Wie zijn ze? Wat doen ze? Wat houdt hen bezig? Speciaal voor u werpt dwars een blik op oudere studenten aan de Universiteit Antwerpen, die tussen twintigjarige, snel bierdrinkende straffe koppen moedig hun plaatsje innemen. Grote vaten gegiste hop verzetten behoort misschien niet meer tot hun levensstijl, maar gezellig keuvelen bij een kopje koffie na het college doen ze wél…
Waarom studeren we?
Sommigen doen het uit liefde voor hun vak, maar een twintigjarige mens heeft een toekomst voor ogen die gekleurd wordt door het feit dat er ooit brood (en misschien een vette BMW) op de plank zal moeten komen. Wie echter eens goed rondkijkt op de campussen van onze Universiteit Antwerpen, merkt dat er ook een aantal rakkers met grijze slapen van het ene naar het andere college hossen. De cijfers van het aantal inschrijvingen in 2006 spreken boekdelen: we vinden de meeste 40-plussers in Geneeskunde met 77 personen, gevolgd door TEW met 76 studenten. Op de derde plaats staat Rechten met 59 studenten en ook de Politieke en Sociale Wetenschappen doen het goed met 36 studenten. Eveneens te vermelden zijn uiteraard Wijsbegeerte (15 studenten) en Geschiedenis (12 studenten). De oudste student die zich vorig jaar heeft ingeschreven is geboren in 1935 en studeert nu Taal- en Letterkunde. De tweedeoudste kwam ter wereld in 1941 en is dus op 66-jarige leeftijd begonnen aan Diergeneeskunde.
Waarom doet een mens zoiets?
Staf Waelbergs (65) en Frans – Sus voor de vrienden – Gielen (69) studeren beide Wijsbegeerte. Ze hebben allebei vroeger reeds een academisch diploma verworven: Staf studeerde af aan de ULB als burgerlijk ingenieur en fysicus, Sus studeerde van 1955 tot 1960 Handels- en Financiële Wetenschappen evenals Bedrijfseconomie aan de KU Leuven. Wijsheid komt met de jaren, zeggen ze wel eens, maar het studeren zelf wil toch niet meer zo vlot verlopen (hup, hup, genieten maar van onze frisse hersenen dus!). Voor beide filosofen in spe geldt dat Filosofie hen altijd al geboeid heeft en dat het een aangename manier is om je gepensioneerde dagen mee door te brengen. Sus weet het overtuigd te zeggen: “Na mijn pensioen wenste ik mijn tijd niet in ledigheid door te brengen in functie van de waan van de dag. Wijsbegeerte is mijn oude liefde en laat mij weer aansluiten bij de vroegere 'oude humaniora', waaraan ik een goede herinnering bewaar." Ook Staf wil zijn pensioen niet in een lethargische voorbereiding op het ouder worden laten verkommeren. Daarom houdt hij zich naast zijn andere talrijke hobby’s bezig met studeren en de daarbij horende stress voor het noodzakelijke kwaad dat elk examen uitmaakt: met hart (par coeur) en ziel (ex amen) stort hij zich al vier jaar op de leerstof. Ook trots speelt voor Staf een rol: “Ik wilde testen of ik het nog kon.” Op de vraag hoe de sfeer tussen de jeugd en hen aanvoelt, antwoorden Staf en Sus uit één mond: hoewel de sfeer aangenaam is, bestaat er uiteraard een kloof van twee generaties die niet te ontzien valt. Sus is grootvader (dankzij zijn studies zal hij dus altijd wel iets interessants te vertellen hebben aan zijn kleinkinderen) en zingt daarnaast nog in twee koren. Uiteraard lezen ze allebei ook dwars. Voor ons grijze publiek een leuk weetje: studeren houdt niet enkel de geest jong, maar ook de hersenen. Hersenen die geprikkeld blijven worden, zullen niet zo gauw in slaap gesust worden door dementie en seniliteit. Driewerf hoera voor de gepensioneerde intellectueel!