Dit academiejaar neemt dwars een stevige aanloop naar de federale verkiezingen van volgend jaar. Met een wervelende artikelenreeks belichten we in elk van onze nummers een heet hangijzer uit de vaderlandse politiek. Daarbij komen telkens ook kort de Vlaamse politieke partijen aan bod; van iedere partij mag één militante student(e) uit het Antwerpse zijn/haar visie op de problematiek uiteenzetten. Voor het laatste nummer plannen we een samenkomst met alle betrokkenen, waar vrijuit gediscuteerd kan worden en ruimte is voor kritiek op de politieke tegenstanders. Het eerste onderwerp is het (gemeentelijk) stemrecht voor migranten.
Als men de veelbelovende regeringsverklaring van onze huidige regering er op na leest, stelt men vast dat er minstens één progressief onderwerp aan het lijstje ontbreekt: het migrantenstemrecht. Bij de eerstvolgende verkiezingen zal men zich in de stembureaus geenszins moeten verwachten aan niet-EU migranten.
Het stemrecht voor migranten heet immers ‘niet prioritair’ voor paars-groen, maar hiervoor werd wel gecompenseerd met de zogenaamde snel-Belg-wet (1 maart 2000). Deze wet laat migranten toe snel de Belgische nationaliteit te verwerven (eventueel als tweede), waarmee hen tevens het recht op stemmen te beurt valt. Enkel voor die migranten die hun oorspronkelijke nationaliteit niet willen opgeven, is de strijd nog lang niet gestreden. Zij zijn aangewezen op het migrantenstemrecht om enige inspraak te verkrijgen in het federale of lokale bestuur. Vooral op het vlak van het gemeentelijk bestuur lijkt deze wet de inburgering van niet-genaturaliseerde migranten eventueel te kunnen bespoedigen. Het gemeentelijk migrantenstemrecht brengt hen zeker dichter bij de regeling van alledaagse dingen in de eigen woonplaats. Maar dit recht is ook onlosmakelijk verbonden met een belangrijke plicht, namelijk de wil tot integratie, één van de schaarse criteria van de verder vrij soepele snel-Belg-wet...
Een stugge njet
Alhoewel niet prioritair, heeft dit thema al heel wat stof doen opwaaien in de Wetstraat. Eigenlijk is het enkel de VLD die binnen de bonte coalitie de niet-prioriteit van het onderwerp staande houdt. Wat echter niet prioritair is, kan dat wel worden, zo dachten de groenen. Zij kwamen reeds snel na het aantreden van het paars-groene kabinet met een wetsontwerp voor migrantenstemrecht, dat op een stugge njet stuitte in het liberale kamp. Daarop dreigde Agalev-voorman Jos Gysels ermee de terugtrekking van de ministers van zijn partij uit de regering te bevelen. Het bleef echter bij een loos dreigement.
Stoere taal?
SP.a voorzitter Patrick Janssens verklaarde op zijn beurt dat hij na de verkiezingen van 2003 niet meer in een regering zou stappen die tegen de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 het stemrecht voor migranten niet zou hebben ingevoerd – de toekomst zal uitwijzen of dit meer dan stoere taal alleen was. Voorts konden enkele gelijkekansenbetogingen en een vurig pleidooi van een migrant voor de bevoegde senaatscommissie het tij in deze discussie niet keren. Ook in maart van dit jaar werd in de Kamer weer een klein vaudeville opgevoerd rond het al dan niet invoeren van het migrantenstemrecht. De VLD hielt het been stijf en de voorstanders bleven weerom in de kou staan.
Misschien zou het zinvol zijn, moest het volk de kans krijgen zich over deze maatschappelijke hernieuwing uit te spreken in een volksraadpleging. U begrijpt wellicht dat een dergelijk initiatief ver boven de mogelijkheden van dit studentenblad ligt, dus hielden we het voorlopig bij de mening van enkele mondige militante studenten.
“Het is niet voor niets dat op het lokale niveauwetenschappers eerder spreken van buurtstemrecht dan van migrantenstemrecht.”
“Reeds sinds haar ontstaan beschouwt Agalev het stemrecht voor migranten als een fundamenteel democratisch recht, totaal onafhankelijk van de nationaliteit. Iedereen die in ons land verblijft – en dus hier woont, werkt, belastingen betaalt en vaak schoolgaande kinderen heeft – heeft het recht om politiek vertegenwoordigd te worden.
Vooral op het lokale niveau is de participatie van alle inwoners onontbeerlijk. Gemeentebesturen dienen immers met alle inwoners rekening te houden. Het kan niet dat buurten achtergesteld worden en verloederd raken enkel en alleen omdat er geen stemmen te rapen vallen. Het is niet voor niets dat op het lokale niveau wetenschappers eerder spreken van buurtstemrecht dan van migrantenstemrecht.
Dat stemrecht wordt gebonden aan nationaliteit is overigens niet meer van deze tijd. Dit leek misschien evident in de vorige eeuw waarin nationalisme tot een ware religie werd verheven – met alle gevolgen van dien – maar in een tijd waar mensen mondiaal mobiel zijn en – om het clichématig uit te drukken – de wereld meer en meer een dorp wordt, doet het er toch niet meer toe welke kleur iemands identiteitskaart heeft om te bepalen of die al dan niet mag deelnemen aan het lokale politieke leven. Laat ons dan ook eindelijk eens die nationaliteitsvereiste vallen en stemrecht verlenen aan alle burgers van dit land.”
Ewoud Roes |
“Nieuwkomers en oude rotten moeten wel bereid zijn om samen te leven, in wederzijds respect.”
“In onze huidige samenleving leven culturele en etnische gemeenschappen volledig naast elkaar. Natuurlijk leidt zoiets tot wederzijds onbegrip en frustratie. Een echt verbonden multiculturele samenleving is daarentegen een enorme verrijking. Elke mens heeft talenten, elke cultuur zijn eigenheid en waarde.
Nieuwkomers en oude rotten moeten wel bereid zijn samen te leven, in wederzijds respect. Jonge christendemocraten zien daarbij 2 belangrijke aandachtspunten. Allereerst moeten alle vormen van discriminatie worden tegengegaan, moeten taal- en leerachterstanden bij sommige allochtone kinderen weggewerkt worden en moet informatie over de organisatie van de samenleving (hoe zit het schoolsysteem in elkaar, waar moet ik zijn voor rechtshulp) beter doorstromen.
Verder is integratie een sleutelwoord en de hefboom tot participatie. Dit willen we bereiken via 3 wegen: ten eerste moet er werk gemaakt worden van voldoende en betaalbare taal- en integratiecursussen. Ten tweede vragen wij de verstrenging van de snel-Belg-wet. Men heeft het recht Belg te worden, wanner men 5 jaar onafgebroken en legaal in ons land verblijft, wanneer men geen crimineel verleden heeft en moeite doet om ten minste 1 van de landstalen te leren.
En ten derde kan elke niet-Europeaan die aan de bovenstaande voorwaarden voldoet mee stemmen bij de gemeente- en provincieraadsverkiezingen.”
Caroline Deiteren |
“Men moet tevens ophouden met het knufffelbeleid jegens allochtonen en hen aansporen om volwaardige burgers te worden in de Vlaamse samenleving.”
“Als er vandaag soms problemen zijn met allochtonen, is dit enerzijds te wijten aan de migratiepolitiek van het verleden (toen men mensen naar hier haalde om tekorten op de arbeidsmarkt aan te vullen) en anderzijds aan het feit dat er lange tijd van een inburgeringsbeleid geen sprake was. Daarom is het oneerlijk te stellen dat bestaande problemen kunnen opgelost worden door allochtonen, die dikwijls hier geboren zijn, “terug te sturen”. Maar men moet tevens ophouden met het knuffelbeleid jegens allochtonen en hen aansporen om volwaardige burgers te worden in de Vlaamse samenleving.
Daarom stelt N-VA een inburgeringstraject voor, waarbij een legaal inwijkeling eerst een tijdelijke verblijfsvergunning krijgt. Als hij zich inburgert (waarbij hem de taal wordt aangeleerd, evenals de hier geldende zeden en gewoonten) en geen correctionele veroordeling oploopt, krijgt hij na vijf jaar een permanente verblijfsvergunning. Op dat moment kan de inwijkeling ook lokaal stemrecht aanvragen, dit om verdere inburgering in zijn plaatselijke leefomgeving aan te moedigen.
Na tien jaar verblijf zonder correctionele veroordeling, kan ten slotte op eenvoudige wijze de nationaliteit verkregen worden. Dit geldt als sluitstuk van het hele inburgeringstraject en geeft uiteraard stemrecht op nationaal en Europees niveau. Voor N-VA is het dus duidelijk: geen inburgering, geen stemrecht.”
Geert Antonio |
“Het is mijns inziens immers belangrijker voor migranten om stemrecht te verkrijgen dan om eenvoudig Belg te kunnen worden.”
“Migrantenstemrecht is één van die onderwerpen waar iedereen wel een mening over heeft, de ene al wat genuanceerder dan de andere. Ook binnen de (Jong-)VLD bestaat er grote onenigheid over wat nu wel en niet kan. Mijn mening is dat migrantenstemrecht een goede zaak is omwille van het principe ‘no taxation without representation’.
Er is echter één voorwaarde: de verstrenging van de snel-Belg-wet. Met de huidige gang van zaken is het voor immigranten zo eenvoudig Belg te worden dat het bijna van onwil getuigt het niet te doen. Dit belonen door alsnog stemrecht te geven is een compleet verkeerd signaal.
Zo snel mogelijk de voorwaarden om Belg te worden verstrengen dus (bv. koppelen aan een inburgeringstest) en dan pas het migrantenstemrecht invoeren. Het is mijns inziens immers belangrijker voor migranten om stemrecht te verkrijgen dan om eenvoudig Belg te kunnen worden. De reden daarvoor is dat partijen traditioneel niets doen voor mensen die niet tot hun kiezerspubliek behoren, waardoor een hele groep van mensen niet alleen uitgesloten wordt van het democratische besluitvormingsproces, maar ook nog eens genegeerd wordt. Temeer vermits het niet populair is maatregelen ten voordele van migranten te treffen.
Neem daar nog bij dat die mensen die op ons grondgebied gevestigd zijn, maar niet mogen stemmen meestal geconcentreerd wonen in bepaalde wijken en buurten en meteen is één van de oorzaken van de zgn. ‘probleemwijken’ verklaard. Migrantenstemrecht mag er van mij dus zeker komen, maar… mits een gondige herziening van de snel-Belg wet.”
Bart Laureys |