niet vergeten: proffen raten

stop maar met studeren als je niet wil evalueren

13/02/2022

Traditioneel spenderen studenten de lesvrije week met skiën, feesten en piekeren over cijfers. Vakevaluaties invullen of koppig negeren is eerder bijzaak. Maar als het van UAntwerpen afhangt komt daar verandering in: de vakevaluaties zijn zo belangrijk voor de kwaliteit van het onderwijs dat ze verplicht worden. Ilse Verachtert, diensthoofd van kwaliteitszorg onderwijs en innovatie, licht toe hoe, wat en waarom. 

De evaluaties zelf veranderen niet: de vertrouwde invulformulieren zullen ons blijven verblijden. Zelfs wat wel verandert, is helemaal niet zo spiksplinternieuw. “Sinds academiejaar 2020-2021 is de verplichting van de evaluaties ingeschreven in het OER, ook in overleg met de Studentenraad. Als de evaluaties niet ingevuld zijn, zal je tijdelijk niet meer kunnen inloggen op Blackboard. Vanaf het moment dat je de evaluaties invult, heb je onmiddellijk opnieuw toegang”, legt Ilse uit. Wanneer de maatregel ingaat, wordt het een stuk moeilijker om de evaluaties uit het oog te verliezen: eerst krijgt een student een mail en een melding via Blackboard, met daarin een lijst van de nog in te vullen evaluaties. Als je die dan niet alles opzij gooit om het onmiddellijk in te vullen, krijg je meerdere herinneringen, zowel in je mailbox als op Blackboard. “Het vorige academiejaar hebben we de sanctie niet toegepast. Toen vonden we dat we dat niet konden maken omdat Blackboard nodig was om de lessen kunnen volgen door de coronasituatie, maar nu de situatie anders is en studenten de lessen ook zonder Blackboard kunnen volgen, passen we de sanctie dus wel toe.” Tijdens de blok- en examenperiodes zal Blackboard nooit uitgeschakeld worden. “Als we het signaal krijgen vanuit studenten dat de sanctie valt tijdens een moment dat er bijvoorbeeld belangrijke papers ingediend moeten worden, kunnen we het systeem altijd nog aanpassen”, sust Ilse.  

  

een minder lange waslijst 

Aan UAntwerpen moet elk opleidingsonderdeel minstens om de vier jaar geëvalueerd worden. De faculteiten plannen zelf wanneer welk opleidingsonderdeel wanneer aan de beurt komt. Ilse: “Sommige faculteiten kozen ervoor om alle opleidingsonderdelen jaarlijks te evalueren, waardoor studenten een hoge evaluatielast hadden. We stimuleren dat dergelijke faculteiten hun planning herbekijken om de evaluatiefrequentie verstandig te verlagen. Op die manier is het goed mogelijk dat sommige studenten geen enkel vak moeten evalueren dit semester.” Wat doe je als je over een bepaald vak wél feedback wil geven, maar er net geen evaluatie gaande is van dat vak? “Je kan de docent altijd rechtstreeks aanspreken. Daarnaast kan je de voorzitter van de onderwijscommissie of een stuver die in de onderwijscommissie zetelt een bericht sturen met de feedback. Ook bij de CIKO-stafmedewerker (Cel Innovatie en Kwaliteitszorg in het Onderwijs, n.v.d.r.) van je faculteit of de facultaire kwaliteitszorg kan je aankloppen. Ik begrijp goed dat studenten dat niet zo snel zullen doen: je geeft feedback in die gevallen toch eerder als er echt een probleem is … Daarom willen we nadenken over een laagdrempelige en eenvoudige manier waarop studenten feedback kunnen geven op vakken waarvoor op dat moment geen evaluatie loopt.”  

Met andere woorden, er zijn andere manieren om je bedenkingen over een vak of docent te uiten, maar die hebben bijna allemaal het nadeel dat je wat minder zeker bent van je anonimiteit. “Bij de vakevaluaties kunnen we de anonimiteit waarborgen. We weten welke studenten de vakevaluaties hebben ingevuld, maar niet wat hun antwoorden zijn. In sommige gevallen zijn opmerkingen van studenten traceerbaar voor een docent, bijvoorbeeld in kleine opleidingen. We hebben onlangs besproken hoe kwaliteitszorgmedewerkers hiermee kunnen omgaan. In zo’n geval mag een CIKO-stafmedewerker de antwoorden op de open vragen licht bewerken. Niet om de opmerking onder de mat te vegen, maar om de anonimiteit van de student te garanderen. Op dezelfde manier kan een CIKO-medewerker erg negatief geformuleerde opmerkingen waarin de docent als persoon wordt aangevallen, herformuleren. Zo behouden we de goodwill bij docenten om hun onderwijs te verbeteren. Bij grote problemen werkt een CIKO-stafmedewerker samen met een decaan of voorzitter van de onderwijscommissie, al komt dat in de meeste gevallen niet voor. 

 

belang van onze mening 

De bedoeling is om studenten te stimuleren om de vakevaluaties effectief in te vullen. Waarom is dat eigenlijk zo belangrijk? Doet onze feedback er zelfs toe? Ilse: “UAntwerpen organiseert al erg lang vakevaluaties en we blijven dat belangrijk vinden. Ten eerste willen we ons onderwijs verbeteren en studenten zijn daarin cruciale partners. Jullie doorlopen het onderwijs, jullie weten het best hoe jullie de vakken, het onderwijs van de docenten en de opleiding in haar geheel ervaren. Ten tweede spelen de resultaten van de onderwijsevaluaties een rol in het loopbaanbeleid. Wat er uit zo’n evaluatie komt, wordt meegenomen in de personeelsevaluatie van docenten. De carrière van jullie docenten hangt dus deels af van de evaluaties.” 

Aangezien de evaluaties toch wel enig gewicht hebben, wegen bepaalde pijnpunten behoorlijk mee. “Het is dan ook van groot belang dat de resultaten betrouwbaar zijn. De responsgraad moet hoog genoeg liggen zodat we de resultaten kunnen meenemen in onze beslissingen. We blijven echter schommelen op een responsgraad tussen de 20 en 25%, wat de facto betekent dat één op vier studenten hun mening geeft. Om de responsgraad te verhogen hebben we de afgelopen jaren meerdere maatregelen genomen: zo zijn we begonnen met de evaluaties ook aan Blackboard te koppelen en niet enkel via mail te sturen en hebben we erg ingezet op communicatie. We vragen aan bijvoorbeeld docenten en stuvers om alle studenten op te roepen om de evaluaties in te vullen, er komt een extra oproep op Blackboard. We hebben ook gevraagd of docenten willen communiceren wat ze concreet met de resultaten doen. Als student zie je tenslotte niet altijd wat je docenten doen met de feedback die je hen gegeven hebt.” Daar haalt Verachtert een pijnpunt aan van de evaluaties. Je kan die formulieren wel invullen, maar maakt het uit? “We vragen wel aan docenten om terug te koppelen, maar tja, op dat punt zijn we afhankelijk van de docenten zelf. We willen een systeem uitbouwen waar er op een hoger niveau, bijvoorbeeld voor de hele instelling of per faculteit, een aantal algemene zaken teruggekoppeld worden. Alleen al de responsgraad per faculteit is misschien al nuttig. Dat is dan iets dat we in de loop van dit en het volgende academiejaar verder uitrollen.” 

De lage responsgraad is niet iets uniek aan UAntwerpen, zegt Ilse nog. Ook Universiteit Gent worstelde met het probleem en implementeerde de verplichte vakevaluaties een paar jaar terug. “Aan UGent heeft de verplichting van evaluaties ferm geholpen. Ook in onze pilotstudie merkten we een groot verschil. We hebben in januari het systeem uitgeprobeerd in het IOB (Instituut voor Ontwikkelingsbeheer en -Beleid, n.v.d.r.). Ondertussen is hun evaluatieperiode afgesloten: de responsgraad is daar gestegen naar 87%! We hopen met de verplichting te stijgen naar een responsgraad rond 75%. Dit alles gaan we uiteraard nog verder opvolgen en bijsturen. Alle feedback, vragen en bedenkingen die we van studenten krijgen, is daarvoor ook welkom, dan kunnen we tegen de volgende evaluatieperiode eventuele problemen oplossen.” 

Volgens de betrouwbare bronnen van dwars is er voorlopig nog geen sprake van een verplichte evaluatie over de manier waarop vakevaluaties geregeld worden.