Frank Vandenbroucke! Opdoeke!

Oorlogsjournalistiek vanuit Brussel
18/03/2006

Als trouwe lezers heeft u natuurlijk allemaal het artikel in de vorige dwars (nr. 30) gelezen over de nieuwe ontwerpnota over de financiering van het hoger onderwijs, met dank aan Frank Vandenbroucke. Daar vele studenten, proffen en onderwijspersoneel (vrijwel iedereen die het aanbelangt dus) het gevoel hebben dat het neo-liberale onderwijsmodel de kwaliteit van ons hoger onderwijs zou afkalven, kon een collectieve reactie niet uitblijven.

Goed, de betoging op 16 maart in Brussel viel een beetje in het niets in vergelijking met de studentenmanifestaties die tijdens die week Parijs in hun greep hielden, maar een gebrek aan enthousiasme kon de betogers moeilijk verweten worden. Hoewel er rond tien over elf nog maar bedroevend weinig volk was, kreeg je even later een zeer vreemde ommekeer; twee straatmuzikanten begonnen voor Brussel Centraal muziek te maken, de ene op een trompet, de andere op een accordeon, en plots leek het volk in drommen toe te stromen, gewapend met vlaggen, spandoeken – ‘Goe bezig, Vandenbroucke, de financiering gans ontwricht, wacht tot g'op ons tafel ligt', aldus de studenten geneeskunde – en (naar mijn smaak iets te veel) fluitjes. Nog voor de betoging zich in beweging zette, was ik al half doof, maar ik hoorde nog wel een meisje in lichte paniek vragen ‘"Hoe gaan we dan aan bier geraken?" Tja, studenten... De luttele 3° C konden de pret niet drukken, want laten we eerlijk zijn, wat is er leuker dan het Brusselse verkeer platleggen?

 

Onder veel gejoel en gefluit zette de betoging zich in beweging, en toen pas viel het aantal rode vlaggen en vuilniszakken in allerlei tinten me op. Voor een socialistische minister leek Vandenbroucke het een beetje verkorven te hebben bij zijn achterban. Men wou uw reporter ook enkele malen rode stickers aansmeren, maar met een kordaat ‘"Nee, dank je, ik ben een onafhankelijke journalist." kon ik ze nog de baas. Dan liever leuzen scanderen, met moeite boven het geluid van de fluitjes en rotjes uit. ‘"Fuck this shit!" Ja, dat kan ik nog wel. Ondertussen snorden agenten op scooters van kruispunt naar kruispunt, om files van honderden meters te creëren, zodat wij dichter en dichter bij ons doel kwamen: het ministerie van onderwijs.

 

Daar aangekomen duurde het niet lang of de flessen drank werden bovengehaald en hier en daar hing een zweem rook die zoeter was dan wat je uit een sigaret krijgt. De ingang werd bewaakt door streng uitziende agenten, maar toen het eerste, eenzame ei uiteenspatte tegen de glazen voorgevel, keken ze een beetje onzeker naar boven. De eierregen die volgde was een lust voor het oog, en noopte iedereen een beetje afstand te nemen. Terwijl de eieren tegen de ramen uiteenspatten, probeerde een van de organisatoren ons tot kalmte aan te manen – we waren immers gekomen om te discussiëren – maar niet alleen was de boodschap aan ons verloren, hij sprak ook nog eens zo snel en onduidelijk dat hij onverstaanbaar was. De voorraad eieren was echter niet onuitputtelijk en na een minuut of tien kon iedereen tevreden kijken naar de duidelijke boodschap die nu van het ministerie afdroop. Even later, nadat de meeste studenten al de warmte van het café hadden opgezocht, werden we toegesproken door een prof van de VUB die ons vertelde dat een delegatie met de minister was gaan spreken, en dat ze hem een eredoctoraat zouden overhandigen. Hoewel dit me eerst een beetje onthutste, bleek er wel degelijk een boodschap achter te zitten: het kost niets, en het is dan ook niets waard. De man bezat trouwens heel wat betere oratorische kwaliteiten dan de organisatoren, en we konden dan ook op gezette tijdstippen eens luid juichen, of ons ongenoegen doen blijken. Toen de delegatie echter terug naar buiten kwam en zei dat ‘de minister "rekening ging houden met ons protest" had ik het ook wel gezien – alsof hij luidop zou zeggen dat we ons er niet mee moesten bemoeien. Nee, het werd tijd om de Brusselse cafeetjes eens te gaan inspecteren.

 

Maar op 29 maart is er een betoging in ons aller Antwerpen, en ook daar zal ik aanwezig zijn; als onafhankelijk journalist, natuurlijk...