Maarten Inghels is dichter en schrijver. Hij schrijft poëzie, columns en kortverhalen en staat regelmatig op de planken met poëzie en tekst-performance. Eind 2008 verscheen zijn zeer goed ontvangen debuutbundel ‘Tumult’ en momenteel is hij bezig aan zijn debuutroman. Niet slecht voor een prille twintiger.
Maarten Inghels Het is niet makkelijk om dat te combineren. Ik ben momenteel voornamelijk bezig met poëzie omdat ik aan het werken ben aan opdrachten voor een aantal tijdschriften. Die roman is voor mij een werk van lange adem. Omdat ik de laatste tijd zo druk bezig ben, werk ik vooral op ‘korte adem’. Dat is dan voornamelijk poëzie. Ik zou vanaf deze zomer in één adem zes maanden lang willen doorwerken aan mijn roman. Hopelijk is hij dan tegen december af, al zal hij toch ten vroegste tegen 2010 verschijnen. Het hangt er een beetje vanaf hoe snel alles vooruit gaat, maar het neemt alvast meer tijd in beslag dan ik oorspronkelijk had gepland.
Inghels Vooral in het begin was er heel veel media-aandacht en kwamen er veel reacties binnen van mensen die met soortgelijke dingen bezig waren. Nochtans doen we het vooral voor mensen die helemaal niets hadden en eenzaam waren op het laatste moment van hun leven. Er wordt steeds een persoonlijk gedicht geschreven op basis van enkele gegevens die we van de overledene hebben. Op die manier proberen we die persoon nog een waardig afscheid te geven.
Inghels Er staat wel iets nieuws op stapel. Ik ben teksten aan het schrijven voor het nieuwe theaterstuk, dat ‘Vogelke’ zal heten. Ik zal zelf niet meer meespelen, maar ik schrijf er dus nog wel voor. Het zullen vanaf nu Charlien Adriaenssens en Anne Vanvoorden zijn die spelen. Iets anders waar ik mee bezig ben en dat binnenkort van start gaat is ‘Koningsblauw’ van Behoud de Begeerte, met onder andere Remco Campert en Leonard Nolens. Dat project is ontstaan na de dood van Herman de Coninck en probeert elk jaar een hommage te brengen aan zijn poëzie.
Inghels Er zijn mensen die ik heel graag lees, maar ik beschouw die daarom niet als mijn idolen of voorbeelden. Willem Elsschot, Hugo Claus en Willem Frederik Hermans, dat zijn wel schrijvers voor wiens werk ik echt veel waardering heb.
Bont is onze huid
We vechten om dezelfde slaap dat zij ons niet
het eerst overmant. Verder weten we nog niet goed
van welke kant we het beste lief kunnen hebben;
op onze rug, uit haar mond, mijn huid neemt
misschien al afscheid van mijn long. We worden
er wel steeds beter in; onder een appelboom lukt
het, aan tafel soms ook. In de zomer gaat het
langer, we draaien dan linksom, rechts, links.
Nooit zijn we alleen; de zon glimlacht in haar
mond, of naakt wuiven we de wolken uit. Van
hetzelfde bont is onze huid (ze houdt misschien
nog net de hemel aan). Haar handen blijven
een bang vogeltje in mijn handen maar mijn
omhelzing duurt een zonsondergang lang.