrijke rol te spelen. Alles staat of valt met hun mobiliteitsbeleid?

dIS “Inderdaad, en daarin proberen wij een stimulerende rol te spelen. TEW en Rechten hebben een goed uitgestippeld beleid met duidelijke reglementen. In de wetenschappenlijke richtingen is de studentenuitwisseling echter nog niet zo goed doorgedrongen. Internationalisering vormt wel een verplicht luik binnen hun onderwijsontwikkelingsplan. En in die optiek gaat het ook heel wat verder dan louter studentenmobiliteit van het genre Erasmus. Elke opleiding moet zelf een visie ontwikkelen en bepalen hoe zij dit aspect invult. Maar daar schort het voorlopig nog wel eens aan. De dIS speelt, voor de overheid, een voorbereidende en ondersteunende rol.”

 

Een toekomstig Erasmus-studente uitte de volgende bedenkingen: “Er is helemaal géén begeleiding, niemand weet iets, je hoort niks en als je nog eens mailt hoor je nog altijd niks. Van organisatie is geenszins sprake!”

dIS “Studenten worden echt wel bij het handje genomen. Maar ze moeten uiteraard ook zelf informatie verzamelen: infosessies bijwonen, infobrochures lezen, hun correspondentie afhandelen... We hebben kotadressen en gegevens van studenten die naar dezelfde plek trekken. Alleen moeten deelnemers die wel bij ons komen opvragen. We spelen met het idee oud-Erasmussers bijeen te brengen om mondeling wat reacties van hen te horen, want in het schriftelijk verslag dat ze normaliter achteraf moeten opstellen, wordt niet alles verteld. Schrijf dat maar in jullie artikel: ik vind dat wij vrij goed georganiseerd zijn, maar suggesties of opmerkingen zijn altijd welkom.”

 

Bij deze nog een opmerking: de selectie van de uitgaande studenten gebeurt pas eind april of later. Veel betaalbare, gesubsidieerde koten zijn dan al volzet.

dIS “Het semestersysteem hier vormt een serieuze hindernis. We hebben ervoor gekozen de informatiecampagne en de selectie te concentreren in het tweede semester. Dat is laat maar in de examenmaand januari kan je studenten onmogelijk bereiken. Nu informeren we begin februari en dan hebben ze nog zes weken om in gang te schieten en een lijvig vakkendossier samen te stellen. Het zou misschien beter zijn de deadline op half februari vast te pinnen, en niet ergens halverwege maart. De selectie gebeurt door de opleidingen onmiddellijk na de deadline, met een melding aan de studenten voor of net na de paasvakantie.”

 

Niet elke opleiding vraagt zoveel administratieve voorbereiding van de student. Een eigen deadline per faculteit, biedt dat geen oplossing?

dIS “Als we van de centrale organisatie afstappen, vrees ik dat de informatie niet meer transparant is voor studenten. De kans bestaat dan ook dat in bepaalde departementen de informatie niet tijdig tot bij de student geraakt. Wij willen elke student op dezelfde manier behandelen. Misschien is de infosessie vervroegen naar december wel een poging waard.”

 

We blijven hier maar doorbomen over Erasmus maar de dIS heeft ons nog heel wat meer te bieden.

dIS “De universiteit heeft een eigen reisbeurzenprogramma ontwikkeld: ze stelt geld ter beschikking van studenten die op uitwisseling buiten Europa willen gaan. Wij moedigen profs ook aan een groepsreis te maken met hun studenten, die we dan gedeeltelijk financieren. Verder proberen we de ontwikkelingssamenwerking wat aan te zwengelen en stimuleren we de studenten om een zomercursus te volgen. Door het bachelorsysteem en de ingelaste scriptie zijn de mogelijkheden om elders te studeren wel beperkter geworden. Korte, intensieve uitwisselingen zullen waarschijnlijk meer aan belang winnen.”

 

Met Erasmus Belgica kan je een tijdje in Wallonië of Brussel gaan studeren. Een ietwat bevreemdend initiatief, als je het ons vraagt.

dIS “Toegegeven, het slaat ook minder aan dan verwacht. Dit jaar gaan zes studenten naar Wallonië en twaalf komen er naar hier. Een lichte stijging tegenover vorig jaar toen slechts één deelnemer de taalgrens overstak. Door het project kan je nochtans je Frans opkrikken en de kloof met Wallonië wat dichten. De beurs is ook niet min: maandelijks honderd euro voor je kot en honderd euro forfait. Wie niet ver weg kan studeren maar er toch even uit wil, vindt zo een oplossing. Voor docenten is er overigens iets gelijkaardigs op poten gezet.”

 

Instroom

Ook buitenlanders worden warm gemaakt voor Erasmus in Antwerpen. Wat doet onze universiteit voor de inkomende studenten?

dIS “Onze dienst is de eerste contactpersoon. Als de student geselecteerd en aanvaard is, verzenden we een informatiepakket als voorbereiding van zijn verblijf. Vlak voor het begin van het academiejaar vindt er een oriëntatiedag plaats waar de verschillende diensten en studentenfaciliteiten aan bod komen. Het geeft de buitenlandse inwijkelingen ook de kans elkaar te leren kennen.”

 

En is Antwerpen zo'n beetje populair?

dIS “Dit jaar zijn er 180 inkomende Erasmus-studenten in het eerste semester, plus een twintigtal niet-Europese studenten. Dan komen er nog een 50-tal voor het tweede semester bij. We tellen dus evenveel inkomers als uitgaanders voor de start van het academiejaar. De intrede van de Oostbloklanden bij de Europese Unie heeft het aantal inkomende studenten fiks de hoogte ingestuwd. Centraal-Europa zendt haar zonen en dochters uit, en die blijken overigens over een meer dan degelijke studiebol te beschikken.”

 

De gemiddelde Let spreekt toch geen Nederlands?

dIS “We raden buitenlanders aan een (door de dIS gesubsidieerde) cursus Nederlands te volgen. En als dat echt geen optie is, dan kunnen ze zich nog steeds in het Engels behelpen. Veel handboeken zijn immers al in deze taal en ook profs durven zich een inspanning te troosten op dit gebied. Een mondeling examen afleggen in het Engels zou perfect mogelijk moeten zijn. Dan heb je ook nog faculteiten als Rechten en TEW die een Engelstalig programma aanbieden. Voor PSW is er momenteel een programma in ontwikkeling van 60 studiepunten, ook volledig in het Engels. Lessen in die taal vormen nu eenmaal een belangrijk verkoopsargument. Onze landstaal beheersen blijft echter wel de sleutel tot integratie.”

 

Bijspijkeren

Of ze kunnen natuurlijk ook gewoon dwars lezen om hun Nederlands bij te spijkeren. Na ons gesprek met de dIS zijn we een kijkje gaan nemen op de informatiebijeenkomst voor inkomende Erasmus-studenten. Daar werd het bonte gezelschap van Zweden, Italianen en Pakistani een dag lang bestookt met de finesses van de werking van onze universiteit en gebombardeerd met allerhande survivaltips.

 

Voor ons was het meteen een uitstekende kans om even te peilen hoe het met het Nederlands van de uitwisselingsstudenten gesteld is. Stavros (Griekenland) geeft grif toe dat de taal misschien wel de belangrijkste reden was om voor Antwerpen te kiezen. “Je kan je hier behelpen in het Engels en er zijn taalcursussen”. Maria (Cyprus) vult aan: “Antwerpen is gewoon een prachtige stad. Een vriend van me trok vorig jaar naar hier, hij was vol lof. Complimenten trouwens voor de vlotte organisatie.” Op de vraag of huisvesting geen probleem was, knikken beiden nee. De universiteit heeft ze uitstekend op weg geholpen. Dan rest er ons niet meer dan te vragen wat hun extra-curriculaire plannen nog zijn: “Het ModeMuseum natuurlijk, en ook het Museum voor Schone Kunsten gaan we zeker bezoeken. Heel wat historische gebouwen hier lijken de moeite waard.”

 

Bernadette (Duitsland) heeft het anders aangepakt. “Ik heb op mijn universiteit in Duitsland al twee semesters Nederlands gevolgd dus ik ken de taal een beetje. Eigenlijk wou ik naar Den Haag maar Antwerpen is ook goed hoor.” We informeren nog naar haar voorbereiding. “De website van de universiteit en een boekje over Antwerpen hebben me verder op weg geholpen. In de lessen Nederlands werd er trouwens ook veel aandacht besteed aan Antwerpen.” Haar niet-academische plannen staan nog niet helemaal vast: “Ik zie wel. Brussel pronkt bovenaan mijn lijstje maar ook de kathedraal wil ik zeker nog bezoeken.”

 

Het laatste zegje laten we aan de enthousiastelingen van de dIS. Het is bewonderswaardig hoe ze aan zo'n tweehonderd anderstalige studenten met handen en voeten trachten uit te leggen hoe de gescheiden huisvuilophaling in Antwerpen werkt. Zij zijn het referentiepunt voor alles wat ook maar een tikje naar internationalisering neigt, zowel voor inkomende als uitgaande studenten. En daarom laten we de conclusie aan hen: “Met een open attitude, de nodige achtergrondinformatie, een goede voorbereiding en de adviezen van internationale coördinatoren zal je verblijf in het buitenland een warme en leerrijke ervaring worden.” We geloven hen op hun woord.