Het vlieden van de tijd beangstigt me. Ligt het aan mij, of lijkt hij onze omgeving steeds sneller te doorkruisen? Mijn beste vriendin woont ondertussen een maand samen, mijn oude jeugdvriend heeft sinds kort een baan en een huis en ook het academiejaar is met een vloek en een zucht voorbijgesneld. Ik zal je de obligatoire nostalgische terugblikken op het afgelopen dwarsjaar, de imminente examendreiging en de daarbij horende betekenisloze succeswensen besparen: een extra herinnering aan een voorbijgesneld jaar, zit men daar nu écht op te wachten?
Hoe is dat dan toch mogelijk, dat die eeuwige zandloper mij steeds weer overvalt? Ben ik dan slechts een hopeloze nostalgicus? Gaat de wereld om me heen dan écht sneller dan ik kan bijhouden? Hoe dan ook blijft dat knagende stemmetje in mijn hoofd zeggen dat ik sneller moet, dat ik stil sta op de autostrade: ik woon nog altijd op een krom, krakend, door muizen geplaagd kot, heb het nooit gepresteerd om de liefde langer dan een jaar vast te houden en na zes jaar aanmodderen mag ik er na dit semester nóg een jaar bijschrijven vooraleer ik eindelijk mijn masterdiploma haal. Of ja, zou kunnen halen.
Ook binnen dwars blijven mijn jaren me achtervolgen. Je zal me wellicht zien als vers bloed, de jonge, debuterende editoriaalschrijver met de inspirerende blik op de foto, onbezoedeld door jaren aan ellenlange vergaderingen, gemiste deadlines en writer’s blocks, maar niets is minder waar. Ik mag mezelf met recht tot de oude rotten van het studentenblad rekenen, en elk jaar wordt dat duidelijker. Ook in deze dwars kan je artikelen bewonderen in sprankelende stijl, van redacteurs die een flinke tijd na de eeuwwisseling pas het levenslicht hebben gezien. Voor wie MSN-berichtjes, RuneScape en Nokia’s misschien slechts relieken uit oude Netflixseries zijn. Goed, na al die jaren voldoen mijn schrijfsels keurig aan de eindredactieregeltjes en het stramien van onze stijlgids, daar valt natuurlijk wel iets voor te zeggen. Kan het soms ook niet wat lonen een oude rot te zijn?
Ik begin het zelf in ieder geval steeds meer te geloven. Althans, daar dwing ik mezelf een beetje toe. Zeg nu zelf, blijven zwelgen in zelfmedelijden is toch ook geen optie? Ben ik mezelf nog wel als ik mijn romanticisme en hang naar nostalgie pertinent de deur wijs? Nee! Als ik dan toch mijn onvrede moet uiten over de moderne tijd en over hoe snel die gearriveerd is, dan liever als tijdloze anachronist dan als zelfvernietigende pessimist. Steeds vaker wordt mij het verwijt gemaakt eruit te zien als een regelrechte jarenzeventiger. Kan mij het iets schelen! Hup, de stoute All Stars aan, Doe Maar op maximaal volume op de iPod, de wind door de iets te lange haren, op naar de boekenwinkel voor een afgedankte Jan Wolkers … die liefde, dat diploma, dat deftige huis, die komen nog wel. Voor nu geniet ik van de vrijheid die ik heb om de verkeerde richting in te mogen rijden. De tijd gaat toch net iets minder snel op een oud Casiohorloge.
- Log in to post comments