(museum aan de)

stroom

08/06/2021
🖋: 

Ik zit. Ik zit op. Ik zit op een bankje terwijl ik kijk. Ik kijk. Kijk! Ik observeer. Zou iemand mij opmerken? Ik hoop het. Ik hoop het. Ik hoop het niet, eigenlijk. Behalve als ik er prima uitzie. Ik zie er niet prima uit. “Jawel.” Nee je liegt. Ik ben niet prima. Nu weer wel. Ooit opgevallen dat hoe langer je kijkt, hoe minder je ziet? Alles is waas. Jij de flaneuse. Iedereen? Achtergrond. Tot jij erbij komt zitten. Dan zijn we het beide. Of wij zijn één flaneur, flaneuse. Jij zorgt dat de rest witte ruis wordt. De rest is witte ruis. Ik kan voor eeuwig naar je staren. Ik wil naar je staren. Ik doe het niet. Ik wil het wel. 

En alles breekt. Ik niet. Ik word heler. Jij heelt. Ik bedoel dat ik meer heel word. Jij maakt me meer heel. En je heelt ook. Compleet maken en oplossen. Iets over een boot die iemand Chouffe heeft genoemd. Niet het bootje dat iemand iets noemde. Het bootje werd genoemd. Iets over hoe belachelijk dat is. We zoeken. We zoeken iets om over te schrijven. Dit. Dit is het dan. Ik schrijf over dit. Je zit naast me. Traag. Alles gaat. Alles vergaat. Alles gaat te snel.  

Traag alsjeblieft. Spreek niet tegen me, er wordt tegen mij gesproken. En ik vind het eng. Raak mij aan. Raak mij aan. Rijk mij aan. Raak mij aan op die ene manier. Nooit meer beter. Precies die manier. Alleen deze. Ik zie op een manier. John Berger. Ways of Seeing. Hoe spreek je Berger uit? Misschien doe ik het fout. Waarschijnlijk doe ik het fout. Manieren van zien. Magritte. The door. The wind. The bird. The valise. Kijk naar mij op die ene manier. Kijk naar mij op alle manieren. Stop met naar mij te kijken. Zie mij.  

Laat mij een half uur kijken. Kijken. ‘Zien’. Naar het water. Belg. Water. Water. En dan stopt het. Naar hoe meneer de opruimer glas opruimt. Het glas wordt opgeruimd. Hij ruimt op. Ruim op! Djezus. Het geluid van glas dat nog meer breekt. Kan dat? Ik wil erin gaan zitten. Maar ik wil met rust gelaten worden. Ik word niet met rust gelaten. Hij vertelt over zijn thuis: Brazilië. Koraal. Beschermen. Dat moet hij doen. Dat doet hij. Ik niet. Nu voel ik me slecht. Waarom doe ik dat niet? Ik wil het. Het glas is nog lang niet weg. De opruimer wel. Hij ook nog niet. Nu zit ik alleen, maar word niet met rust gelaten. Ik wil muziek luisteren. Maar ik hoor het alleen. Terwijl ik het niet alleen hoor. Dingen die ik niet wil horen zijn altijd luider dan de dingen die ik wel wil. Ik wil niet meer alleen zijn. Waar blijf je?  

Volg mij. Volg het water tot het niet verder kan. Of tot je mobiel leeg is. Of nee. Gsm. Tot je gsm leeg is. Of plat. Of tot jij leeg bent. En het kan niet meer verder. Zo. Nu weer wel. Ik hoop het. Alleszins. Verbeeldingen. Vervreemdingen. Ego’s. Ethos. Jij bent mijn morele houding. Houvast. Hou me vast. Tot ik zonder jou misschien uit elkaar val. Ik vind het niet erg. Het kan ook zo. Maar doe maar zo. Daar. Ik wil je. Jij bent goed voor mijn ego. Ik hopelijk ook voor jou. Ik wil goed voor jou zijn. Niets anders dan goed. Niets beters. Nooit meer iemand beter. Nooit meer iets beters. Iets beter. Nog ietsje beter. Je bent zo goed. Alles is goed. Vraag me niet hoe het gaat. Het gaat wel. En nu niet meer. Nu gaat het niet meer. Het gaat niet meer zo. Maar zo weer wel. Dadelijk. Dadelijk gaat het wel weer. Ik zie je staan. En graag. Ik hoop dat je het ooit terug zegt. Blijf. Blijf het maar zeggen. Ik antwoord ooit wel een keertje. Oh, maar ik ging niet stoppen. Stop maar niet. Stop maar even. Stop. Stop. Stop. Ik kan niet meer. Maar op een goede manier. Je doet me geen pijn. Nooit. Het tegenovergestelde. Jij bent het tegenovergestelde. Van ongeluk. Jij bent geluk. Ik hoop dat je gelukkig bent. Jij bent geluk. Ik ben gelukkig. Zie mij graag.  

Ooit Albert Camus gelezen? Nu wel. Dus nu zeg ik ja. Ja. Heerlijk. Jij bent het voor mij. Misschien. Ik ben niet zeker. Ik ben het niet. Echter. Dure woorden. Ik hoop van wel. Ik hoopte van wel. Ik kan het zijn. Als jij wilt. Wij zijn een film. Dit is een film. Maar niet zo’n slechte. Zo’n goede. Vraag mij welke goed is. Ik weet alles. Nee, ik weet niets. Maar zo’n dingen misschien wel. Het is maar een mening. Maar geloof het. Oneindig zonlicht van de spotvrije geest. Nederlands is afschuwelijk. Maar dat van jou niet. Dat van jou is prima. Jij bent prima. Maar zoveel meer dan dat. Vertalen kan ik niet. Of toch niet mooi. Toch niet mooi. Toch niet. Mooi. Het is mooier in het Engels. Maar dan is het Engels. En ik doe al zoveel Engels. Ik doe al zoveel jou. Ik doe jou niet genoeg. Help mij. Mezelf. Mezelf zijn. Mezelf zijn zonder moeite. Zoals jou mezelf zijn. Mezelf zijn. Dat doe je al. Prima. Liefje, dat doe je al prima.