Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten ter hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze keer: topinamboer.
Een topinamboer, ook wel aardpeer, jeruzalemartisjok of knolzonnebloem genoemd, is een knol om u tegen te zeggen. Ja hoor, u leest het goed. Deze maand in ‘het laatste woord’ niet één, maar wel vier laatste woorden! Een mens zou voor minder de weg kwijtraken. Hoewel de aardpeer de voorbije jaren wat in onbruik raakte, is dit knobbelige knolletje tegenwoordig weer in opmars. Het is vooral populair als deel van de alomtegenwoordige campagnes om ‘vergeten groenten’ terug te brengen. Men kan zich moeilijk inbeelden hoe het komt dat een groente met vier verschillende namen vergeten wordt.
Topinamboer (aardpeer, jeruzalemartisjok of knolzonnebloem) kan worden klaargemaakt zoals zijn verre kozijn de aardappel. Je kan ze koken, bakken, poffen, pureren, voederen aan je knaagdieren, of gebruiken als knaldemper wanneer je een moord gaat plegen voor Don Corleone. Je kan ze ook rauw eten, bijvoorbeeld in een salade.
Een esthetisch bezwaar echter: bij contact met lucht en licht verkleurt het vruchtvlees van de topinamboer al snel naar een onaangename bruine tint. In dat opzicht lijkt het een beetje op de student die eindelijk op skivakantie kan vertrekken, om een week later met een heus jeruzalemartisjokkleurtje weer in de aula te zitten.
Hoe de topinamboer aan drie van zijn vier namen is gekomen blijft onzeker. De enige naam waar een duidelijk verhaal aan lijkt vast te hangen is ‘jeruzalemartisjok’. En dit komt dan nog van een verkeerde uitspraak uit het Italiaans. Zet na ‘gnocchi’ en ‘bruschetta’ ook maar ‘girasole articiocco’ op de lijst van onuitspreekbare Italiaanse voedingsmiddelen. Voor de naam ‘knolzonnebloem’ lijkt de etymologie meer voor de hand liggend. De knolzonnebloem is namelijk een knol onderaan de stengel van een grote gele bloem. De herkomst van ‘aardpeer’ is ook niet zo moeilijk te achterhalen: een knol met een hoog zetmeelgehalte, die lijkt op een aardappel wanneer je je ogen een beetje toeknijpt. Wat ‘topinamboer’ betreft, blijkt het om een verbastering te gaan van de naam van een inheemse Braziliaanse stam.
Hoe je het ook mag noemen, je kan er niet omheen: dit knolletje lijkt op een drolletje.