debat en debacle

een terugblik op het LVSV-debat

06/10/2018

Op 2 oktober vond het befaamde LVSV-debat plaats, dit jaar zelfs in het minstens even befaamde K-blok van de UAntwerpen. dwars blikte samen met LVSV-praeses Edo Schoone terug op deze bewogen avond en liet twee van haar scherpe pennen het politiek steekspel fileren.

Aula Rector Dhanis; eindelijk?

Edo Schoone: “Ja! Het heeft wel veel moeite gekost maar het is gelukt. De samenwerking met FSW (Faculteit Sociale Wetenschappen nvdr.) is lange tijd een twijfelpunt geweest omdat zowel onze club als de universiteit zo onafhankelijk mogelijk proberen te zijn, maar omdat we steeds alle partijen van noemenswaardige grootte uitnodigen en we in de loop der jaren een goede reputatie hebben opgebouwd, kwamen we gelukkig toch tot een verstandhouding.”

“Ik ben heel tevreden met hoe vlot alles verliep. De FSW heeft ook prachtig werk geleverd qua vormgeving, hier hebben ze zelfs een debatexpert voor geregeld. Dat zijn natuurlijk grote pluspunten voor ons. Mijn bestuur heeft trouwens ook fantastisch werk geleverd met de hele avond in goede banen te helpen leiden.”

 

Vormelijk zijn jullie dus tevreden, en inhoudelijk?

Edo: “Ook, Jan de Meulemeester is een heel neutrale moderator. Er waren wat klachten dat onder meer Peter Mertens niet genoeg spreektijd kreeg, maar dat lag misschien eerder aan de onderwerpen waarover sommige partijen meer te zeggen hadden dan andere. Wat wel spijtig was, is dat niet alle onderwerpen die waren afgesproken aan bod zijn gekomen. Over mobiliteit is bijvoorbeeld weinig gezegd.”

“Maar je moet ook begrijpen dat een moderator op de flow van zo’n debat moet kunnen ingaan. Je bent al snel over de tijd heen die je had vooropgesteld. Hij probeerde verder te gaan dan de partijslogans en dat is hem zeker gelukt.”

 

Bij ons op de redactie was er de indruk dat de ad hominems rijkelijk vloeiden. Willen politici snel scoren omdat we studenten zijn?

Edo: "Het blijft natuurlijk een debat, om het publiek levendig en aandachtig te houden wordt er al eens naar zulke retorica gegrepen. Ik denk niet dat dit bij ons erger was dan op het debat op VTM. Integendeel, ik vermoed dat ons debat vaker inhoudelijk was omdat de sprekers meer tijd kregen dan strikt nodig en daardoor meer moesten brengen dan de partijslogans. Zo ontstonden er interessante opmerkingen."

 

Ik wil je neutraliteit niet schaden, maar wil je iets lossen over welke kandidaten je het sterkst vond, al was het enkel argumentatief?

Edo: “Nou neutraal, onafhankelijk is een beter woord. Wij blijven een studentenclub met een duidelijke liberale insteek. Daarom vind ik het jammer dat een bepaald beleid genormaliseerd wordt. Philippe De Backer mocht best wat harder ingaan tegen het plaatsen van camera's op elke straathoek. Ook de war on drugs waaraan de Open Vld dit stadsbestuur heeft meegewerkt past niet echt binnen mijn interpretatie van het liberalisme.”

“Opvallend was dat Jinnih Beels niet echt ervaring heeft in debatten. Ze is als politiecommissaris echt iemand van de praktijk en dat vind ik op zich wel verfrissend. Haar mensbeeld is wel wat aan de negatieve kant. Dit kan aan haar oude functie liggen, maar ik verkies toch een burgemeester die gelooft in het positieve van zijn burgers.”

 

Gesproken als een liberaal. Bedankt Edo!

 


Op het debat zelf waren ook dwarsers aanwezig. Twee ervan geven een ooggetuigenverslag van het event, beiden door een andere bril.

 

Mag ik een beetje meer fatsoen, alsjeblieft?

Ik hou niet van politiek. Ik kan niet tegen de lelijkheid, tegen het verbaal mensen neertrappen om ze daarna als opstapje te gebruiken voor de eenzame weg naar boven. Elkaar neersabelen gaat voor op de inhoudelijke argumentatie en de concrete aanpak. Het lijkt een tweede natuur geworden om vragen zo elegant mogelijk te ontwijken. Noem het naïef of wereldvreemd, maar ik mis menselijkheid, een beetje fatsoen en respect. Een burgervader die kritiek op zijn veiligheidsbeleid ondermijnt met grapjes over vrouwen die verkracht worden, het voelt wrang aan in tijden van #metoo. 

Waar blijft het?

 

Ik hou van politiek. De games. De competitieve sfeer in debatten. De coalities die ‘grote ideologische tegenstellingen’ plots veranderen in ‘breed gedragen programmapunten’. Het hoeft voor mij dan ook niet te technisch te worden. Wat ik wil is: brood en spelen, wie het met wie doet en op welke manier de messen in ruggen belanden. Noem het cynisch, maar er is iets heerlijks aan hoe de voormannen van de ‘plein publique’ vervallen in applaushoeren die bikkelen over wie welk idee eerst had.

Yana Margo (22) is redacteur en eindredacteur bij dwars en doctoreert in de geschiedenis aan UAntwerpen.

Ook al word ik dagelijks geconfronteerd met alles wat er beter kan, ik hou wel van mijn stad. Als goede burger wil ik dan ook geïnformeerd en gemotiveerd op 14 oktober mijn stem gaan uitbrengen. Het LVSV-debat was op dat vlak een godsgeschenk voor mij. Levensbeschouwelijk neutraal of niet, ik wou een negatieve keuze – ‘jij krijgt mijn stem niet’ – om kunnen buigen naar een positieve – 'op jou wil ik stemmen'.

Nog maar een paar dagen eerder had een vriendin mij de uitslag van het Curieuze Neuzen-onderzoek voor mijn straat meegedeeld. Met een beetje gevoel voor dramatiek had ze deze boodschap ingepakt in de volgende bewoording: “Je had al lang dood moeten zijn!” Met dit zwaard boven mijn hoofd nam ik dan ook plaats in de bomvolle aula, helemaal klaar voor de plannen die op een dag mijn leven in het bijzonder en de aarde in haar geheel zouden redden. Je kan je mijn teleurstelling inbeelden toen bleek dat het thema milieu en propere lucht opgeofferd werd voor schokkender thema's als migratie en veiligheid. Ik wil dat mijn longen mij een lang leven kunnen schenken, dat mijn tram rijdt en ik veilig en vlot van bestemming A naar bestemming B kan fietsen. Jammer dat ik hier nauwelijks iets over te horen kreeg. Een beetje sensatie mag, maar studenten zijn heus niet alleen maar uit op drama. 

Niet alleen bepaalde thema’s moesten het onderspit delven voor het grote geweld, maar ook bepaalde politici kregen behoorlijk meer spreek- of responstijd dan hun collega’s. Ongelijke kansen en discriminatie op het hoogste niveau, om het gewoon maar even te benoemen. Verder niks dan respect voor Jan De Meulemeester, die meermaals een steekje van één van lijsttrekkers met bewonderenswaardige kalmte opving. De menselijkheid waarmee hij te werk ging; ik heb daar respect voor. Niet alleen omdat dwars een mooie vermelding kreeg, maar omdat ik al kwaad werd toen ik thuis verslag deed van mijn politieke proeverij.

Een beetje meer De Grote Spreker onderbreken had dus wel gemogen. Een eerlijkere tijdsverdeling is een werkpuntje voor de toekomst. Dit kan opgevangen worden door elk discussiepunt vooraf te laten gaan door een korte uiteenzetting (kort-kort, met tijdslimiet!) van de standpunten van elke partij. Hierover kan vervolgens gediscussieerd worden. Ook meer vragen vanuit het publiek kunnen zorgen voor een gevarieerdere thematiek en verdeling van de tijd.

Natuurlijk hadden de sprekers zelf ook elkaar het woord kunnen gunnen. Of hun collega’s op z’n minst hun zin laten afmaken. Een beetje collegialiteit en basisrespect zijn de eerste waarden die sneuvelen in een debat. Ik snap dat. Maar toch, mag ik een beetje meer fatsoen, alsjeblieft?

Yana Tim (31) is redacteur bij dwars en studeert filosofie aan UAntwerpen.

Mijn ietwat sadistische voorliefde voor deze kant van politiek is echter geen garantie dat ik weet wat de eigenlijke programmapunten zijn en wie mijn stem het best vertegenwoordigt. Met goed gemoed ging ik dan ook naar het LVSV-debat om te kijken wie dit jaar de beste burn kon geven. Toevallig een politieke voorkeur oplopen zou een leuke bijkomstigheid zijn. Ik ben teleurgesteld naar het gratis vat gewandeld. Het uitstekend georganiseerd debat was, op een gepekelde vraag van een student na, maar mak en voorspelbaar. Talking-points en gespeelde verontwaardiging wisselden elkaar af in een niet al te hoog tempo. Het hoogtepunt? Jan de Meulemeester die vroeg of links meer blauw op straat wil en daarop een bevestigend antwoord kreeg.

Dat links werd, ondanks de vermeende verschillen in hun programma, door de moderator behandeld als één uniform blok. Hij gaf ze tezamen ongeveer even veel tijd als hij de zittende burgemeester gaf, maar misschien valt dat te verwachten als je grootste verkooppunt 'Niet Bart De Wever zijn' is. Als Cerberus bewaakten Jinnih Beels, Wouter Van Besien en Peter Mertens de belangen van de mensen in de samenleving. Om de beurt kregen ze een kans om eens iets terug te blaffen naar de top dog van N-VA. Ik hoorde woorden als mobiliteit, milieu, kansarmoede en menselijkheid. Maar wat ik onthield was: stem op Groen of Sp.a, want als je op PVDA+ stemt gaat je progressieve stem verloren. En uiteraard was volgens Mertens net het omgekeerde het geval.

Deze tweedeling binnen links werd georchestreerd door grootmeester partijpolitiek schaken Kris Peeters. Het enige dat zijn fysieke en verbale knusheid met zijn linkerflank overheerste was zijn comfort in zijn strategische positie. Zelfs met slechts 7% in de laatste peilingen is centrumpartij CD&V comfortabel ‘kingmaker’. Met een duidelijk veto tegen de communisten zet hij Van Besien met zijn rug tegen de muur. Peeters gunde onze burgemeester amper een blik en liet duidelijk blijken dat hij zijn programma duur zal verkopen aan de hoogste bieder. Wat dat programma inhoudt? Geen idee, maar hij heeft er in mij alvast een fanboy bij. Zo doe je aan politiek: vragen ontwijken, nietszeggende praatjes verkopen, amper zetels halen; maar toch winnen.

Een zelfde soort coalitie-geflirt vond ik terug bij De Backer en De Wever. Terwijl ze elkaar gemoedelijk schouderklopjes gaven, was het enige waar ze ogenschijnlijk van mening verschilden in welke richting hun hoofd ging bewegen als Anke Van dermeersch aan het woord was. Philippe De Backer, lijststrekker voor Open Vld, scoorde een paar makkelijke applausjes door nee-schuddend tegen de 'Vlaams Belang'-politica in te gaan. De Wever daarentegen stond zichzelf toe sporadisch eens te knikken bij de analyses van Van dermeersch. De burgvader zelf jongleerde zoals steeds met woorden als 'verlichting' en 'excelleren'. Mijn borstkas zwelde telkens van trots over onze West-Europese waarden. Of was het dan toch van de gebakken lucht die ik heel de avond verkocht kreeg?

Uiteindelijk ben ik er qua stemgedrag niets wijzer uit geworden. Het spel van de politiek mag al eens vermakelijk zijn, Game of Thrones doet het qua entertainment toch beter. Waar blijft dat laatste seizoen eigenlijk?