grote mannen met kleine kantjes

elk huisje heeft zijn kruisje

26/12/2018

Als studenten leren we over belangrijke mannen (en in veel mindere mate ook belangrijke vrouwen) die met grootse theorieën op de proppen zijn gekomen en met hun baanbrekende visies het gehele wereldbeeld op hun kop hebben gezet. Wij belichten hier graag enkele grote namen op een manier die je als student in je cursussen nog nooit zag.

We zien onszelf niet meteen een heel onderzoeksveld blijvend beïnvloeden, of een permanente stempel drukken op de politieke structuur en partijen van de toekomst. De Vlaamse onafhankelijkheidsstrijd lijkt ook nog niet meteen voor morgen, dus schitteren als een geweldloze vrijheidsstrijder behoort ook niet echt tot de opties. Wanneer je als student je eigen levensloop en verwezenlijkingen naast het leven legt van al die belangrijke mensen waar we dagelijks over leren, voel je je wel eens klein, nietig en onbeduidend. Het argument van 'over de doden niks dan goeds' gaat hier niet op; het is dan ook maatschappelijk relevant om voor eens en voor altijd aan ons, hardwerkende studenten, duidelijk te maken dat ook grote mannen kleine kantjes hebben.

 

Rousseau’s vaderlijke gevoelens

Hoe vaak hebben we als student niet al moeten horen over die grote achttiende-eeuwse autodidact, die van alle markten thuis was? Jean-Jacques Rousseau was niet alleen een baanbrekend filosoof en schrijver, maar drukte ook zijn stempel op de literatuur, politiek en pedagogie. Aan dat laatste onderzoeksveld hangt echter een ironisch staartje. Zo beschreef hij vanuit zijn visie op de menselijke natuur in zijn beroemde roman Emile de volgens hem ideale opvoedingsmethode. De invloed van dit pennenwerk is moeilijk te onderschatten als het gaat over de filosofie van de opvoeding en belangrijke pedagogen.

In zijn privéleven wist hij zijn eigen theorie echter veel moeilijker in de praktijk om te zetten – of zeg maar gewoon niet. In 1745 leerde Rousseau in een Parijs' pension een zekere Thérèse Levasseur kennen, de dochter van een ontslagen ambtenaar die als wasvrouw, naaister en dienster de kost verdiende. Uit hun verhouding werden er tussen 1746 en 1751 vijf kinderen geboren. Geen van hen kreeg echter de gelegenheid te genieten van hun vaders' verlichte ideeën over opvoeding.

Alle vijf werden immers – onder lichte dwang van Rousseau zelf – naar het vondelingentehuis gebracht. Hoewel dit niet ongewoon was in een Parijs waar jaarlijks zo’n 6.000 kinderen werden afgestaan, is dit toch een smet op het blazoen van de man die zoveel voor de pedagogiek zou gaan betekenen. Zelf leek hij dat ook te beseffen. Dit vertaalde zich in een spijtbetoog over dit 'noodlottige gedrag' in zijn Emile en autobiografie Bekentenissen. Spijt komt altijd te laat, is het niet?

 

Gandhi’s haat-liefdeverhouding met geneesmiddelen

Of Mohandas Karamchand Gandhi ook spijt betoonde, is niet met zekerheid geweten. Wel kennen we hem als broze, ondervoede Indiase politicus met een morele en vrome ziel; iemand om een voorbeeld aan te nemen. Als leider van de Indiase onafhankelijkheidsstrijd, wordt hij ook wel gezien als één van de meest vooraanstaande grondleggers van de moderne staat India. Het 'wauw'-gehalte rond Ghandi's persoon nam bovendien sterk toe door zijn diverse hongerstakingen en zijn actieve geweldloosheid als middel voor revolutie. Daarnaast zette hij zich sterk in voor de verzoening tussen hindoes en moslims in zijn thuisland. In 1948 werd hij echter door een extremistische hindoe vermoord. Op slag verkreeg hij de titel van martelaar.

Deze weetjes over de Grote Gandhi hebben zich steevast in ons collectief geheugen genesteld. Sommige elementen in het leven van dezelfde man worden echter steevast met de mantel der liefde bedekt, zoals zijn discours van anti-zwartheid en misogynie. Of om het even minder verbloemd te zeggen: zijn vrouwenhaat richtte zich voornamelijk op de vrouwelijke seksualiteit. Bovendien hield hij er ook een dubieuze houding ten opzichte van de Dalit (de Onaanraakbare, nvdr.) op na.

Het grootste kruisje in zijn huisje is ongetwijfeld hoe hij zijn vrouw Kasturba behandelde toen ze een longontsteking opliep. De dokters zeiden dat penicilline haar zou genezen. Ondanks dit advies verbood Gandhi haar het medicijn – wat toch maar een vreemde en dus verdachte substantie is – in te nemen. In 1944 overleed Kasturba dan ook ten gevolge van haar ziekte. Enkele jaren later zag Gandhi er echter geen graten in om zelf met volle bewustzijn kinine in te nemen tijdens zijn persoonlijke strijd tegen malaria. In tegenstelling tot zijn vrouw kon hij zijn ziekte nadien wél navertellen.

 

Marx’ driehoeksverhouding

Tenslotte is ook Karl Marx onmogelijk weg te denken uit onze cursussen. De grote Duitse denker bouwde een mooi CV op. Zo beïnvloedde hij zowel de (politieke) filosofie, de economie, sociologie als de historiografie sterk. De titels van 'grondlegger van de arbeidersbeweging’ en ‘centrale figuur in de geschiedenis van het socialisme en het communisme’ spannen bovendien de kroon. Gedurende zijn leven werd hij in lief en leed bijgestaan door zijn vrouw Jenny von Westphalen en zijn dierbare vriend Friedrich Engels, met wie hij het wereldberoemde Communistisch Manifest schreef.

Tussen deze drie protagonisten ontvouwde zich een ware driehoeksverhouding. Op 24 augustus 1849 zette Karl, en later ook zijn gezin, na een noodgedwongen vertrek uit Parijs voet op de Engelse grond. Hier vocht het gezin Marx om het hoofd boven water te houden, ondanks de regelmatige financiële hulp van vriend des huizes Friedrich. In totaal zou het echtpaar ook vier van hun zeven kinderen voor volwassen leeftijd moeten afgeven aan de Man met de Zeis. Alsof dat nog niet genoeg gezinsdrama voor één mensenleven was, werd Lenchen, de bij hen inwonende voormalige meid van Jenny’s moeder, ‘mysterieus’ zwanger.

Op het moment van de bevruchting bevond Jenny – zelf zwanger – zich in Holland, om Karls oom om hulp te smeken. In haar afwezigheid kreeg haar echtgenoot echter een relatie met Lenchen, die de vrouw des huizes in hun tweekamersappartementje met een dikke buik terug opwachtte. Ondanks de verwoede pogingen van Karl om Lenchens ongeboren kind in de schoenen van zijn dierbare vriend te schuiven, was Jenny niet overtuigd. Uit pure noodzaak moet ze de situatie geaccepteerd hebben, maar de grote denker van de negentiende eeuw was wel haar grote hartenbreker.

 

Zo zie je maar, lieve studenten, dat elk huisje zijn kruisje heeft. Achter elke grote man in onze cursussen stond een vrouw die het op persoonlijk vlak zwaar te verduren kreeg.