Mijn zestienjarige zelve besloot op een dag om een reisgids over het noordwesten van de Verenigde Staten aan te schaffen. Geplaagd door een onvolgroeide prefrontale cortex en uit verhouding zijnde ledematen, zocht ik in die dagen troost in de rauwe grungegitaren van Seattle. Niemand verwoordde mijn tienerweltschmerz zo treffend als de Kurt Cobains en Eddie Vedders van de wereld. Wegens een gebrek aan financiële middelen en avonturierszin zat een snoepreisje naar de heimat van mijn idolen er helaas niet in. Ik was genoodzaakt om in gedachten naar de andere kant van de grote plas te reizen. Met de aankoop van een reisgids met een nietszeggende wolkenkrabber op de cover, was de eerste stap gezet.
Zes jaar later is mijn liefde voor grunge enigszins bekoeld. Al las ik begin dit semester wel met enige jaloezie dat Katherine Paul, multi-instrumentaliste en de vrouw achter indierockrevelatie Black Belt Eagle Scout, opgroeide in de nabijheid van Seattle. Een voorrecht waar ik als tienerjongen alleen maar van kon dromen. Nu is nabijheid in de Verenigde Staten een relatief begrip. De jonge Katherine was een twee uur durende busrit verwijderd van het walhalla van de grunge. Als lid van de Swinomishstam bracht ze haar jeugdjaren door langs de beboste kusten van de Stille Oceaan, ver weg van de grootstedelijke tristesse. Via een omweg kwam ze alsnog in aanraking met sound of Seattle. Toen Paul als tienermeisje bootleg VHS-tapes van Nirvana en Hole in handen kreeg, ging er een wereld voor haar open. Met behulp van de tapes beheerste ze in een mum van tijd gitaar en drumstel. De wijde wereld lonkte aan de horizon van de Stille Oceaan. Onder de artiestennaam Black Belt Eagle Scout wou ze haar vleugels uitslaan.
Paul liet de Swinomishgemeenschap achter zich en reisde naar Portland, waar ze aan haar muzikale carrière timmerde. Haar eerste langspeler, waar Nirvana en Mazzy Star in doorschemeren, werd met lof onthaald in de Amerikaanse muziekpers. Een half jaar na de release van haar tweede plaat, legde het vervloekte coronavirus het grootstedelijke leven aan banden. Paul liet de metropool achter zich en keerde terug naar haar geboortegrond. Een levensomwenteling die centraal staat in haar laatste worp The Land, the Water, the Sky, een muzikale queeste doorheen het landschap van haar jeugd. Inspiratie voor het album vond ze in de wijde natuur. Terwijl België gebukt ging onder de onoverzichtelijke PowerPoints van de federale overheid, trok Paul samen met haar gitaar de bossen in.
Rust en verstilling is desondanks ver te zoeken in opener My Blood Runs Through This Land. Met agressieve drumpartijen en een flinke dosis distortion trekt ze fel van leer tegen de kolonisatie van het Amerikaanse continent. Waar de muziek slaat, zalft Pauls engelengezang. De diepere betekenis van de songtitel dringt zich op: het land van de Swinomish is gedrenkt in voorouderlijk bloed. In het verdere verloop van de plaat neemt Paul gas terug, al kan ze de verleiding niet weerstaan om af en toe een gitaar van stal te halen.
In The Land, the Water, the Sky volgen de hoogtepunten elkaar in sneltempo op. Instrumentaal hoogstandje On The River bewijst dan weer dat de boutade ‘mooie liedjes duren niet lang’ met de waarheid strookt. In een tijdsbestek van 1 minuten en 53 seconden creëert Paul een universum waar ondergetekende uren in zou kunnen vertoeven. Onze tranen zijn nog niet opgedroogd of we krijgen het wondermooie Nobody voorgeschoteld. “Nobody sings it for me, like I wanna sing it to you”, meer woorden heeft Paul niet nodig om het gebrek aan diversiteit in de popwereld aan te klagen. Een boodschap die in de verf wordt gezet met een meesterlijke gitaarsolo. In Sčičudᶻ (a narrow place) bewijst ze wederom dat ze een vrouw met een boodschap is. De eigenaardige songtitel verwijst naar de lokale naam voor een bospad langs de kusten van de Stille Oceaan. Al wandelend neemt Paul ons mee naar haar prille levensjaren waarin ze samen met haar familie de muzikale begeleiding verzorgde voor de traditionele powwowbijeenkomsten van de Swinomish. De twijfels van haar jeugd drijven terug naar de oppervlakte. Met breekbare stem zingt ze over de steun die ze als jonge queervrouw kreeg van de gemeenschap. De Swinomish leveren overigens een muzikale bijdrage aan haar plaat. In de outro van vooruitgeschoven single Spaces weerklinken traditionele powwowgezangen in de achtergrond.
Degelijke indierock met een streepje traditionele muziek is een combinatie die de meerwaardezoeker in mij weet te bekoren. Zes jaar geleden schaftte ik als grunge-idolaat een veel te dure reisgids aan, heden ten dage struin ik het internet af op zoek naar powwowvideo’s van de Swinomish. Het kan verkeren…
- Log in to post comments