eerste hulp bij grensoverschrijdend gedrag

een leidraad door de verkokering

18/04/2023

Wie kan je aan UAntwerpen helpen bij grensoverschrijdend gedrag? Een doodeenvoudige vraag die een nog doodeenvoudiger antwoord verdient. De realiteit is iets weerbarstiger. De wirwar van potentiële aanspreekpunten met elk hun eigen niet altijd even helder afgebakende functieomschrijvingen valt bezwaarlijk onder de noemer ‘drempelverlagend’. Wij lijsten hen op en (laten hen) vertellen wanneer en waarmee ze je kunnen ondersteunen. 

Oorspronkelijk was dit stuk bedoeld voor december 2022. Toen werd ons op het hart gedrukt dat er die maand nog een decreet zou komen dat het statuut van vertrouwenspersonen voor studenten regelt en dat dit stuk snel achterhaald zou worden, mochten we niet wachten. Intussen zijn we vier maanden verder en er is nog altijd geen decreet. Personen die grensoverschrijdend gedrag plegen wachten niet tot het juiste decreet er is, terwijl slachtoffers te allen tijde toegang moeten hebben tot de juiste hulp, ongeacht decretale bepalingen. Daarom schrijven we over de situatie zoals die nu is. Mocht het decreet in kwestie zaken aanzienlijk doen wijzigen, lees je dat als eerste in dwars.

 

studentenbemiddelaar

Word je als student geconfronteerd met grensoverschrijdend gedrag en is de dader een andere student? Dan kan je aankloppen bij Walter Sevenhans, de studentenbemiddelaar van UAntwerpen. Hij legt zijn rol uit: “Als er zich grensoverschrijdend gedrag stelt van een personeelslid naar een student moet je bij een van de vertrouwenspersonen (zie verder, n.v.d.r.) zijn. Wanneer er een geval van grensoverschrijdend gedrag is tussen studenten, kan men bij mij terecht. Ook personeelsleden die menen dat een student bepaalde regels overtreedt, kunnen bij mij terecht.”

“Dan start mijn werk tot bemiddeling. Ik hoor zowel de partij van wie de klacht uitgaat als de partij die wordt beschuldigd. Het is mijn taak neutraal te zijn ten aanzien van beide partijen. De verzoeker bepaalt wanneer de bemiddeling is geslaagd en moet dat expliciet te kennen geven. Als de bemiddeling niet geslaagd is, ben ik verplicht om de zaak door te schuiven naar de Deontologische Commissie die tuchtmaatregelen kan toekennen. Die maatregelen gaan van een vermaning tot een verbod aan examens of bepaalde diensten deel te nemen tot een tijdelijke of zelfs definitieve uitsluiting. Zelf kan ik geen sancties toekennen. Er is niemand die bang hoeft te zijn van mij – dat werkt drempelverlagend en creëert een sfeer van vertrouwen. Het biedt comfort voor alle partijen, inclusief voor mezelf.”

“Is de bemiddeling geslaagd? Dan leggen we afhankelijk van de situatie een eenzijdig of wederzijds engagement op papier vast. De beklaagde erkent dat hij iets heeft overtreden, toont zich ervan bewust en belooft dat het niet meer zal gebeuren. Komt hij zijn engagement niet na? Dan zal zijn zaak uiteindelijk bij de Deontologische Commissie belanden die dus wel sanctioneringsbevoegd is.”

“De student krijgt in de regel binnen de 48 uur antwoord van mij en in diezelfde week voer ik zo mogelijk de bemiddelingsgesprekken. Voorbeelden van meldingen die tot bij mij komen: studenten die zich belaagd voelen of gepest worden, maar ook professoren die menen dat een student auteursrechten heeft geschonden of zich onfatsoenlijk heeft gedragen tegen hen.”

Sevenhans benadrukt tot slot dat bij het bemiddelingsproces zorgzaam wordt omgegaan met het welbevinden van de student. “Het is niet evident om de twee mensen tegelijk aan tafel te krijgen. Het kan samen, het kan apart. We gaan dat niet forceren. Elke case (meer dan 90%) die leidt tot schuldinzicht, vergevingsgezindheid en verzoening geeft de verschillende partijen én mezelf veel voldoening.”

Evaluatie: zoals bij de andere mogelijke aanspreekpunten is de eerste drempel niet de geringste. De persoonlijke pagina van Sevenhans vermeldt dat hij studentenbemiddelaar is, maar daarmee weet je nog altijd niet wat een studentenbemiddelaar doet. Bovendien moet je al weten van het bestaan van een studentenbemiddelaar om op de pagina van Sevenhans uit te komen. Eens je de studentenbemiddelaar hebt gevonden, zijn er nog maar weinig drempels.

 

vertrouwenspersonen

Mocht je geconfronteerd worden met grensoverschrijdend gedrag waarbij een medewerker van de universiteit is betrokken, zijn de vertrouwenspersonen het geschikte aanspreekpunt. UAntwerpen telt tien vertrouwenspersonen voor studenten en drie vertrouwenspersonen voor doctorandi. We spraken Iris Wyns, een van die vertrouwenspersonen. “Iedereen is vrij om zich tot een van deze vertrouwenspersonen te richten, ongeacht de campus. Je kiest dus zelf een vertrouwenspersoon – dat hoeft niet iemand van jouw campus te zijn.”

“De cases waarmee je bij ons terecht kunt, gaan onder andere over grensoverschrijdend gedrag zoals machtsmisbruik, verbale agressie, ongewenste intimiteiten en pesterijen. Een vermoeden van grensoverschrijdend gedrag, wanneer je bijvoorbeeld denkt dat iemand in jouw directe omgeving hiermee te maken heeft, kan ook gemeld worden. Idem voor het gevoel hebben dat je er door je huidskleur, geloof of seksuele voorkeur niet bij hoort of anders behandeld wordt.”

“Als vertrouwenspersoon bied ik een luisterend oor en geef ik advies en ondersteuning bij eventuele verdere stappen. Die vervolgstappen zullen afhangen van de case. Op basis van een analyse van de situatie zoekt de vertrouwenspersoon mee naar oplossingen.” Wyns beklemtoont dat de student de regie in handen houdt en dat alle meldingen met de grootste discretie en zorg worden behandeld. “De vertrouwenspersoon mag niets ondernemen zonder het akkoord van de persoon die het probleem heeft aangekaart en is gebonden door het beroepsgeheim. Wanneer een verzoek toekomt (telefonisch of per e-mail), dan wordt er binnen de tien dagen een afspraak geregeld.”

Evaluatie: sinds enige tijd bokst de Vlaamse Regering een decreet in elkaar dat een juridisch betrouwbaar kader schept voor vertrouwenspersonen voor studenten. Zolang dat decreet uitblijft, is er de facto geen wettelijk kader voor die vertrouwenspersonen. UAntwerpen lost dat tussentijds op door de vertrouwenspersonen voor werknemers ook in te zetten voor studenten. Het is uiteraard van het grootste belang dat er goed opgeleide mensen zijn bij wie studenten kunnen aankloppen in alle gevallen dat zij met grensoverschrijdend gedrag worden geconfronteerd. De vertrouwenspersonen bleken goed bereikbaar. Het is alleen maar de vraag hoe bekend vertrouwenspersonen bij studenten zijn en of ze niet te ver staan van studenten.

 

facultaire ombudspersonen

Om te beginnen moeten we het onderscheid maken tussen de facultaire ombudspersonen en de centrale ombudspersoon. In cases van grensoverschrijdend gedrag beperken ze zich allebei evenwel tot doorverwijzen. We contacteerden de ombudsdienst van de faculteit Rechten: “Facultaire ombudspersonen fungeren als aanspreekpunt bij geschillen die verband houden met de toepassing van het onderwijs- en examenreglement. De ombudspersoon heeft een hoofdzakelijk bemiddelende, maar ook een informerende en adviserende rol. Een van de kerntaken van de ombudspersoon is optreden als bemiddelaar tussen student en examinator met als doel problemen te voorkomen of op te lossen met betrekking tot examensituaties, inclusief permanente evaluatie.”

In gevallen van grensoverschrijdend gedrag heeft de facultaire ombudspersoon een doorverwijs- en opvolgfunctie. “Wij zijn als ombudspersonen een nulde lijn en eerste luisterend oor, maar zullen steeds doorverwijzen naar de meer gespecialiseerde bevoegde diensten. Ombudspersonen hebben immers een meldingsplicht. De ombudspersonen zijn dus een van de verschillende opvangkanalen voor de student. Wanneer het grensoverschrijdend gedrag tussen een personeelslid en een student betreft, zal de vertrouwenspersoon (naar keuze) de meest aangewezen persoon zijn. Ombudspersonen kunnen wel personen vergezellen naar de vertrouwenspersoon bij een eerste gesprek.”

 

centrale ombudspersoon

Naast heel wat facultaire ombudspersonen heeft UAntwerpen ook één centrale ombudspersoon in de persoon van Luc Van de Poele, die daarnaast ook departementshoofd onderwijs is. “Het is de bedoeling dat studenten zich eerst wenden tot de facultaire ombudspersoon. Wanneer een student zich bij mij veiliger voelt of wanneer de student vindt dat de facultaire ombudspersoon geen soelaas kan bieden, kan die bij mij terecht. Denk aan de situatie dat de faculteit of facultaire ombudspersonen zelf een betrokken partij zijn. De centrale ombudspersoon is ook het klankbord van de facultaire ombudspersonen. Wanneer een reglement geïnterpreteerd moet worden en ze niet goed weten hoe ze ermee overweg moeten, kunnen ze bij mij terecht. Maar bijvoorbeeld ook bij conflicten met een student die delicaat of tijdrovend zijn.”

“Reglementen dekken niet alle situaties”, stipt Van de Poele aan. “Er zijn altijd studenten aan wie niet is gedacht bij het opstellen van een reglement. Dan moet je als centrale ombudspersoon durven zeggen dat een beslissing die normaliter conform de regels is voor die ene individuele student niet de meest redelijke beslissing is, om die argumenten vervolgens voor te leggen aan diegene die hierover beslist – dat kan gaan van een examencommissie tot de rector.”

Van de Poele schat dat hij op jaarbasis een veertigtal interventies doet. Vaak gaat het over even een facultaire ombudspersoon informeren hoe die een bepaalde situatie best inschat. Dus lang niet genoeg om de functie voltijds te maken. “Het risico is reëel dat een voltijds ombudspersoon zaken zal wegtrekken van de faculteiten. We trachten facultaire ombudspersonen zo veel mogelijk problemen zelf te laten oplossen. Als centrale ombudspersoon treden we in tweede instantie op. Aan onze universiteit vinden we het belangrijk dat problemen worden opgelost op een zo laag en functioneel mogelijk niveau.”

Evaluatie: aangezien de gezichten van de facultaire ombudspersonen onder studenten in de regel bekender zijn dan die van de vertrouwenspersonen mag hun rol niet worden geminimaliseerd en is het van belang dat zij ondanks hun schijnbaar beperkte doorverwijsfunctie goed voorbereid zijn om met situaties van grensoverschrijdend gedrag om te gaan. De rol van de centrale ombudspersoon wordt aan UAntwerpen bijzonder minimalistisch ingevuld. De naam van de huidige ombudspersoon kwamen we via mondelinge weg te weten. Op de website van UAntwerpen wordt er opmerkelijk genoeg geen gewag gemaakt van het bestaan van een centrale ombudspersoon – zelfs de persoonlijke pagina van Van de Poele vermeldt het niet als een van zijn mandaten.

 

STIP

Bij het STIP kunnen studenten terecht voor de meest uiteenlopende steun, van financiële ondersteuning en studietrajectbegeleiding tot psychologische begeleiding. “Mocht je geconfronteerd worden met grensoverschrijdend gedrag, kan het STIP je helpen met psychologische begeleiding”, vertelt een medewerker. “We vangen je dan op en proberen zo goed mogelijk te achterhalen waar je op dat moment nood aan hebt en gaan vooral daarop in. De studentenpsychologen van het STIP zijn specifiek opgeleid om de eerste opvang te doen van studenten die grensoverschrijdend gedrag hebben meegemaakt en om de verdere verwerking van wat er gebeurd is te ondersteunen. Het STIP kan ook helpen om gespecialiseerde hulp te zoeken buiten de universiteit, zoals traumatherapie. Wil je eerder melding doen van grensoverschrijdend gedrag? Dan contacteer je best een vertrouwenspersoon van onze universiteit. Vertrouwenspersonen zijn niet verbonden aan het STIP, maar studentenpsychologen kunnen je wel naar hen doorverwijzen.”

Evaluatie: als er iets is waar de communicatiedienst van UAntwerpen op hamert, is het wel dat je als student met zowat alles naar het STIP moet. De veelvuldige herhaling zorgt er evenwel voor dat de studentenpsychologen gemakkelijk bereikbaar en aanspreekbaar zijn. Qua doorverwijsluik maakt het STIP het de student alleszins gemakkelijker dan de meeste andere diensten. Enig puntenverlies mag je het betalende karakter van de individuele begeleiding aanrekenen.

Mensura

Wat doet Mensura eigenlijk? We hadden het hen graag zelf gevraagd, maar na een beetje mailen bleek Mensura niet bereid te zijn tot een gesprek. Wel verwees het ons door naar een gesprek dat we hadden met de Dienst Welzijn dat niet ging over Mensura. Nochtans kan het geen kwaad om hun rol even te belichten. Zelfs de rector verslikte zich vorig jaar in een interview in de rol van Mensura. Van de Dienst Welzijn kregen we volgende reactie: “Mensura is onze externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Zij nemen die welzijnsdomeinen op waarvoor we intern geen expertise hebben, waaronder medisch toezicht, psychosociale aspecten en ergonomie.” Voorts werd er naar Pintra doorverwezen, wat niet toegankelijk is voor studenten en voorts ook weinig extra informatie bevat. Ook de site van UAntwerpen meldt niets over Mensura in het kader van welzijn.

Evaluatie: om geen foutieve informatie te verspreiden verzoeken we via deze weg de universiteit om opheldering te bieden over de hulp die Mensura kan bieden aan studenten. Vragen die zeker een antwoord verdienen, volgen hierna. In welke situaties kunnen studenten bij Mensura terecht? Hoe komen ze bij Mensura terecht? Biedt Mensura begeleiding aan in gevallen van grensoverschrijdend gedrag? Zo ja, hoe ziet die begeleiding eruit? En waarom juist Mensura?

 

onder constructie: extern meldpunt

Pro forma vermelden we ook dat er een extern meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag in het hoger onderwijs in de pijplijn zit en deel zal uitmaken van een meldpunt van het nieuwe Vlaamse Mensenrechteninstituut. De universiteiten zagen zo’n extern meldpunt eerst niet zitten, daarna ineens wel. Klinkt niet echt laagdrempelig? Ook de Vlaamse Vereniging voor Studenten uitte die bezorgdheid al. To be continued.

 

studentenportaal

Het nieuwe Studentenportaal, tevens het oude Blackboard, zou alle informatie voor studenten op een laagdrempelige manier moeten bundelen. We deden de test in het bijzijn van mensen van de Dienst Welzijn en de theorie bleek charmanter dan de werkelijkheid. Na je te hebben ingelogd op Studentenportaal, zie je bovenaan verschillende knoppen. Je klikt logischerwijs semiautomatisch op de knop “ondersteuning en begeleiding” en ziet daar verschillende lemma’s van vakinhoudelijke begeleiding tot ombudspersonen. Je klikt op ombudspersonen, zij kunnen je wellicht helpen. Je komt op de pagina ‘wanneer contacteer je een ombudspersoon?’: een pagina van twee zinnen die leidt naar een lijvig pdf-document waarin niet wordt verwezen naar grensoverschrijdend gedrag. Je keert terug. Je ziet ineens te midden van tien lemma’s “sociaal en mentaal welzijn” staan. Je klikt erop. Je komt op een pagina met zes lemma’s, waarvan het vijfde “grensoverschrijdend gedrag” heet. Je klikt erop en komt uit op vertrouwenspersonen waar je op een nauwelijks zichtbare link kunt doorklikken naar een contactpagina met de vertrouwenspersonen dat valt onder het kopje “campusleven.” Over deze pagina in volgende alinea meer.

Want ja, je kunt deze pagina op een zowaar nog efficiëntere wijze bereiken. Mocht je via “ondersteuning en begeleiding” hier niet geraken, kun je bij gebrek aan beters grensoverschrijdend gedrag met “campusleven” associëren, een pagina op Studentenportaal met dertien lemma’s. En mooi zo, je ziet het knopje “welzijn”. Daar moet je zijn! Denk je. Je klikt erop, maar dan kom je opnieuw uit op een doorverwijspagina en besluit op je stappen terug te keren. Vervolgens twijfel je tussen “verloren voorwerpen” en “veiligheid en gezondheid”. Je klikt toch maar op dat laatste en driewerf hoera! Het zesde van de acht lemma’s is grensoverschrijdend gedrag. Daar klik je op en je komt uit op de pagina met vertrouwenspersonen die er zich presenteren na een nauwelijks te doorworstelen inleiding wat grensoverschrijdend gedrag is. Nee, ongelukkige! Niet wegklikken! Niet nu, je bent er echt bijna! Het enige wat je nog moet doen is naar beneden scrollen. Daar stoot je op meer informatie wat de vertrouwenspersonen voor je kunnen betekenen, wie ze zijn en je komt er zelfs te weten hoe polyglot ze zijn.

Evaluatie: we willen de vrienden en de familie van de studenten aan wie we hebben gevraagd om te achterhalen bij wie ze terechtkunnen in gevallen van grensoverschrijdend gedrag geruststellen dat ze niet vermist zijn, maar gewoon nog bezig. Misschien een revolutionaire gedachte waar nog flink moet over worden vergaderd, maar zet bovenaan naast campusleven een knop welzijn, met daarachter een overzichtelijke schematische pagina wat je kunt doen als je slachtoffer bent van grensoverschrijdend gedrag. Het is ook een signaal dat de universiteit grensoverschrijdend gedrag niet wil verstoppen, maar echt belangrijk vindt. Toch minstens even belangrijk als dat studenten hun verloren voorwerpen terugvinden.

 

conclusie

Het was werkelijk een karwei om dit stuk te schrijven. Een groter karwei dan het had mogen zijn. Er werd duchtig doorverwezen en tijd gekocht om te antwoorden op algemene vragen die spontaan moeten kunnen worden beantwoord. De verkregen antwoorden bleken niet altijd even accuraat. Procedures raken moeilijk op elkaar afgestemd met als gevolg dat een toegankelijke communicatie op maat van de student onmogelijk is – niet bepaald een detail. Onderweg groeide de bedenking of UAntwerpen de afgelopen jaren überhaupt een aanspreekpunt had voor gevallen van grensoverschrijdend gedrag tussen een student en een medewerker. De vertrouwenspersonen nemen deze taak pas recent op zich. Voorheen moesten studenten te rade bij de studentenbemiddelaar, die nochtans kwesties van studenten onderling behandelt, of facultaire ombudspersonen, die daar niet voor zijn opgeleid en een doorverwijs- en opvolgfunctie hebben. De vraag stelt zich naar wie er binnen de universiteit door te verwijzen viel en hoe cases verder werden opgevolgd.

In afwachting van een centraal actieplan ontstaan er ook binnen faculteiten ad-hocinitiatieven zoals werkgroepen rond diversiteit en grensoverschrijdend gedrag. We hebben veel goede wil gezien van individuen, maar de kloof tussen wat theoretisch werkt en de praktijk heeft soms veel weg van een oceaan. Mensen zijn blij dat ze de eigen procedures kennen, maar wanneer er niveau-overschrijdend moet worden gedacht, wordt het onduidelijk. Een gesprekspartner stelt het zo: “Het is goed dat jullie opmerken dat het moeilijk is om te weten waar je terecht kan. De procedures worden uitgedacht door mensen die de structuren van de universiteit kennen en van daaruit denken, maar die zelf niet ervaren wat grensoverschrijdend gedrag is. Ik merk dat bij mezelf ook: ik weet wat ik doe en naar wie ik moet verwijzen in welke omstandigheden, maar vraag me niet wat de mensen doen naar wie ik verwijs.”

Niet zonder belang natuurlijk. Een geïnterviewde vat de essentie goed samen: “Het is confronterend om te horen dat het zo moeilijk is om de juiste aanspreekpunten te vinden. Als je slachtoffer bent van grensoverschrijdend gedrag en je wilt er iets mee doen, dan heb je echt geen energie om nog twee dagen uit te zoeken waar je terecht kan.”

Laat dit stuk een nieuwe aansporing zijn om niet in functie van structuren te denken, maar de student voorop te stellen. Je zou geen hulp nodig moeten hebben bij het krijgen van hulp.