Enkele maanden geleden brak de hel los in Afrika. Sindsdien verspreidt ze zich als een bosbrand door Sierra Leone, Guinee en Liberia. Duizenden mensen zijn al gestorven en dagelijks komen er honderden nieuwe zieken binnen in de behandelingscentra en ziekenhuizen. Hulpverleners en organisaties doen er alles aan om het onder controle te krijgen, maar de situatie is kritiek en ebola ligt aan de basis van de onrust in zowel Afrika als in Europa. dwars sprak met dr. Erika Vlieghe, nationaal ebolacoördinator van België en Sophie Gryseels en Benny Borremans, doctoraatsstudenten aan Universiteit Antwerpen die onlangs terugkeerden uit Guinee, waar ze in het European Mobile Lab stalen onderzochten van potentiële ebolapatiënten.
een Sahara voor je lichaam
Ebola is een virus dat je kan oplopen door rechtstreeks contact met de lichaamsvloeistoffen van een symptomatisch besmet persoon. Het volstaat om in aanraking te komen met een zieke om kans te lopen op besmetting. Na 2 dagen vertoont een ebolapatiënt de eerste tekenen van het virus op het lichaam. Die tekenen manifesteren zich initieel als griepachtige symptomen zoals koorts, hoofdpijn, keelpijn, spier- en gewrichtspijn en misselijkheid. Na enkele dagen verslechtert de toestand met braken, diarree en nier- en leverproblemen tot gevolg. Onbehandeld kan dit leiden tot interne en externe bloedingen en zelfs de dood door dehydratatie. Dat gebeurt in 70 tot 90 procent van de gevallen. “Het virus verspreidt zich door heel het lichaam, inclusief de delen van het immuunsysteem en leidt ertoe dat organen zoals nieren, hersenen, de lever, maar ook de bloedstolling niet meer goed werken. Dat kan in mindere mate zijn of juist heel uitgesproken, dat hangt van de bouw van je lichaam af. Sommige mensen geraken er doorheen, maar bij anderen is het the point of no return”, zegt dr. Vlieghe.
de vonk die is overgeslagen
Het eerste ebolageval van deze uitbraak zou vermoedelijk ontstaan zijn door het eten van bushmeat; een jongen had het vlees van een vleermuis opgegeten. Enkele maanden later heerst er een epidemie. Ebola is gelukkig niet aerosol, maar voorzichtigheid is vereist. Het aanraken van een zieke volstaat soms al om het virus zelf op te lopen. Niet alle wondjes of schrammen zijn namelijk met het blote oog zichtbaar en dat maakt de kans op besmetting juist zo hoog, zeker als de zieke al in een vergevorderd stadium verkeert. Daarom is het dragen van beschermende kledij en alle voorzorgsmaatregelen daaromtrent van cruciaal belang. Dit is echter niet zo evident op een continent met weinig middelen. “Zorgverleners en artsen moeten opgeleid worden om hygiënisch met de zieken om te gaan, want de regels van de basishygiëne ontbreken vaak volledig. Handontsmetting of het gebruik van handschoenen bijvoorbeeld zijn bij ons vanzelfsprekend. Dat zijn dingen waar je in eerste instantie niet aan denkt, maar die een groot verschil kunnen maken”, vertelt Benny. “Daarnaast is er in sommige afgelegen dorpen zelfs geen dokter of verpleger. Er worden dan met de auto mensen naartoe gestuurd die soms 2 uur onderweg zijn over heel moeilijke wegen om contact te leggen en de situatie op te volgen. Dat is een helse opdracht die je elke dag moet uitvoeren”, vervolgt Sophie.
de broeihaard van West-Afrika
Het is belangrijk de symptomen van ebola goed te herkennen, om de patienten zo snel mogelijk te kunnen isoleren en te behandelen. Zo kan een verdere verspreiding voorkomen worden. Het probleem is dat de mensen die in de afgelegen dorpen wonen vaak in een hechte gemeenschap leven. “Er zijn veel verschillende culturen daar en die hebben elk hun traditionele gewoontes. Je kan dus je kan niet zomaar eender wie naar zo’n dorp sturen om de mensen daar te vertellen wat ze moeten doen. Dat moet voorzichtig aangepakt worden: op een positieve manier en met begrip voor de lokale gebruiken. En dat is natuurlijk een uitdaging. Zelfs in Guinee zelf weten inwoners uit het westen niet altijd wat de gebruiken in Oost-Guinee zijn. Het is daarom moeilijk om hulpverleners met de juiste kennis te vinden”, weet Sophie.
“Eenmaal de symptomen herkend zijn, moet je die persoon nog kunnen overtuigen om mee te komen naar het ziekenhuis. De familie blijft dan achter en soms moet je de volgende dag al terug om een ziek familielid op te halen. Dat moet snel gebeuren, want anders is het dweilen met de kraan open. Dat is ook de frustratie van de hulpverleners op dit moment. Mensen komen vaak pas aan in de behandelingscentra als ze doodziek zijn of zelfs al dood”, vertelt dr. Vlieghe. “De mensen die naar de dorpen reizen en de contacten opvolgen zijn daarom van cruciaal belang. Zodra ze iemand verdenken van besmetting worden alle mensen waar die persoon mee in contact is geweest tijdens de incubatieperiode, minimum 2 dagen tot 21 dagen na de initiële besmetting, ook opgevolgd. Zo kan de diagnose snel gebeuren en kan er sneller een behandeling gestart worden”, vertelt Sophie.
olie op het vuur
Maar niet alles is te wijten aan de bevolking, ook de overheid helpt de situatie niet. “Het grote probleem is dat de overheden in het begin te traag gereageerd hebben en zelfs geprobeerd hebben om die uitbraak stil te houden. Ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft zich initieel afwachtend opgesteld. Zij hebben het recht om buiten de lokale overheid om te gaan en hulp te bieden en als ze dat eerder hadden gedaan, had de ziekte zich misschien niet zo verspreid. Ook de plaatselijke overheid wordt terecht gewantrouwd door de bevolking. Zo mocht in Sierra Leone een container vol het land niet binnen. Die stond er al 2 maanden vast. Het ging om een donatie aan het land, maar de overheid wil liever contant geld en dus hebben bepaalde overheidsambtenaren ervoor gezorgd dat het transport niet langs de douane raakte. Het zou dus kunnen dat die container er nog steeds staat”, zegt Benny.
lopend vuur
Aangekomen in het behandelingscentrum worden de personen die verdacht zijn van ebola in een geïsoleerde ruimte geplaatst en worden er stalen genomen van hun bloed, speeksel en urine om te testen op het virus. “De dokters moeten die stalen in beschermingskledij afnemen. Die worden dan op een veilige manier verpakt en naar ons gebracht door de verplegers zelf of door een speciale taxi. Benny en ik maakten deel uit van het European Mobile Lab, een project gecoördineerd door een virologisch labo in Hamburg. We zijn eind september voor 3 weken naar Guinee getrokken in opdracht van Universiteit Antwerpen om te helpen in het mobiele laboratorium”, zegt Sophie. “Een mobiel labo verwijst naar het feit dat het volledig ingepakt kan worden in harde dozen van 30 kilogram en dus op eender welke vlucht gezet kan worden. Lokaal moet er dan nog transport geregeld worden, maar alles kan op een ruimte van 2 bij 10 vierkante meter worden opgesteld. Het labo wordt dan met plastieken doeken afgeschermd en het materiaal kan eender waar gezet worden, zolang er elektriciteit is”, vertelt Benny. (Sinds kort is er een Russisch labo dat zich in een truck bevindt en dus ook letterlijk mobiel is, nvdr.)
“Het ebolavirus heeft bioveiligheidsniveau 4. Dat wil zeggen dat het levend materiaal is dat pathogeen en dus in dit geval makkelijk infectieus is voor de mens. Daar komt nog eens bij dat er geen geneesmiddel is. Ons mini-labo staat daarom in onderdruk zodat er geen lucht of water naar buiten kan. Binnen 3 à 4 uur na het ontvangen van de stalen hebben wij de resultaten: wie negatief en wie positief getest is. De positieve gevallen worden zo snel mogelijk naar een aparte unit gebracht waar ze verzorgd kunnen worden. De mensen met negatieve tests worden gehouden. Een dag later worden de negatieven opnieuw getest om uitsluitsel te geven. Dat uitsluitsel is echter niet definitief, want ondertussen hebben die mensen al een tijd in één ruimte met de positieven gezeten en kan het dus zijn dat de ene de andere al besmet heeft. Of de besmetting is zo recent", zegt Sophie, “dat er te weinig virus in het bloed aanwezig is om te detecteren." “Dat is een risico en ook een reden waarom de gezondheidszorg helemaal plat ligt. Niemand durft zich nog in een ziekenhuis aan te melden, zelfs als ze weten dat ze bijvoorbeeld malaria hebben, omdat er een risico is om echt besmet te geraken. Van zodra mensen symptomen vertonen die een beetje op die van ebola lijken, wordt dat als een verdacht geval behandeld. De schrik die mensen hebben van die centra is dus reëel”, zegt Benny.
water voor de dorst
Er bestaat geen geneesmiddel voor ebola. Eenmaal besmet, komt het allemaal aan op de snelheid waarmee de diagnose gesteld is en de behandeling kan beginnen. “Als je de bloedwaarde goed kan opvolgen, kan je tijdig bijsturen met wat kalium, zout, een infuus met fysiologische oplossing of door meer vocht te geven. Je kan de patiënt ook tegen bijkomende besmettingen behandelen, maar als je in een regio zit waar weinig middelen zijn en waar je je met moeite kunt beschermen, is dat niet evident. De beste zorg die je daar soms kan verlenen is een kopje water en een pilletje tegen de pijn. Dat zal vaak ook niet genoeg zijn voor de mensen die echt ziek zijn, dus je dan intensieve zorgen nodig op plaatsen waar dat eigenlijk niet beschikbaar is”, zegt dr. Vlieghe.
Ondertussen hebben onderzoekers van het Instituut voor Tropische Geneeskunde misschien wel de oplossing gevonden. “Een paar collega's en Engelse, Franse en Afrikaanse onderzoekers zijn nu in Guinee om – met steun van de Europese Unie – samen te werken aan een vergelijkende studie. Die studie zal bepalen of binnenkort bloedtransfusies worden uitgevoerd als behandeling. Dat gaat terug op een observatie die andere collega’s van het ITG jaren geleden gemaakt hebben bij een ebola-uitbraak in Congo, waarbij men zag dat mensen die antistoffen kregen van reeds genezen patiënten het beter leken te doen. Dat was echter geen ruim opgezette studie en moet dus eerst in een goed studieverband uitgewerkt worden. Daar is nu de gelegenheid voor en als dat blijkt te werken, zal het in de praktijk omgezet worden. Hier gelden de regels van trials van geneesmiddelenstudies: als uit een tussentijdse analyse binnen een bepaalde periode blijkt dat er een enorm overlevingsverschil is, dan is het ethisch niet verantwoord om die studie verder te zetten, maar moet je overgaan tot actie. Dit wordt onze standaardzorg, maar we blijven observeren om te zien of dit wel veilig is”, vertelt dr. Vlieghe.
van brand tot as
Helaas kan niet iedereen op tijd gediagnosticeerd, geholpen en gered worden en omdat de lichamen ook besmettelijk zijn, moet er voorzichtig en vooral veilig mee omgegaan worden. “Er worden mensen specifiek opgeleid om de zogenaamde safe burials, het veilig begraven van dode lichamen in volledige beschermingskledij, uit te voeren”, zegt dr. Vlieghe. “Vanuit de overheid is er echter een nieuwe regel die zegt dat alle ebolagerelateerde sterfgevallen gecremeerd moeten worden. Voordien konden nog begrafenissen georganiseerd worden als er niet teveel doden tegelijk waren, maar dat is niet meer haalbaar. Je moet beseffen dat begrafenissen heel belangrijk zijn voor die mensen, dus het kan goed zijn dat de familie daardoor nu doden thuis houdt in de hoop die zelf te begraven, wat meer besmettingsrisico’s met zich meebrengt”, vertelt Benny.
gebluste brand?
Mensen die genezen van ebola zijn zelf immuun voor het virus en het is dus ideaal om in te zetten bij het verzorgen van de zieken. “Die herstelde mensen zijn zelf door een diep dal gegaan, zowel fysiek, mentaal alsook op sociaal vaak. Zij willen vaak ook helpen en worden vrijwillig ingeschakeld bij het begraven van overledenen of het begeleiden van weeskinderen”, zegt dr. Vlieghe. “De verspreiding van het ebolavirus en het aantal geïnfecteerden verschilt wel sterk in de drie getroffen gebieden. Zo is het in Sierra Leone nog altijd exponentieel aan het stijgen. Het loopt daar echt waanzinnig fout, terwijl het in Guinee redelijk stabiel is en het in Liberia sinds een paar weken zelfs sterk gedaald is”, weet Benny. “We hebben wel de indruk dat er een voorzichtige stabilisatie is, maar of dat effectief waar is en ook zo zal blijven, dat weten we niet. Als er tegen begin december 70 procent van de doden een safe burial heeft ondergaan en we 70 procent van de besmette ebolapatiënten hebben kunnen isoleren, gaan we ergens in het voorjaar hopelijk een zucht van verluchting kunnen slaan”, zegt dr. Vlieghe.
- Login om te reageren