Kulderzipken

wat vinden we er nu van?

12/06/2023
Kulderzipken (© Wim Vanseveren | dwars)
Bron/externe fotograaf

Wim Vanseveren


Onder het motto ‘ware meesterwerken vervelen nooit’ kijk ik elke blokperiode naar Kulderzipken. Voor al diegenen die hun kinderjaren onder een steen hebben doorgebracht: Kulderzipken is een jeugdserie over een gelijknamige eenvoudige boerenjongen. Wanneer hij per toeval de kinharen van de moeder van de duivel weet te bemachtigen, wint hij een verblijf in het kasteel van Koning Jozef. De vorst houdt de ware prijs die aan deze opdracht vasthing – de hand van de rebelse prinses Prieeltje – halsstarrig verborgen. Koning Jozef is zijn toekomstige schoonzoon liever kwijt dan rijk en werpt hem aflevering na aflevering onmogelijke opdrachten voor de voeten. Met behulp van de gebroeders Grimm – manusjes van alles die heel het hofhouden runnen – weet Kulderzipken elke opdracht tot een goed einde te brengen. Een jeugdreeks van dertien in het dozijn, zou je denken. Ware het niet dat de serie uit de pen van Hugo Matthyssen sproot, de man achter het legendarische Peulengaleis en Antwerps Rockicoon Clement Peerens. Matthyssen schotelt de kijkbuiskindertjes geen hersenloos entertainment voor, maar een portie absurditeit afgewerkt met spitsvondige woordspelingen. Een mix tussen Alice in Wonderland en Monty Python and the Holy Grail, maar dan zonder witte konijnen.

Tot mijn grote spijt behoor ik niet tot de echte Kulderzipkengeneratie. De laatste aflevering verscheen in 1997 op de beeldbuis, vier jaar voor ik het levenslicht zag. Gelukkig zendt Ketnet de reeks met enige regelmaat opnieuw uit. In mijn lagereschooltijd was ik elke zondagavond aan het scherm gekluisterd. Nu ik tot volle wasdom ben gekomen, stem ik niet meer op Ketnet af. Gelukkig besloot de openbare omroep om de integrale reeks op VRT MAX te zetten zodat de zichzelf respecterende student de reeks zonder enig gevoel van schaamte kan herbekijken.  

Bij het bingen van Kulderzipken voelt men zich geen te oud zijnde buitenstaander. Een gezonde dosis dubbele bodems houden de volwassen geest scherp. Het gapende mannetje boven de droommachine van Oom Nonkel blijkt Sigmund Freud te zijn. De woordspeling “vioolconcert in E ongeveer zo groot” ontlokt een glimlach bij de klassieke muziekadept in mij en de seksuele toespelingen volgen elkaar in sneltempo op. Onthutsend voorbeeld: wanneer de kasteelbewoners door de vloek van de Alsdaniërs in kleuters dreigen te veranderen, vraagt Koning Jozef angstig aan zijn echtgenote Koningin Angina: “Zullen we dan nog wel spelletjes kunnen spelen?” Waarop de vorstin antwoordt “Zolang het niet al te wilde spelletjes zijn.”, vette knipoog. Hoe die spelletjes precies in zijn werk gaan, is voer voor de gespecialiseerde fanficitie waar ik het bestaan niet van wil weten... 

U leest het: Kulderzipken kijken als adolescent heeft zo zijn voordelen. Nu ik de twintig gepasseerd ben, hypothekeert de reeks niet langer mijn nachtrust.  De Onzichtbare Keizer, de Houten man en de Potsenschouwspelgoochelzanggrapjas  waren ooit de protagonisten van mijn ergste nachtmerries. Een volwassen mens kan alles gelukkig beter in perspectief plaatsen. De Potsenschouwspelgoochelzanggrapjas is per slot van rekening gewoon Bart Peeters met drie benen (dat derde been is voor een goed begrip geen seksuele allusie).  

Zoals bij veel series het geval is, blijft het eerste seizoen onovertroffen en stelt het tweede seizoen teleur.  De scenaristen veegden vakkundig hun voeten aan het credo Never change a winning team. De onschuldige duivel en zijn allesbehalve onschuldige moeder zijn in het tweede seizoen in geen velden of wegen te bespeuren. Een beargumenteerbare exit (Koning Jozef had het duivelsgebroed de laan uitgestuurd nadat ze zijn oogappel prinses Prieeltje vergiftigd hadden), maar de reeks verliest hiermee wel twee kleurrijke personages. Nog een gemis: de magie tussen de broers Grimm. De helft van het iconische duo is tussen het eerste en het tweede seizoen een facelift ondergaan waardoor hij meer op Marc Van Eeghem dan op Lucas Van den Eyden lijkt. Een ingreep die ervoor zorgt dat de twee hofdienaren minder op elkaar zijn ingespeeld. Wat vooral schort aan het tweede seizoen is het verdwijnen van het bal in de troonzaal. In het eerste seizoen dansten de kasteelbewoners op het einde van elke aflevering met de booswicht die hen zo na de dood had ingedreven. Onze Heiland bood zijn andere wang aan, Kulderzipken bouwt een feestje met zijn vijanden. Over vergevingsgezindheid gesproken.  

Wie de ontspanningsgaten van de studiedag niet weet in te vullen, raad ik Kulderzipken ten zeerste aan. Met afleveringen die tussen de twintig en de dertig minuten schommelen, krijgt u de ideale blokpauze voorgeschoteld. Toch is de reeks meer dan hapklaar amusement. Kulderzipken is zonder enige vorm van overdrijving een cultuurproduct dat mij gevormd heeft. Mijn voorliefde voor taalspelletjes, absurditeiten en middeleeuwse fantasiewerelden heb ik aan het geesteskind van Hugo Matthyssen te danken.