Universiteit Antwerpen kent een rijke geschiedenis die sterk is beïnvloed door de jezuïeten. Ook vandaag laten de jezuïeten hun invloed gelden binnen onze universiteit. Maar wie of wat zijn de jezuïeten en hoe zijn ze binnen de muren van de universiteit terecht gekomen? In een reeks artikels zoekt dwars naar antwoorden op deze vragen. We spraken met filosoof en historicus Dr. Ludo Abicht. “Als je een stad op een andere manier leert kennen, wordt het interessant".
Op een zonnige vrijdagochtend treffen we elkaar bij het standbeeld van Brabo op de Grote Markt en worden we ondergedompeld in de geschiedenis van de Koekenstad. Ter renovatie staat het stadhuis in de steigers. Spijtig, want het verhaal begint bij de voorgevel van het stadhuis. Bovenaan in het midden staat een beeld van Maria. “Vroeger stond daar een beeld van de god van de handel, Mercurius. Antwerpen was toen een handelsstad, heel belangrijk voor de handel tussen alle windstreken, belangrijker dan Amsterdam in die tijd”, vertelt Abicht. “De Spanjaarden, die heel katholiek waren, hebben dat ‘afgodsbeeld’ van Mercurius verwijderd. Daarvoor in de plaats hebben ze een beeld van de maagd Maria geplaatst. Omdat ze ongeduldig waren en geen beeld met de juiste afmetingen konden vinden, hebben ze een beeld geplaatst dat eigenlijk te groot is voor de nis. Maria staat daar nu een beetje gewrongen in.”
beeldenstorm
We blijven bij de Heilige Maagd en wandelen richting de kathedraal. “De kathedraal is net als het beeld in de gevel van het stadhuis ook gewijd aan Onze Lieve Vrouw." Alle beelden in de kathedraal zijn tijdens de Beeldenstorm kort en klein geslagen; protestanten vernielden op grote schaal heiligenbeelden en relikwieën in katholieke kerken.
“Tussen 1560 en 1570 werd de stad hier langzaamaan protestants en deed de Beeldenstorm ook zijn intrede in De Nederlanden”, vervolgt Abicht zijn verhaal. "Gent en Antwerpen waren toen bastions van de gereformeerde kerk. Het was hier heel protestants, en al die beelden vonden de protestanten maar afgoden.”
Het is onduidelijk wanneer de Beeldenstorm precies begon, maar in 1522 sneuvelden de eerste beelden al in het Duitse Wittenberg. Een jaar later was Zürich aan de beurt en in 1530 waaide de storm over naar Kopenhagen, in 1534 naar Münster, het jaar erop naar Genève en in 1537 werd Augsburg aangedaan. De gereformeerde wind draaide in 1559 richting Schotland en streek omstreeks 1566 neer in Frankrijk en De Nederlanden. “Hier begon het in Frans-Vlaanderen en is het vervolgens helemaal tot aan het noorden doorgedrongen.”
De Beeldenstorm kan worden gezien als het begin van de opstand van De Nederlanden tegen de Spaanse overheerser. In eerste instantie gebeurde dit in eendracht, maar vanaf 1576 groeiden de Noordelijke en Zuidelijke delen langzaam uit elkaar. De Spanjaarden gaven zich niet zomaar gewonnen en heroverden Antwerpen in 1585. Ze waren van mening dat de stad weer katholiek moest worden. “De Spanjaarden hadden overal waar ze konden beelden geplaatst van de Heilige Maagd. Er staan over heel Antwerpen zo’n 100 tot 150 beelden verspreid die ervan getuigen: dit is een rooms-katholieke stad. Die beelden werden vernietigd door de protestanten.” Volgens de protestanten staat er in de Bijbel dat men geen beelden mag vereren. “De Spaanse overheerser sloeg hard terug met de inquisitie. Ze plaatsten ook overal opnieuw beelden op de hoeken van de straten.” In de Universiteitsbuurt zijn genoeg zulke beelden te vinden.
jezuïeten
De helft van de Antwerpse bevolking vluchtte vanaf 1585 naar het noorden. “Een groot deel hiervan behoorde tot de burgerij, mensen die konden lezen en schrijven.” Zelf de Bijbel kunnen lezen was uit den boze voor de Katholieke Kerk. “De Bijbel was namelijk niet bedoeld voor het volk, maar enkel bedoeld voor de priesters en de Kerk. De Kerk interpreteerde voor het volk wat de Bijbel was. Op de plaats waar nu het beeld van Brabo staat, hadden de Spanjaarden een brandstapel gemaakt. Daar zijn 95 ‘ketters’ verbrand omdat ze de Bijbel in huis hadden.”
“Toen zijn de jezuïeten met de Spanjaarden meegekomen met de bedoeling om jonge mannen op te leiden tot politiek-economische leiders, en zo de stad over te nemen via de opvoeding. In die tijd zijn de jezuïetenscholen gesticht.” Ergens moest dat toch wel steken. Het eerst zo opstandige Antwerpen valt door overheersing weer binnen de katholieke sferen. Dat heeft geduurd tot in de tweede helft van de twintigste eeuw, wanneer in Vlaanderen (en Nederland) de secularisering de bovenhand kreeg. “Antwerpen was samen met Gent dus de eerste protestantse stad van De Nederlanden. We waren toen calvinistisch. Daarna zijn we heel katholiek geworden, mede dankzij de jezuïeten. Zij hebben hele generaties opgeleid van mensen ‘in het ware geloof’", vertelt de filosoof. “Maar ook heel wetenschappelijk, dus op niveau.”
Dan komen we terecht bij onze universiteit. “De jezuïeten hebben door hun scholen een enorme invloed gehad op het hoger onderwijs van Antwerpen”, vertelt Abicht terwijl we richting het volgens hem ‘echte hart van de jezuïeten’ wandelen. “Wat nu de Erfgoedbibliotheek is, waren vroeger de huizen van de jezuïeten. Hier zijn ze begonnen.” Hun kerk staat aan hetzelfde plein. “Op de gevel van de Sint-Carolus Borromeuskerk staat hun logo: IHS. Dat betekent: Jezus (toen nog met een I geschreven), Hominum (van de mensen), Salvator (verlosser). Daaronder de nagels waarmee hij gekruisigd is. Twee nagels aan de handen en een door de voeten."
draak met borsten
De kerk is geopend voor bezoekers en dus stappen we naar binnen. Eenmaal binnen raken we aan de praat met een van de vrijwilligsters. Zodra ze ontdekt dat we geïnteresseerd zijn in de jezuïeten, neemt ze ons mee naar een beeld onder de preekstoel. “Dit beeld moet voorstellen hoe de Rooms-Katholieke Kerk vecht tegen het kwaad, de ketterij.”
Er wordt een vrouw afgebeeld als het teken van ‘onze moeder, de heilige kerk’. Die bezweert het kwaad met haar hand." 'Het kwaad' wordt afgebeeld als een tweekoppige, vuurspuwende draak met enorme klauwen. "Met de staf van de paus staat ze op staart van de draak, die probeert op haar beurt weg te vluchten. Met haar voeten vertrapt de vrouw de maskers van de 'hypocrieten', die hun ware gelaat niet tonen. De maskers staan symbool voor de ketters." 'Onze moeder' krijgt hulp van engeltjes om de boeken van de ketterij te verbranden. De draak waarop onze moeder, de heilige kerk staat, kent nog een klein maar niet onbelangrijk detail. "Het is een vrouwelijke draak, je kunt zien dat ze borsten heeft. Dat is misschien nog wel slechter dan slecht in die tijd." De vrijwilligster vertelt over nog meer symbolen die in het beeld verwerkt zijn, maar dat is niet aan dit artikel besteed. Verder zien we opnieuw de, inmiddels niet meer te missen, IHS van de jezuïeten.
Als je dus in het vervolg een Mariabeeld op de gevel van een huis passeert, sta dan stil bij de overheersing van de Spanjaarden en het leed van onze voorvaderen uit de zestiende eeuw. Doe hetzelfde als je het beeld van Brabo op de Grote Markt ziet. De Spanjaarden zagen waarschijnlijk in dat het opstandige Antwerpen niet in toom gehouden kon worden door de bevolking dom en ongeletterd te houden. Dit kon wel door het volk op te leiden met behulp van de jezuïeten. Vandaag zetten we die traditie nog altijd voort.
- Login om te reageren